Werkwoordspelling voltooid deelwoord

Werkwoordspelling deelwoord
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Werkwoordspelling deelwoord

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt het verschil tussen het voltooid en het tegenwoordig deelwoord uitleggen.
Je kunt de deelwoorden juist spellen.

Slide 2 - Slide

Deelwoorden
Ik ben zingend naar school gefietst.
Zingend = tegenwoordig deelwoord, gebeurt tijdens het fietsen
Gefietst = voltooid deelwoord, is in het verleden gebeurd.

Slide 3 - Slide

Spelling tegenwoordig deelwoord

Hele werkwoord + d
fietsend, lopend, lachend, huilend

Slide 4 - Slide

............... (lopen) nam ik de telefoon op.

Slide 5 - Open question

Spelling voltooid
deelwoord
1) Zoek de stam 
Gebruik dus niet de ik-vorm!
2) Laatste letter van de stam  
't x-kfschp? --> schrijf het voltooid
deelwoord met een t.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld: geloven
1) Zoek de stam                                                     gelov-
Gebruik dus niet de ik-vorm!
2) Laatste letter van de stam                         geloofd
't x-kfschp? --> schrijf het voltooid
deelwoord met een t.

Slide 7 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van verhuizen?

Slide 8 - Open question

Ik heb de tikkie ............... (betalen).

Slide 9 - Open question

Wat is er gisteren .................... (gebeuren)?

Slide 10 - Open question