§3.1 Stad en Platteland deel 1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

§3.1 Stad en platteland deel 1

Benodigde voorkennis 

Je kent de provincies van Nederland;
Je kent de verschillen tussen een stad en dorp;
Je kent de Randstad;
Je kent de oorzaken van bevolkingsgroei en bevolkingskrimp;

3.1 Stad en Platteland 

    Vandaag:

            - Stedelijk gebied NL 

            - Krimp en groei  

            - Verschillen in beleid 

Doelen 

Verschil stad en 

platteland.. 

Openingsopdracht

Bespreek je met je buurman/buurvrouw:

1) Hoeveel procent in Nederland woont in de stad?

2) Hoeveel procent van NL bestaat uit bebouwing?

3) waar woon jij liever stad of platteland en waarom?

Ongeveer 90% van de NEderlandse bevolking woont in stedelijk gebied

Ongeveer 10 % is bebouwd

Verstedelijking Nederland

Urbanisatie graad?

Urbanisatie tempo?

Steden in soorten en maten

Centrale stad - Agglomeratie - Stadsgewest - Stedelijk gebied 

Centrale stad

• Stad ligt centraal voor de dorpen
• Dorpen afhankelijk van de stad (en vice versa)

• Stad ging groeien en slokte de dorpen op
• Er ontstaat een agglomeratie
  

Stadsgewest

• De grote stad werd nog belangrijker voor de omgeving. 
• Ontstaan stadsgewest
  

Stadsgewesten groeien naar elkaar toe en er ontstaan één groot stedelijk gebied --> Randstad

Wat zegt dit kaartje over het grondgebruik in Nederland?

Bodemgebruik in

Nederland

  Dagelijkse voorzieningen         Gespecialiseerde voorzieningen

Reikwijdte, verzorgingsgebied,ddrempelwaarde

Groei- en krimpgebieden

Gevolgen:

Demografisch?

Sociaal-cultureel?

Economisch?

Politiek?

Ecologisch?

Aan de slag

• §3.1 Maak opdrachten 2, 3 en 4
• Je hebt hiervoor een Atlas nodig
• Dit is huiswerk voor volgende les. 

Ontstaan steden EU 

Middeleeuwen: Steden ontstaan op kruispunten van wegen 

(Waterwegen - Landwegen - Knooppunten) 

Knooppunt - Bewoning - Tol - Markt - Dorp - Stad 

Verstedelijking NL

- 80% Stedelijk Westen 

- Hoge bebouwingsdichtheid 

- Adressendichtheid