ooit

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, C, D, F
F: leerlingen werken zelfstandig 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: alleen het begrip ‘contaminatie’ en ‘lange zinnen’. 
Verhalen - Plot: hst 8
Verhalen - Vertelperspectief: hst 9
Verhalen - Thema en motief:  hst 10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, (E), F
F: leerlingen werken zelfstandig 
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15: 
alleen de begrippen spot, parodie, satire, persiflage, ironie, sarcasme, cynisme
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 18: alleen de begrippen: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio.  
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
Planning periode 2 + begrippen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, C, D, F
F: leerlingen werken zelfstandig 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: alleen het begrip ‘contaminatie’ en ‘lange zinnen’. 
Verhalen - Plot: hst 8
Verhalen - Vertelperspectief: hst 9
Verhalen - Thema en motief:  hst 10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, (E), F
F: leerlingen werken zelfstandig 
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15: 
alleen de begrippen spot, parodie, satire, persiflage, ironie, sarcasme, cynisme
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 18: alleen de begrippen: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio.  
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
Planning periode 2 + begrippen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Is een autobiografische roman non-fictie (de werkelijkheid)? Leg uit. 

Schrijf het antwoord in je schrift.
timer
2:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Is een autobiografische roman non-fictie (de werkelijkheid)? 

Antwoord: 
Als de schrijver alles opschrijft zoals het heeft plaatsgevonden, dan is de autobiografische roman non-fictie.

Maar ...
  • Heeft de schrijver wel alles opgeschreven zoals het heeft plaatsgevonden?
  • Heeft de schrijver bepaalde gebeurtenissen spannender gemaakt dan ze waren?
  • Is de schrijver altijd objectief gebleven of ook soms subjectief.  Het zijn immers de ervaringen van de schrijver en gevoelens maken die vast niet altijd objectief.
  • Is het verhaal controleerbaar?
  • Heeft er ook maar één ding niet exact zo plaatsgevonden zoals het opgeschreven is, dan is het fictie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vandaag januari: 
  • Numo: al gedaan

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen les
  1. Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen schrijven. 
  2. Je kunt nevenschikking en onderschikking gebruiken. 
  3. Je kent de volgorde van zinsdelen. 
  4. Je kunt passief en actief schrijven. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Theorie
► Enkelvoudige zinnen: kort en helder
► Samengestelde zinnen: langer en moeilijker

Deze moet je kennen, maak dus aantekeningen!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige zinnen: 
Hans loopt naar de supermarkt. In de supermarkt pakt hij een zak chips. Hij wil naar de kassa lopen. Dan ziet hij een aanbieding. Hij koopt twee zakken chips voor de prijs van één.

  • Korte en duidelijke zinnen
  • Wel alleen een saaie beschrijving
Samengestelde zinnen: 
Hans loopt naar de supermarkt om een zak chips te kopen. Hij wil al naar de kassa lopen, maar ziet dan een aanbieding. Hij koopt twee zakken chips voor de prijs van één.

  • Samengesteld: langer en moeilijker
  • Afwisseling = aantrekkelijk om te lezen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Troonrede
Wat is dat? 

  • Troonrede is de toespraak die Koning Willem-Alexander houdt op Prinsjesdag (de derde dinsdag in september). 
  • In die troonrede staan de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek pg 82
Maak opdracht 1 en 2. 
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Daarna bespreken

timer
10:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
  • a Eigen antwoord moet een toelichting bevatten.
  • b Met jip-en-janneketaal wordt taal bedoeld die eenvoudig te begrijpen is.
  • c Bijvoorbeeld: Mensen die de troonrede eerst te moeilijk of saai vonden, zouden eenvoudiger taalgebruik waarschijnlijk waarderen. Mensen die vinden dat formeel taalgebruik bij de troonrede hoort, zouden een eenvoudige versie juist niet waarderen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
  • a De kritiek van de tekenaar is dat de koning de troonrede monotoon, saai (en misschien zelfs afstandelijk) voorleest.
  • b Eigen antwoord. Zorg dat je bij je antwoord ingaat op de stijl en op de inhoud van de AI-tekst.
  • c Eigen antwoord. Zorg dat je je antwoord toelicht.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
Spot: 
Ironie, sarcasme, cynisme

Aantrekkelijk schrijven:
enkelvoudige en samengestelde zinnen 

Slide 13 - Slide

Huiswerk: 
H5A: opdracht 6
H4C: opdracht 5