Fictie herhalen en quiz - hv1a 25 sep 2024

Welkom hv1a!
Telefoon in de telefoontas?
Ga dan lekker zitten en leg je leesboek klaar.



woensdag 25 september 2024
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Welkom hv1a!
Telefoon in de telefoontas?
Ga dan lekker zitten en leg je leesboek klaar.



woensdag 25 september 2024

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Na deze les:
  • is de lesstof van cursus Fictie herhaald voor de S.O. morgen

Planning van deze les
  • Lezen in je leesboek
  • Lesstof cursus Fictie herhalen 
  • opdrachten paragraaf 3 op laptop afmaken en nakijken
  • Quiz - vervolg




Slide 2 - Slide

Lezen in je leesboek
circa 20 minuten in stilte

Slide 3 - Slide

Oefenen voor het SO over Fictie
Pak je boek Nieuw Nederlands erbij. We gaan de theorie van alle paragrafen 1,2 en 3 weer doornemen.


Slide 4 - Slide

SO - wat kun je verwachten?
Je krijgt meerkeuzevragen en open vragen. Over deze SO mag je een heel lesuur  doen.

Voorbeeld meerkeuzevraag
1 Wat is het tekstdoel van fictie?

 A Informeren
 B Overtuigen
 C Amuseren
 D Activeren
 E Instrueren

Slide 5 - Slide

Voorbeeld open vraag

Bij welk genre hoort dit pictogram? 

Slide 6 - Slide

Vragen over een tekst
Lees tekst 6. Het is een fragment uit Paard, 
paard, tijger, tijger van de Deense schrijver 
Mette Eike Neerlin.

1. Hoeveel bijfiguren  heeft tekst 6?
 A  1 bijfiguur
 B 2 bijfiguren
 C 3 bijfiguren

2 Wie is de hoofdpersoon in deze tekst?




Tekst 6

Paard, paard, tijger, tijger
Honey (13 jaar) komt uit een chaotische familie. Ze zorgt voor haar gehandicapte zus Mikala en helpt in het huishouden. Verder probeert ze zo min mogelijk op te vallen en geeft ze nooit tegenspraak, want iedereen heeft het al moeilijk genoeg. 
Als Honey met haar vriendin Paula naar de film gaat, komt ze Philip en zijn broer Oskar tegen. Philip heeft de hele klas uitgenodigd voor zijn verjaardagsfeest. 

‘Nou,’ zei ik ten slotte op een enigszins afsluitende toon.
Oskar gaf Philip weer een por in zijn zij en toen nog een.
‘Ja, trouwens,’ zei Philip toen. ‘Kom je eigenlijk op mijn verjaardag? Je hebt nog helemaal geen antwoord gegeven.’

Hij keek mij plotseling aan op een nieuwe manier – een manier waardoor het bloed me meteen naar de wangen steeg en ik een speciaal gevoel kreeg, namelijk dat hij me een geheim bericht met zijn ogen stuurde. Een bericht dat ik op geen enkele manier kon duiden, maar waardoor ik totaal in de war raakte en het maar een haartje had gescheeld of ik had gezegd dat ik natuurlijk naar het feest ging. Maar toen dacht ik gelukkig aan Mikala.

‘Helaas,’ zei ik en ik draaide me om naar een paar duiven op de stoep. ‘Ik dacht dat je alleen hoefde te antwoorden als je kwam.’
‘O, oké.’ Philip keek omlaag.
‘Dat is anders wel jammer,’ zei Oskar. ‘Het wordt superleuk. Wat doe je dan? Is het niet iets wat je kunt afzeggen?’
‘Neuh, niet echt nee.’ Ik wipte wat heen en weer op mijn voeten. ‘Het is iets met mijn zus. Het is van levensbelang.’
Ik weet eerlijk gezegd niet goed hoe de woorden ‘van levensbelang’ me ontglipten, terwijl de woorden die ik eigenlijk had willen zeggen ‘wel van belang’ waren. Maar dat gebeurde dus, en voor ik het kon herroepen, vroeg Philip:
‘Is ze dan ziek geworden?’ 
‘Het is toch hopelijk niets gevaarlijks?’ vroeg Oskar.

Ze keken allebei met zo’n blik naar mij. Onderzoekend, intens – te veel!
Ik schudde onrustig mijn hoofd en ik had hun heel zeker gewoon moeten uitleggen over het open huis, vertellen dat ik simpelweg naar een feest op het werk van mijn  kst

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Wat?                afmaken opdrachten 1 en 3 paragraaf 3 Fictie
                           Daarna nakijken.  
Hoe                  op je laptop

Tijd?               

Klaar?           Leesboek lezen of theorie leren voor de SO. 
timer
15:00

Slide 8 - Slide

Nakijken opdrachten 1 en 3 paragraaf 3

Slide 9 - Slide

Quizvragen over cursus Fictie - vervolg

Slide 10 - Slide

Wat betekent personages?
A
een boek waarin je dagelijks schrijft
B
personen in een verhaal
C
theatervoorstelling
D
van grote waarde

Slide 11 - Quiz

Welke soorten personages zijn er in een boek?
A
hoofdpersonen
B
bijfiguren
C
hoofdpersonen en bijfiguren

Slide 12 - Quiz

Personages met een minder belangrijke rol heten ...
A
Hoofdpersonen
B
Bijfiguren
C
Rollen

Slide 13 - Quiz


Wat is een hoofdpersoon?
A
De persoon over wie het hele boek gaat
B
De schrijver van het boek
C
Een minder belangrijk persoon in een boek
D
Een bijfiguur

Slide 14 - Quiz

Welke uitspraak over hoofdpersonen klopt? Je weet over de hoofdpersoon...
A
Alles, behalve de gedachten
B
Niets
C
Veel, informatie maar ook gevoelens en gedachten

Slide 15 - Quiz

Wat is een perspectief?
A
Uit wiens ogen je kijkt
B
tijdsprongen
C
beschrijving plaats
D
citaat van iemand anders

Slide 16 - Quiz

Wat zou een ik-
perspectief zijn?
A
Als een verhaal wordt verteld door de hoofdpersoon.
B
De gebeurtenissen vanuit het perspectief van verschillende personages.

Slide 17 - Quiz

Welk perspectief heeft 'Het leven volgens Pippa Leeuwenhart' bij opdrachten in je boek?
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief
C
wisselend perspectief

Slide 18 - Quiz

Bij een wisselend perspectief
A
is het verhaal in de ik-vorm geschreven
B
is het verhaal in hij/zij-vorm geschreven
C
is het verhaal vanuit meerdere personen geschreven

Slide 19 - Quiz

Wat is inleven?
A
het leven
B
in het leven
C
de hoofdpersonen beter leren begrijpen
D
het verhaal lezen

Slide 20 - Quiz

Als je wilt dat het goed gaat met iemand kun je
A
inleven
B
meeleven

Slide 21 - Quiz

Smaak - datgene waar het verhaal over gaat noem je
A
het onderwerp
B
pictogram
C
het genre
D
fictie

Slide 22 - Quiz

Smaak - wat is een genre?
A
het soort verhaal
B
hoeveel bladzijden een boek heeft
C
welke personages in het boek voorkomen
D
of het boek leuk is

Slide 23 - Quiz

Wat is het genre van 'Assepoester'?
A
Sprookje
B
Sciencefiction
C
Zeeverhaal
D
Detective

Slide 24 - Quiz

Welk genre wordt aangegeven?
A
oorlog en verzet
B
spanning
C
griezelverhaal
D
sprookjesachtige verhalen

Slide 25 - Quiz

Wat is een pictogram?
A
de hoofdpersonage
B
plaatje dat het genre aangeeft
C
een fantasieverhaal
D
dagboek

Slide 26 - Quiz

Een psychologisch verhaal noem je ook wel een....
A
avontuur
B
moeilijk verhaal
C
probleemboek
D
hersenkraker

Slide 27 - Quiz

Welk soort verhalen vind jij leuk om te lezen?
A
Spannende verhalen
B
Historische verhalen
C
Fantasie-, horror- en toekomst verhalen
D
Psychologische verhalen

Slide 28 - Quiz

Volgende les - donderdag 26 september
SO over cursus 3, Fictie, paragrafen 1, 2 en 3
Leer theorie paragrafen (groene teksten blz 64, 69 en 75) en neem opdrachten door op je laptop.

Je hebt weer je leesboek mee.

Slide 29 - Slide

Graag de stoelen op de tafels doen. 

Dank! 

Slide 30 - Slide

Welkom hv1a!
Telefoon in de telefoontas?
Ga dan lekker zitten en leg een pen klaar. 

Je gaat zo een SO over Fictie maken. Geen boeken of aantekeningen erbij!

donderdag 26 september 2024

donderdag 26 september 2024

Slide 31 - Slide

SO Fictie maken
Tafels uit elkaar
Je hebt een heel lesuur de tijd
Geen vragen over de lesstof
Succes!

Klaar? Leesboek lezen

Slide 32 - Slide

Volgende les - maandag 30 september
Meenemen: je leesboek, lesboek Nieuw Nederlands, schrift en pen, laptop

We gaan starten met cursus 2 Meer dan lezen

Slide 33 - Slide