Herhaling 4.1 t/m 4.3

Herhalen 4.1 t/m 4.3
WAT IS STATISTIEK?
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhalen 4.1 t/m 4.3
WAT IS STATISTIEK?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Herhaling statistiek



Volgende les: Toets (donderdag)
lesdoel: Oefenen voor de toets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weten we al?
- toename in procenten
- afname in procenten
- turftabel 
- steelbladdiagram
- beelddiagram
- staafdiagram

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan rekenen met procenten
  1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.
    Met de goede titel en het goede "aantal".
  3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
  4. Vul het getal achteraan in. 
    - Krijg je een %, dan bovenin.
    - Krijg je een aantal, dan onderin.
  5. Zet tussen de twee ingevulde getallen een 1.
  6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
  7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
  8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Procenten afronden op 1 decimaal.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

afname in procenten
Wat is de procentuele afname?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

100 : 21,50 x 6,50 = 30,235...
Dus de procentuele afname is ongeveer 30,2 %.
Handschoenen
prijs in €
21,50
6,50
30,235...
1
x
÷ 21,50
× 6,50
÷ 21,50
x 6,50
21,50 - 15
Wat is de procentuele afname?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Toename  in procenten
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

 Toename in procenten
Voorbeeld: huurverhoging.
In 2020 betaalde ik €265,- huur per maand voor mijn studentenkamer. In 2021 moet ik meer betalen: €273,-
Dus een toename van €8,-
100÷265×8 = 3,018...
Dus een toename van 3,0%.
Huurverhoging
265
8
?
1
x
÷ 265
÷ 265
× 8
× 8

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Welke diagram
is een staafdiagram?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Beelddiagram.
Hoeveel posters zijn er op donderdag verkocht?
A
3,5
B
4
C
35
D
40

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De fruithal houdt bij hoeveel sinaasappels er verkocht zijn. In het beelddiagram hieronder zie je het resultaat van een week. Hoeveel sinaasappels zijn er verkocht op woensdag?
A
4,5 sinaasappels
B
80 sinaasappels
C
85 sinaasappels
D
90 sinaasappels

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Op het plaatje hiernaast zie je een ...
A
staafdiagram
B
frequentietabel
C
steelblad-diagram
D
tabel

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hier zie je in een steelblad-diagram de cijfers van
een toets van een klas.

Wat is het laagste cijfer?
A
4.2
B
4.1
C
2.4
D
1.0

Slide 13 - Quiz

Controleer of de leerlingen nog weten dat dit een steeldiagram is.
Is de staafdiagram hiernaast goed gemaakt?
A
JA
B
NEE

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk staafdiagram hoort bij
de tabel?

timer
0:30
A
staafdiagram A
B
staafdiagram B
C
staafdiagram C
D
staafdiagram D

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we één stuk van een cirkeldiagram?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions


Hoeveel sectoren heeft dit cirkeldiagram?
A
106379 samen
B
4 sectoren
C
7 sectoren
D
Ik weet niet wat een sector is

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De sectoren van een cirkeldiagram zijn samen ...
A
180 graden
B
360 graden
C
540 graden
D
90 graden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De percentages in een cirkeldiagram zijn samen altijd:
A
360%
B
100%
C
in gelijke stukken verdeeld
D
vierkant

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het gemiddelde?
Cijfer
6,4
8,9
4,6
A
6,6
B
19,9
C
6,2

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

de modus is:
A
het middelste getal
B
het getal dat het meeste voorkomt
C
het gemiddelde
D
het gewogen gemiddelde

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de modus?
A
5
B
9
C
13
D
14

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de modus?
A
3
B
3 en 7
C
7
D
er is geen modus

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De mediaan is...
A
De middelste als de getallen van klein naar groot staan gesorteerd
B
Het meest voorkomende getal in een rij getallen

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de
mediaan?
A
5
B
7
C
6
D
9

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Opgaves


Maak diagnostische toets  

opgave 1 t/m 5, 7 t/m 9

blz. 221 t/m 224

Eerste 8 minuten in STILTE werken.


Ben je klaar?

- Kijk je werk zorgvuldig na en verbeter waar nodig

- Huiswerk of leren ander vak






timer
20:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Met welk onderdeel wil je nog verder oefenen?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Werken aan de oefenopgaven
Kies een opgave uit waar jij nog mee wilt oefenen:
- turftabel
- procenten toename en afname
- beelddiagram
- staafdiagram
- cirkeldiagram (basis of kader/tl)
- steelbladdiagram
- gemiddelde, modus en mediaan

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Noem 1 ding waar je (extra) op gaat letten tijdens het maken van de toets........

Slide 29 - Slide

This item has no instructions