This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Waar ging de vorige les over?
Slide 1 - Slide
Stap 1 - Soorten steen
Slide 2 - Slide
Wat is natuursteen?
A
Steensoorten die uit de natuur komen
B
Steensoorten die gemaakt zijn van natuurlijke producten
C
Steensoorten die niet uit de natuur komen
D
Steensoorten die gemaakt zijn van dierlijke producten
Slide 3 - Quiz
Stap 1 - Zand en klei
Slide 4 - Slide
Hoe gaat het water door zand en klei?
A
Er gaat geen water door zand en klei
B
Zand en klei zit heel ver uit elkaar waardoor het water en makkelijk doorheen kan
C
Zand en klei bestaat al uit water
D
Er zitten gaatjes tussen de stukjes steen waar water door kan
Slide 5 - Quiz
Verwerking stap 1
Zijn er nog vragen over de tekst?
Slide 6 - Slide
In onze school zijn veel dingen gemaakt van steen. Noem 3 dingen die hier in de school zijn gemaakt van steen.
Slide 7 - Open question
Wat in de school is gemaakt van natuursteen?
Slide 8 - Open question
Op het plaatje zie je een steengroeve. Hoe noem je de steensoort die uit de steengroeve komt?
A
B
Aardewerk
C
Natuursteen
D
Zand en klei
Slide 9 - Quiz
Waar wordt de natuursteen vooral voor gebruikt?
Slide 10 - Open question
Stap 2 - Gebakken klei
Slide 11 - Slide
Wat wordt er bedoeld met 'een laagje glazuur'?
A
De gebakken klei wordt alleen hard
B
De gebakken klei krijgt een dun laagje glas
C
De gebakken klei krijgt een andere kleur
Slide 12 - Quiz
Stap 2 - Keramiek
Slide 13 - Slide
Wat betekend keramiek?
A
Een verzamelnaam voor voorwerpen gemaakt van zand
B
Een verzamelnaam voor voorwerpen gemaakt van keramiek
C
Een verzamelnaam voor voorwerpen gemaakt van natuursteen
D
Een verzamelnaam voor alle voorwerpen van gebakken klei
Slide 14 - Quiz
Stap 2 - Verwerking
Heeft iemand nog vragen over de tekst?
Slide 15 - Slide
Als je een voorwerp van klei maakt en het laat drogen wordt het hard. Het water dat de klei zacht maakt verdwijnt uit de klei. Wat gebeurt er met het water?
A
Het water smelt
B
Het water stolt
C
Het water verdampt
D
Het water druipt er langzaam uit
Slide 16 - Quiz
Harry zet bloemen in een vaas van gebakken klei die hij op school heeft gemaakt. Na een tijdje begint de vaas te lekken, hoe kan dan?
A
In klei zitten gaatjes waar vocht doorheen gaat
B
De vaas is niet goed gemaakt
C
Het water is nog niet allemaal verdampt
D
Er kan geen water door de klei heen
Slide 17 - Quiz
In de schuur staan allemaal soorten bloempotten. Sommige bloempotten hebben een gladde, glasachtige laag. Hoe heet deze laag?
Slide 18 - Open question
Evaluatie
Boeken dicht
Slide 19 - Slide
Wat is het verschil tussen potten met en zonder een glasachtige laag?
A
Potten zonder glasachtige laag zijn water dicht
B
Potten zonder glasachtige laat glimmen
C
Potten met een glasachtige laag zijn waterdicht
D
Potten met een glasachtige laag glimmen neit
Slide 20 - Quiz
Waar komt natuursteen vandaan?
A
Rotsen
B
Steenfabriek
C
Steengrotten
D
Steengroeve
Slide 21 - Quiz
Noem een voorbeeld van natuursteen
Slide 22 - Open question
Wat is een verzamelnaam voor alle voorwerpen van gebakken klei