Lesson 5: Speaking, present perfect, vocab

Speaking lesson
Doel: werken aan uitspraak en inzicht krijgen van je inhoud binnen deze vaardigheid. 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Speaking lesson
Doel: werken aan uitspraak en inzicht krijgen van je inhoud binnen deze vaardigheid. 

Slide 1 - Slide

Warming up: tricky tongue twister
Probeer de volgende zin zo goed mogelijk uit te spreken. Klik daarna op het audio icoontje om mijn poging te horen. 

Betty bought a bit of butter but the bit of butter Betty bought was bitter so Betty bought a better bit of butter and the batter was better

Tongue twister

Slide 2 - Slide

Pronunciation (British English)
Nouns: teacher, birthday, school, work, education, church, hour, car 
Adjectives: bad, smart, happy, glad, flexible 
verbs: played, worked, listened, taught, enjoy
days of the week: Monday, Tuesday, Wednesday, Thursday, Friday, Saturday, Sunday

Click for explanation and pronunciation

Slide 3 - Slide

Practice, practice, practice
Belangrijke elementen van een examen spreken/gesprekken voeren zijn: vloeiendheid, uitspraak, inhoud, grammar. 
Je kan je zelf trainen om hier aan te voldoen. Je moet vaak oefenen en jezelf blijven uitdagen.  
Op de volgende dia's kan je zien wat we van studenten verwachten die op A2 niveau moeten afstuderen. 

Slide 4 - Slide

Waar moet je aan voldoen?  

Spreken: Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.

Slide 5 - Slide

Gesprekken voeren: Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden

Slide 6 - Slide

Never have I ever
  1. Form groups of four. 
  2. All students extend their fingers on one hand to indicate the number of lives they have. 
  3. One student says something that they have never done, but that they think other students have done. Like so: 'I have never jumped out of an airplane'. 
  4. The students who have done the activity lose a life, and put one finger down to indicate this. Those who haven’t done the activity keep the same number of fingers up. The process is repeated with other students making sentences.
  5. When students lose all their lives they are out.

    The last student with lives remaining is the winner.

Slide 7 - Slide

Reflectie: lukte het om vloeiend te spreken?
Noteer een twee zinnen die jij net hebt uitgesproken.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Interview
Docent geeft je de opdracht. Je hebt twee rollen. 
Lees dit goed door: 

Rol A: 
1. Informatie opzoeken over bekend persoon.
2. Vragen beantwoorden als bekend persoon. 
Rol B: 
1. Vragen opstellen die jij wil stellen aan bekend persoon.
2. Antwoorden verwerken in een gesproken samenvatting. Dit via een voice message naar docent sturen. 

Slide 15 - Slide

Interview assignment
Clear and structered
Some information was totally lost on me
Good way to practise reading and speaking
I still don't know what to do

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Link