2.4 Risico's van beleggen

H2 Thuis in geldzaken
2.4 Risico's van beleggen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H2 Thuis in geldzaken
2.4 Risico's van beleggen

Slide 1 - Slide

Terugblik:
Door te sparen verschuif je koopkracht naar de toekomst. 

De koopkracht van een spaarder:
- stijgt door de rente
- daalt door de inflatie

Slide 2 - Slide

Terugblik:
Je kunt sparen voor:

- grote uitgaven
- tegenvallers
- de rente

Slide 3 - Slide

Terugblik:
Het rentebedrag stijgt:

- bij een hoger rentepercentage
- bij een hoger spaarbedrag
- bij een langere looptijd

Slide 4 - Slide

Terugblik:
Spaarvormen verschillen van elkaar:

- door de hoogte van het rentepercentage
- door de hoogte van het minimale spaarbedrag
- door de periode (looptijd) waarin het spaargeld niet opvraagbaar is. 

Slide 5 - Slide

Wat leer je in deze les:
In deze paragraaf leer je over de risico's en opbrengsten van beleggen in aandelen en obligaties.

Slide 6 - Slide

Aandelen:

We lezen samen de tekst bovenaan bladzijde 58.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Vraag 1:
  • A.  Ahold en ING Groep.

  • B.  € 1.000 : 100 × 1,7 = € 17 

  • C. Nee, want met een spaarrekening verdien je wel 1,7% in een jaar, maar zeker niet in een week. 

Slide 9 - Slide

Beleggingsfondsen:
We lezen samen de tekst onderaan bladzijde 58.

Slide 10 - Slide

Vraag 2:
  • A.   Beide bedrijven, want de kans dat één koers onderuitgaat is groter dan dat ze allebei onderuitgaan. 

  • B. Een beleggingsfonds zorgt ervoor dat het geld van beleggers wordt belegd in tal van bedrijven of instellingen. 

Slide 11 - Slide

Dividend:
We lezen samen de tekst midden op bladzijde 59.

Slide 12 - Slide

Vraag 3:
  • A.    50 × € 0,70 + 30 × € 2,25 + 100 × € 0,60 + 40 × € 2 = €242,50 

  • B. Bijv. dividend is een winstuitkering en de winsten zijn niet elk jaar hetzelfde. 

Slide 13 - Slide

De koers van aandelen:
We lezen samen de tekst in het bovenaan bladzijde 59.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Vraag 4:
  • A. De aankoopkoers was € 48. 

  • B. Zijn verlies was € 48 – € 33 = € 15 per aandeel;                                   € 15 × 90 = € 1.350. 

  • C. Zijn winst zou zijn geweest: € 54 – € 48 = € 6 per aandeel;           € 6 × 90 = € 540

Slide 16 - Slide

Obligaties:
We lezen samen de tekst onderaan bladzijde 59.

Slide 17 - Slide

Vraag 5:
  • A. € 5.000 : 100 × 4,5 = € 225
  • B. De obligaties worden afgelost en hij krijgt zijn € 5.000 terug. 
  • C. Het risico is lager, want obligatiehouders weten precies hoeveel rente ze jaarlijks krijgen en wanneer ze hun geld  terugkrijgen. En het is vrijwel zeker dat ze hun geld  terugkrijgen. Aandeelhouders hebben deze zekerheden niet. 

Slide 18 - Slide

Maken / 
Huiswerk voor de volgende les:
Paragraaf 2.5 Risico's van beleggen.

Slide 19 - Slide