Paragraaf 1-2 en paragraaf 3

paragraaf 1 en paragraaf 2
1 / 19
next
Slide 1: Slide
naMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

paragraaf 1 en paragraaf 2

Slide 1 - Slide

grondstoffen
In de natuur kunnen wij stoffen vinden die we kunnen gebruiken om spullen te maken. De stoffen die we vinden in de natuur noemen we grondstoffen.

Slide 2 - Slide

van grondstoffen maken we producten dit noemen we het productieproces

Slide 3 - Slide

productieproces stap 1: grondstoffen winnen
bij het productieproces moet eerst de grondstof verzameld worden of vinden.

Dit noemen we de grondstof winnen.

Slide 4 - Slide

productieproces stap 2: grondstoffen zuiveren
de gewonnen grondstoffen hebben mogelijk ook andere stoffen bijzig. 

in fabrieken worden deze stoffen gezuiverd en ontstaan er zuivere andere stoffen dit noemen we halffabricaat.


Slide 5 - Slide

productieproces stap 3: halffabricaat verwerken tot eindproduct
in andere fabrieken worden de halffabricaten vaak weer verwerkt tot een eindproduct.

grondstof: bauxiet
halffabricaat: aluminium
eindproduct : pan

Slide 6 - Slide

ruwijzer
ijzer wordt gemaakt uit ijzererts.

ijzererts (grondstof) wordt uit de grond  gewonnen en wordt naar hoogovens gebracht.

in de hoogovens wordt het halffabricaat gemaakt namelijk ruwijzer.

De hoogovens hebben een hoge tempratuur namelijk 1300 graden. De ijzererts worden samen met kalk en cokes (koolstof) in de hoogoven verbrand. 

Bij de verbranding vind er een chemische reactie plaats.

Slide 7 - Slide

staal
in ruwijzer zit van 4 tot 5 % koolstof naast het ijzer. Dit zorgt ervoor dat het nog niet stevig is. 

door het ruwijzer in een staaloven te doen vindt er een chemische reactie plaats tussen de koolstof en de zuurstof. Het koolstof gehalte kan dan wel 2 % worden.

vanaf nu noemen we het ook staal.
om het staal te vervoeren maken ze blikstaal (dunne stalen platen)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

luchtvervuiling

sommige stoffen die vrij komen in de verbrandingsgassen zijn schadelijk voor het milieu.

als teveel van deze stoffen in de lucht komen noemen we dit luchtvervuiling.  Denk bijvoorbeeld aan zwaveldioxide en stikstofoxiden.

Slide 10 - Slide

verbranding
in olie, aardgas en steenkool zit zwavel. 

Bij verbranding verbindt zwavel met zuurstof hierdoor ontstaat zwaveldioxide (SO2)
stikstof verbindt zich met zuurstof en er ontstaat stikstofoxiden.


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

paragraaf 3 stoffen herkennen

Slide 13 - Slide

eigenschappen van stoffen.
kleur, geur en smaak zijn stofeigenschappen. 

proeven en ruiken aan een onbekende stof is gevaarlijk. Je kan stoffen wel op andere manieren herken

Slide 14 - Slide

kleur
metalen hebben verschillende kleuren.
Een nieuw metaal heeft vaak een mooie glans waarbij oude vaak dof zijn. 

als metaal aangetast wordt door zuurstof dan roest het. We noemen dit oxideren

Slide 15 - Slide

dichtheid
een stofeigenschap kan ook dichtheid zijn. 

dichtheid zegt iets over de massa van 1 cm3 van een stof.

cm3 is volume dit kan je bereken door 
lengte x breedte x hoogte te doen.

Het je een vloeistof? kan je dm omreken.

Slide 16 - Slide

smeltpunt en stolpunt
het smeltpunt is de tempratuur waarbij een vaste stof vloeibaar wordt. 

Elke stof heeft zijn eigen smeltpunt. 

in de grafiek hiernaast zie je het smeltpunt van zilver. Bij 961 graden smelt ijzer. de tempratuur blijft dan tijdelijk hetzelfde terwijl hij smelt. 

Is hij gesmolten kan de tempratuur weer stijgen

onder de 961 graden wordt ijzer vast dit noemen we het stolpunt

Slide 17 - Slide

kookpunt

het kookpunt zegt iets over wanneer de stof gaat koken. 

vloeibaar gaat dan over in gas

Slide 18 - Slide

opdrachten maken 


maak van hoofdstuk 7 stoffen en materialen paragraaf 1 t/m 3
(BLZ 122 tot en met 150)

einde van les 2 moet paragraaf 1 en 2 af zijn 3 is huiswerk.

Slide 19 - Slide