Uitleg werkwoordspelling pvtt, pvvt, vd

maandag 15/11: Werkwoordspelling
Nodig deze les: 
  • Nederlands boek
  • Schrift
  • Pen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

maandag 15/11: Werkwoordspelling
Nodig deze les: 
  • Nederlands boek
  • Schrift
  • Pen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Je kan werkwoorden juist spellen.

Je weet dus hoe je de pvtt, pvvt en vd moet spellen. 


Leerdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1. Boekpromotie
2. Uitleg werkwoordspelling
3. Opdrachten maken 
4. Bespreken 
pauze
5. Instructie opdracht
6. Aan de slag!
Deze les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

3 soorten werkwoorden (die je moet kunnen gebruiken)
persoonsvorm tegenwoordige tijd
persoonsvorm verleden tijd
voltooid deelwoord 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

  • Ik-vorm = hele ww min -en 
    tekenen --> ik teken
  • Soms moet je de ik-vorm aanpassen
    beloven --> beloof
    grijnzen --> grijns


  • Je krijgt NOOIT +d als er géén -d in het werkwoord zit.


Persoonsvorm tt

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Welke vorm kies je?
timer
2:00
Welke vorm kies je? Schrijf de antwoorden in je schrift!

Slide 6 - Slide

Opdrachtje: Welke vorm kies je?
Schrijf de antwoorden in je schrift!
1. word --> pv vóór je = geen t. Vul lopen in: loopt je? 
2. verstuurt --> Ik loop, dit bedrijf loopt / ik verstuur, dit bedrijf verstuurt.
3. rond --> ik, dus geen -t erachter.
4. vergoedt --> ik loop, de verzekering loopt / ik vergoed, de verzekering vergoedt
5. vindt --> loopt je zus? Dus: vindt je zus?
6. belooft --> ik loop, mijn broertje loopt / ik beloof, mijn broertje belooft 
Antwoorden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

enkelvoud = ik-vorm + te / de
meervoud = ik-vorm + ten / den 

Te(n) of de(n)?
- verlengproef (langer maken!)
- 't eX KoFSCHiP
   hele werkwoord min -en (let op!!! Je gebruikt dus niet de ik-vorm!!!)

   laatste letter in het kofschip? JA = -te(n),  NEE = -de(n)
Persoonsvorm verleden tijd (zwakke werkwoorden)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

  • Veranderen in de verleden tijd van klank
    Bijv. Houden --> ik hield

  • Eigen vorm (uit je hoofd leren! geen regels)

  • Sterke werkwoorden zijn sterk genoeg om te veranderen van vorm. Onthoud dit! 
Persoonsvorm verleden tijd (sterke werkwoorden)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

  • Kom je er met de verlengproef niet uit? 
  • Gebruik't sexy fokschaap / ‘t ex kofschip

    leven - en = lev 
    v zit niet in 't sexy fokschaap/ 't ex kofschip 
    leefde

        
Leefde of leefte?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vaak ziet het er zo uit: Ge- + ik-vorm + -d of -t
Plakken > ge-plak-...
Boffen > ge-bof-...
Rennen > ge-ren-...

Een voltooid deelwoord begint ook
vaak met be-, ge-, ver-, ont-, of her-. 
betaald, gegroeid, verteld, ontdekt, herinnerd
Voltooid deelwoord 1/2

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

BELANGRIJK = Voltooid deelwoord heeft ALTIJD een vorm van hebben, zijn of worden. Kijk eens goed naar de voorbeelden. 

1. (dansen) Hij heeft met zijn vriendin ___. 
2. (ophalen) Het pakketje wordt vandaag ___ door PostNl. 
Voltooid deelwoord 2/2
Klik hier!
Er staat een vorm van hebben in, dus je hebt hier te maken met een voltooid deelwoord. Dansen -en = dans 
De letter -s zit WEL in 't ex-kofschip, dus dan krijg je GEDANST. 
Klik hier!
Er staat een vorm van hebben in, dus je hebt te maken met een voltooid deelwoord. Ophalen -en = ophal. De letter -l zit NIET in 't ex-kofschip, dus dan krijg je OPGEHAALD. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Pak je boek erbij en maak de opdrachten die in je planner staan.
Aan de slag!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions