This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Staatsinrichting
Slide 1 - Slide
Wat is GEEN taak van een gemeente?
A
Onderhoud schoolgebouwen
B
Huisvesting van asielzoekers
C
Aanleg van riolering
D
De toewijzing van huurwoningen
Slide 2 - Quiz
Door wat/wie worden in Nederland ministers gekozen?
A
De Staten-Generaal
B
De informateur
C
Het staatshoofd
D
De formateur
Slide 3 - Quiz
Uitslag van een stemming over een voorstel bij een gevoelig onderwerp in de Raad van Ministers: Duitsland, Frankrijk, Spanje en Polen stemmen tegen. Deze 4 landen vertegenwoordigen 52.5% van het totaal aantal inwoners van de EU. Wordt het voorstel aangenomen of afgewezen? Om welke reden?
A
Aangenomen, want de tegenstemmers vertegenwoordigen geen 65% van het totaal aantal inwoners.
B
Afgewezen, want bij gevoelige onderwerpen moeten alle lidstaten akkoord gaan.
C
Afgewezen, want de voorstemmers vertegenwoordigen geen 65% van het totaal aantal inwoners.
D
Aangenomen, want er stemmen maar 4 landen tegen het voorstel.
Slide 4 - Quiz
Op welk niveau kunnen in Nederland bindende referenda worden gehouden?
A
Op alle niveas
B
Op geen enkel niveau
C
Alleen op provinciaal en gemeentelijk niveau
D
Alleen op landelijk niveau
Slide 5 - Quiz
Welke redenen heeft de Eerste kamer NIET?
A
Enquête en initiatief
B
Amendement en interpellatie
C
Amendement en initiatief
D
Enquête en interpellatie
Slide 6 - Quiz
Waarin hebben politieke partijen hun algemene ... vastgelegd? (niet scherp)
A
Regiment van Orde
B
Handelingen
C
Verkiezingsprogramma
D
Beginselprogramma
Slide 7 - Quiz
Wat is de naam van een organisatie die voor een lange tijd bewust invloed probeert uit te oefenen op de politieke besluitvorming betreffende één thema?
A
Politieke partij
B
Actiegroep
C
Pressiegroep
Slide 8 - Quiz
Wat is een verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
A
Klassieke grondrechten gelden voor alle ingezetenen van Nederland, sociale grondrechten gelden alleen voor betroffen burgers van Nederland
B
Klassieke grondrechten houden een verbod voor de overheid in, sociale grondrechten een verbod.
C
Klassieke grondrechten jouden een gebod voor de overheid in, sociale grondrechten een verbod.
D
Klassieke grondrechten gelden alleen voor betroffen burgers van Nederland, sociale grondrechten gelden voor alle ingezetenen van Nederland.
Slide 9 - Quiz
Welke uitspraak over kiesrecht in Nederland is juist?
A
Buitenlanders die ten minste 5 jaar legaal in Nederland wonen, mogen in de gemeenteraad worden gekozen.
B
Burgers van lidstaten van de EU hebben na vestiging in Nederland stemrecht bij verkiezingen voor de 2e kamer.
C
De kiesgerechtigde leeftijd voor actief kiesrecht is 18 jaar, voor passief kiesrecht 23 jaar.
D
Burgers van de EU kunnen zich kandidaat stellen bij verkiezingen voor de Provinciale Staten.
Slide 10 - Quiz
Wat moet iedere Nederlander, die zich op de hoogte wil stellen van aangenomen wetten, in ieder geval raadplegen?
A
www.overheid.nl
B
De koninklijke boodschap
C
De handelingen van de Tweede Kamer
D
Het regelement van Orde van de Eerste Kamer
Slide 11 - Quiz
Door wat/wie wordt na de landelijke verkiezingen een informateur aangewezen?
A
De Staten-Generaal
B
Het Staatshoofd
C
Tweede Kamer
D
Eerste Kamer
Slide 12 - Quiz
Iemand woont aan een onveilige weg. Hij heeft de gemeente al verschillende keren door telefoontjes en brven gewezen op deze onveilige situatie, maar de gemeente reageert niet. Bij welke instantie moet hij zijn om een klacht over de gemeente in te dienen?
A
De Provinciale Staten
B
De Nationale ombudsman
C
Burgermeester en Wethouder (B&W)
D
De Raad van State
Slide 13 - Quiz
Door wat/wie wordt de commissionairs van de koning benoemd?
A
Provinciale Staten
B
De Kroon
C
Het college van Gedeputeerde Staten
D
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties
Slide 14 - Quiz
Door wat/wie worden rechters benoemd? Voor welk termijn?
A
Door de regering, voor 6 jaar
B
Door de rechterlijke macht, voor het leven
C
Door de rechterlijke macht, voor het leven
D
Door de regering, voor het leven
Slide 15 - Quiz
Een krantenbericht over een rechterlijke uitspraak (2011): 'Geert Wilders is vrijgesproken van groepsbelediging, aanzetten tot haat en discriminatie van moslims. Dat heeft de rechtbank van Amsterdam zojuist gevonnist. De rechtbank van Amsterdam acht niet bewezen dat personen beledigd zijn door de uitspraken van Wilders over de islam. Een aantal uitspraken is "grof en denigerend, maar niet opruiend." Onder welk recht valt dit proces?
A
Strafrecht
B
Privaatrecht
C
Burgerlijk recht
D
Bestuursrecht
Slide 16 - Quiz
Wat regelde de grondwetherziening van 1983?
A
Het vastleggen van klassieke grondrechten
B
De uitbreiding van het burgerschap
C
Het vastleggen van sociale grondrechten
Slide 17 - Quiz
Bij welke taak van het parlement hoort het recht van amendement?
A
De wetgevende
B
De controlerende
C
De uitvoerende
Slide 18 - Quiz
Tekst op een website: "In 1999 dwong de Eerste Kamer een bredere werking af van een wetvoorstel over regels voor gemeentelijke herindeling. In het oorspronkelijke voorstel stond dat een wettelijke regeling bij een herindeling verplicht was als daarbij 15& van het inwonertal van de gemeenten was betrokken. De Eerste Kamer verlaagde dat tot 10%." Welk begrip past bij deze tekst?
A
Interpellatie
B
Novelle
C
Amendement
D
Motie
Slide 19 - Quiz
Hieronder staan 3 stappen die horen bij een kabinetsformatie: 1. De ministers- en staatssecretarisposten worden verdeeld. 2. Er worden ministers en staatssecretarissen gezocht. 3. Er wordt onderhandeld over een regeerakkoord. In welke volgorde vinden deze stappen plaats?