This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Deskundigheid en organisatie
les 1 kennismaken met het vak
Slide 1 - Slide
Planning
Doel van de les
Planning voor deze periode doornemen
Vragen?
Vooruitblik
Slide 2 - Slide
Doel van de les
De student - weet wat deze periode bij dit vak van hem verwacht wordt
De student- weet in hoeverre hij de theorie beheerst
Slide 3 - Slide
Planning van dit vak doornemen
Slide 4 - Slide
Vragen/onduidelijkheden?
Slide 5 - Open question
Het primair onderwijs bestaat uit het regulier- en speciaal basisonderwijs
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Vanaf 5 jaar gaan de meeste kinderen naar het regulier basisonderwijs
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Wat is speciaal onderwijs?
A
Dit is bedoeld voor kinderen die door een beperking geremd worden in hun gewone functioneren
B
Dit is onderwijs dat uitgaat van een bepaalde levensovertuiging of onderwijsvisie
Slide 8 - Quiz
Wat is voor- en vroegschoolse educatie?
A
Dit richt zich op kinderen van 2,5 tot en met 5 jaar die anders een onderwijsachterstand dreigen op te lopen
B
Dit is voor mensen van 18 jaar en ouder die moeite hebben om de Nederlandse taal en het rekenen te beheersen
Slide 9 - Quiz
Het speciaal onderwijs is verdeeld over vier clusters. Welke cluster hoort er niet bij?
A
Dove en slechthorende
B
Motorische problemen
Slide 10 - Quiz
Wat is de gemiddelde leeftijd waarop kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan?
A
11 jaar
B
12 jaar
C
13 jaar
Slide 11 - Quiz
Hoelang duurt het vmbo?
A
3 jaar
B
4 jaar
C
5 jaar
Slide 12 - Quiz
Hoelang duurt de havo?
A
3 jaar
B
4 jaar
C
5 jaar
Slide 13 - Quiz
Hoelang duurt het vwo?
A
4 jaar
B
5 jaar
C
6 jaar
Slide 14 - Quiz
Wat is bbl?
A
het grootste deel van de opleiding ben je op school te vinden bent.
B
een combinatie van werken en leren, waarbij je in dienst bent van een erkend leerbedrijf.
Slide 15 - Quiz
Wat is bol?
A
het grootste deel van de opleiding ben je op school te vinden bent.
B
een combinatie van werken en leren, waarbij je in dienst bent van een erkend leerbedrijf.
Slide 16 - Quiz
1900: eerste leerplicht wet. Welke beschrijving hoort hierbij?
A
Kinderen van 6 tot 12 jaar werden verplicht tot het volgen van onderwijs
B
Kinderen van 5 tot 16 jaar werden verplicht tot het volgen van onderwijs
Slide 17 - Quiz
Wat is bijzonder onderwijs?
A
Dit is bedoeld voor kinderen die door een beperking geremd worden in hun gewone functioneren
B
Dit is onderwijs dat uitgaat van een bepaalde levensovertuiging of onderwijsvisie
Slide 18 - Quiz
Kinderwetje van Van Houten. Welke beschrijving hoort hierbij?
A
Kinderen tot 10 jaar mochten niet meer in fabrieken werken
B
Kinderen tot 12 jaar mochten niet meer in fabrieken werken
Slide 19 - Quiz
In welk jaar werd het kinderwetje van Van Houten ingevoerd?
A
1874
B
1873
C
1900
Slide 20 - Quiz
Vanaf het moment dat kinderen vier jaar zijn, moeten zij naar school
A
Waar
B
Niet waar
Slide 21 - Quiz
Wat is volwasseneducatie?
A
Dit is voor mensen vanaf 18 jaar die door willen leren
B
Dit is voor mensen van 18 jaar en ouder die moeite hebben om de Nederlandse taal en het rekenen te beheersen
Slide 22 - Quiz
Hoeveel jaar later kwam er na het kinderwetje van Van Houten de eerste leerplichtwet?
A
24 jaar
B
26 jaar
C
28 jaar
Slide 23 - Quiz
In welk jaar kwam de eerste leerplicht wet?
A
1900
B
1902
C
1800
Slide 24 - Quiz
Welke leerplichtwet geldt nu voor jullie? Wat houdt deze wet in?
A
Ik ben leerplichtig tot ik achttien ben
B
Ik ben leerplichtig, wanneer ik na mijn zestiende nog geen startkwalificatie heb, tot mijn achttiende
Slide 25 - Quiz
Wat is een startkwalificatie?
A
Dat is minstens mbo 1, havo of vwo
B
Dat is minstens mbo 2, havo of vwo
Slide 26 - Quiz
Naar welke cluster school ga je als je doof of slechthorend bent?
A
Cluster 1
B
Cluster 2
Slide 27 - Quiz
Rara wie ben ik? - Extra uitleg en hulp aan kinderen die leermoeilijkheden (rekenen, Nederlands etc) hebben of bijvoorbeeld faalangst hebben. - Schrijft handelingsplannen
A
procesondersteuner
B
intern begeleider
C
remideal teacher
Slide 28 - Quiz
Welke beschrijving past bij praktijkonderwijs?
A
Dit is onderwijs voor volwassenen die na hun 18e de Nederlandse taal nog niet goed beheersen
B
Dit is bedoeld voor leerlingen voor wie het vmbo te hoog gegrepen is.