D3 (wk 49, les 2) e-mails schrijven, kwaliteitenspel

Volgende week: toetsweek
  • Spreken
  • Lezen
  • Schrijven
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Volgende week: toetsweek
  • Spreken
  • Lezen
  • Schrijven

Slide 1 - Slide

Wat leer je?
  • Hoe je een zakelijke e-mail typt
  •  Je eigen kwaliteiten beschrijven

Slide 2 - Slide

Nederlands
Het schrijven van een 
 e-mail
   zakelijk=formeel
persoonlijk=informeel


Slide 3 - Slide

Correspondentie
- informele brief
- formele brief
- zakelijke e-mail
- sollicitatiebrief
- curriculum vitae

Slide 4 - Slide

Voorbeeld opbouw zakelijke e-mail
- E-mailadres(sen)
- Onderwerp (passend, kort & bonding)
- Formeel/informeel taalgebruik
- Aanhef
- Alineagebruik
- Hoofdletters, komma's & punten
- Afsluiting (wat verwacht je?)
- Groet


Slide 5 - Slide

Inleiding
  • In de inleiding vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleiding.

Slide 6 - Slide

Met welk woord begint een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 7 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Hoe begin je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 8 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 9 - Quiz

Je schrijft een mail naar de gemeente. Je wil dat ze de afvalbakken in jouw straat vaker leegmaken, ze zijn altijd vol. Wat is de onderwerpregel in de e-mail?
A
De afvalbakken zijn vol
B
Klacht over volle afvalbakken
C
In mijn straat gaat het niet goed
D
Afvalbakken

Slide 10 - Quiz

Samenvatting zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding             (Waarom schrijf je deze e-mail)
  • Kern                        (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 11 - Slide

Schrijf nu een informeel e-mail!
Je kent jouw baas goed en daarom is de e-mail die gaat schrijven is informeel.

Slide 12 - Slide

Waar let je op?
onderwerp
aanhef
inleiding
kern
slot
afsluiting

Slide 13 - Slide

Onderwerp
Je schrijft in 1 zin waar je mail over gaat

Slide 14 - Slide

aanhef
Je begint je mail met:
Beste .........,
Goedemorgen ................., 
Lieve ......................,

Slide 15 - Slide

inleiding, kern en slot
Dit doe je net zoals bij de zakelijke brief. Je gebruikt je en jij. 
Gebruik korte zinnen. 
Gebruik vaste zinnen die je kent!
Denk aan: wie, wat,  waar, wanneer, waarom en hoe.

Slide 16 - Slide

afsluiting:

Iedere e-mail kun je afsluiten met ‘Met vriendelijke groeten’. Groeten, 
Groetjes, 
Liefs, 
je naam

Slide 17 - Slide

Dit is Marieke
Ik ruim elke dag mijn kamer op, want ik hou niet van troep.
Als mijn vriendin verdrietig is, word ik dat ook en moet ik huilen.
Als er iemand jarig is, maak ik altijd een appeltaart. Die vindt iedereen lekker. Ik doe altijd wat ik afspreek.
Ik denk goed na over de dingen en ik ben niet snel tevreden.
Als ik een oefening moet maken, doe ik dat precies en zorgvuldig.

Slide 18 - Slide

Hoe is Marieke? Wat is haar karakter?
Wat kan ze goed?

Slide 19 - Slide

Kwaliteitenspel
  • Leg de twintig kaartjes op een stapel.
  • Pak allemaal pen en papier.
  • Pak om de beurt een kaartje van de stapel.
  • Lees hardop voor wat er op het kaartje staat.
  • Als het kaartje bij jou past: leg de andere leerlingen uit waarom het kaartje bij je past.
  • Schrijf daarna de tekst van het kaartje op je papier.
  • Leg het kaartje daarna onder op de stapel.
  • Het spel is klaar als iedere speler minstens drie kaartjes heeft  overgeschreven.

Slide 20 - Slide

Maak de opdracht: 
Zoek een vacature en schrijf een sollicitatiebrief.

Slide 21 - Slide