ooit

paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag
Eva liep door de stad, haar gedachten waren een chaos. "Waarom moet het altijd zo moeilijk zijn?" vroeg ze zich af. Het leek wel alsof haar zorgen zich opstapelden, elke stap voelde als een eeuwigheid. "Hoe meer ik denk, hoe minder ik weet," dacht ze.
Ze keek naar de huizen. "Dit is de enige zekerheid die ik heb: verandering," mompelde ze tegen zichzelf. Actie, uitstel, herhaling, dat moet ik doen. Ze kwam haar vriend Tom tegen.
"Eva, ik heb je al duizend keer gezegd dat je naar je hart moet luisteren!" riep hij vrolijk. "Waarom stel je altijd alles uit?" Eva zuchtte. Ze wist dat hij gelijk had. "Je kunt alles, echt alles" zei Tom. "Dromen, hopen, doen."

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag

"Eva, ik heb je al duizend keer gezegd (hyperbool)dat je naar je hart moet luisteren!" riep hij vrolijk. 
"Waarom stel je altijd alles uit?" (retorische vraag) Eva zuchtte. Ze wist dat hij gelijk had. "Je kunt alles, echt alles" (repetitio) zei Tom. "Dromen, hopen, doen." (tricolon/drieslag)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag

Eva liep door de stad, haar gedachten waren een chaos. "Waarom moet het altijd zo moeilijk zijn?"(retorische. vraag) vroeg ze zich af. Het leek wel alsof haar zorgen zich opstapelden, elke stap voelde als een eeuwigheid. (hyperbool) "Hoe meer ik denk, hoe minder ik weet," (paradox) dacht ze.
Ze keek naar de huizen. "Dit is de enige zekerheid die ik heb: verandering," (paradox) mompelde ze tegen zichzelf. Actie, uitstel, herhaling, (tricolon/drieslag) dat moet ik doen. Ze kwam haar vriend Tom tegen.


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

plot, tijd en ruimte
terugblik, vooruitblik, thema, motief, hamvraag

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Terugblik (flashback)
  • Je denkt terug aan iets uit het verleden. 
  • Voorbeeld: Een persoon rijdt met de auto over een dijk. Ze denkt terug aan het verkeersongeluk dat ze meegemaakt heeft. 

Vooruitblik (flashforward)
  • Je denkt aan iets in de toekomst.
  • Voorbeeld: Een relatie loopt tijdelijk spaak en de partners wonen apart. Nu kan er een flashforward plaatsvinden naar een situatie in de toekomst waarin de partners nog steeds apart wonen, maar ze voelen dat er iets mist. Er staat iets te gebeuren: ze komen weer bij elkaar.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Begrippen
  • thema
  • motief
  • hamvraag

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, C, D, F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: contaminatie, lange zinnen.
Verhalen - hst 8-10: Plot en andere literaire begrippen 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Taalgebruik- hst 18: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag
Leestekst
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Planning periode 2 - havo >> in toets

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

2C: contamniatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Leg uit wat de contaminatie is.
Je moet geen knollen met citroenen vergelijken.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Je moet geen knollen met citroenen vergelijken.
  • appels met peren vergelijken = twee verschillende dingen kun je niet met elkaar vergelijken
  • zich geen knollen voor citroenen laten verkopen = iets heeft weinig waarde

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leg uit wat de contaminatie is.
Het is een kwestie van afwachten

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Het is een kwestie van afwachten
  • Het is een kwestie van tijd
  • Het is afwachten

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, C, D, F
F: leerlingen werken zelfstandig 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: alleen het begrip ‘contaminatie’ en ‘lange zinnen’. 
Verhalen - Plot: hst 8
Verhalen - Vertelperspectief: hst 9
Verhalen - Thema en motief:  hst 10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, (E), F
F: leerlingen werken zelfstandig 
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15: 
alleen de begrippen spot, parodie, satire, persiflage, ironie, sarcasme, cynisme
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 18: alleen de begrippen: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio.  
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9
Planning periode 2 + begrippen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Is een autobiografische roman non-fictie (de werkelijkheid)? Leg uit. 

Schrijf het antwoord in je schrift.
timer
2:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Communiceren doe je samen 2
Vraag: 
Is een autobiografische roman non-fictie (de werkelijkheid)? 

Antwoord: 
Als de schrijver alles opschrijft zoals het heeft plaatsgevonden, dan is de autobiografische roman non-fictie.

Maar ...
  • Heeft de schrijver wel alles opgeschreven zoals het heeft plaatsgevonden?
  • Heeft de schrijver bepaalde gebeurtenissen spannender gemaakt dan ze waren?
  • Is de schrijver altijd objectief gebleven of ook soms subjectief.  Het zijn immers de ervaringen van de schrijver en gevoelens maken die vast niet altijd objectief.
  • Is het verhaal controleerbaar?
  • Heeft er ook maar één ding niet exact zo plaatsgevonden zoals het opgeschreven is, dan is het fictie

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek
Welkom havo 3
timer
10:00
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
Starten met 10 minuten NUMO

Inlog vergeten?
gebruikersnaam: leerlingnummer: 123456
wachtwoord: j123456

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vandaag januari: 
  • Numo: al gedaan

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

1. Paradox
Een zogenaamde tegenstelling.





Voorbeeld: 

Schrijven is de kunst van het weglaten. 
schrijven = niet weglaten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen les
  1. Je kunt enkelvoudige en samengestelde zinnen schrijven. 
  2. Je kunt nevenschikking en onderschikking gebruiken. 
  3. Je kent de volgorde van zinsdelen. 
  4. Je kunt passief en actief schrijven. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Theorie
► Enkelvoudige zinnen: kort en helder
► Samengestelde zinnen: langer en moeilijker

Deze moet je kennen, maak dus aantekeningen!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige zinnen: 
Hans loopt naar de supermarkt. In de supermarkt pakt hij een zak chips. Hij wil naar de kassa lopen. Dan ziet hij een aanbieding. Hij koopt twee zakken chips voor de prijs van één.

  • Korte en duidelijke zinnen
  • Wel alleen een saaie beschrijving
Samengestelde zinnen: 
Hans loopt naar de supermarkt om een zak chips te kopen. Hij wil al naar de kassa lopen, maar ziet dan een aanbieding. Hij koopt twee zakken chips voor de prijs van één.

  • Samengesteld: langer en moeilijker
  • Afwisseling = aantrekkelijk om te lezen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Troonrede
Wat is dat? 

  • Troonrede is de toespraak die Koning Willem-Alexander houdt op Prinsjesdag (de derde dinsdag in september). 
  • In die troonrede staan de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Oefenboek pg 82
Maak opdracht 1 en 2. 
Schrijf de antwoorden in je schrift. 
Daarna bespreken

timer
10:00

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1
  • a Eigen antwoord moet een toelichting bevatten.
  • b Met jip-en-janneketaal wordt taal bedoeld die eenvoudig te begrijpen is.
  • c Bijvoorbeeld: Mensen die de troonrede eerst te moeilijk of saai vonden, zouden eenvoudiger taalgebruik waarschijnlijk waarderen. Mensen die vinden dat formeel taalgebruik bij de troonrede hoort, zouden een eenvoudige versie juist niet waarderen.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 2
  • a De kritiek van de tekenaar is dat de koning de troonrede monotoon, saai (en misschien zelfs afstandelijk) voorleest.
  • b Eigen antwoord. Zorg dat je bij je antwoord ingaat op de stijl en op de inhoud van de AI-tekst.
  • c Eigen antwoord. Zorg dat je je antwoord toelicht.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
Spot: 
Ironie, sarcasme, cynisme

Aantrekkelijk schrijven:
enkelvoudige en samengestelde zinnen 

Slide 27 - Slide

Huiswerk: 
H5A: opdracht 6
H4C: opdracht 5
Les 44: leestekens en hoofdletters
havo 1

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Kort deze zin in:
In les 44 leer je alle spellingsregels en interpunctieregels.

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Kort deze zin in:
In les 44 leer je alle spellingsregels en interpunctieregels.

Antwoord: 
  • In les 44 leer je alle spellings- en interpunctieregels.


Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Verbeter de zin:
s avonds in de schemering komt op de veluwe de rugstreeppad tevoorschijn

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

s avonds in de schemering komt op de veluwe de rugstreeppad tevoorschijn
Antwoord: 
  • 's Avonds in de schemering komt op de Veluwe de rugstreeppad tevoorschijn.

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Verbeter de zin:
op de markt zie je allerlei vergeten groentes zoals pastinaken en aardperen

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

op de markt zie je allerlei vergeten groentes zoals pastinaken en aardperen
Antwoord: 
  • Op de markt zie je allerlei vergeten groentes: zoals pastinaken en aardperen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Verbeter de zin:
heb jij ook zon zin om te gaan zwemmen vroeg jelles broertje

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

heb jij ook zon zin om te gaan zwemmen vroeg jelles broertje
Antwoord: 

  • "Heb jij ook zo'n zin om te gaan zwemmen?" vroeg Jelles broertje.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions