Pitfalls (Valkuilen)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Pitfalls

Valkuilen
Theme 2
Grammar 6

Valkuilen

Er zijn een aantal woorden die door elkaar worden gehaald, waardoor je sneller fouten maakt in het Engels.

In de volgende dia's zullen deze woorden aan bod komen.

Wat is jouw valkuil in het Engels? Welke fout maak jij veel?

www.thoughtco.com

to / too

To = naar, aan
Too = te

Voor een werkwoord betekent 'to' = te
Voor een bijvoeglijk naamwoord betekent 'too'= te
'too' aan het eind van de zin betekent = ook

to / too

This present is from me to you.

Don't screw the bolts in too tightly.

than / then

than = dan
Gebruik je in vergelijkingen.

then = toen
Geeft een tijd aan.

then / than

The sequel is even worse than the first film.

Then he scored the winning goal.

Your / You're

De meeste gemaakte fout door jullie!

Your = jouw (bezittelijk voornaamwoord)
You're = you are (samentrekking)

First, collect your materials.
You're late. Do get up earlier.

Its / It's

Its = van het (bezittelijk voornaamwoord)

I parked my car in its usual place.

It's = it is/has. Het is/heeft (samentrekking)
It's time to go to the dentist.

their / there / they're

their = hun (bezittelijk voornaamwoord)
They buy their school uniforms online.

there = er, daar (plaats)
Do you want to go over there? 

their / there / they're

They're = they are. Zij zijn (samentrekking)
They're my best friends.

where / were / we're

where = waar (vraagwoord)
Where do you want to go?

were = was/waren (verleden tijd van to be)
They were very nice to me.

where / were / we're

We're = we are. Wij zijn (samentrekking).

We're big fans of documentaries.

En nu? Oefenen

De volgende dia's bevatten quizvragen over deze valkuilen.
Hopefully you've paid attention!

You have ____ let me go. I'm innocent!

1. to
2. too

He is taller ____ his brother.

1. than
2. then

____ doing a good job.

1. your
2. you're

The cat wagged ____ tail

1. its
2. it's

Where is Mandy? Over _____.

1. their
2. there
3. they're

We ____ cycling to school when I lost my phone.

1. where
2. were
3. we're

Oefenen in het AB

Do exercise 26 and 27 on p47/48 of your AB.

Finished? Ask your teacher what to do next.