Taalbeschouwing LLO

1 / 53
next
Slide 1: Slide
NederlandsHoger onderwijs

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

"First things first."

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woord- en zinsleer
  • Voor deze les
  • Tijdens deze les
  • Na deze les
Joepie?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Doelen

Slide 8 - Slide

Niet het meest boeiende onderwerp. Toch is het nuttig. 
  • in de les vandaag
  • om les te geven 
  • voor de leerlingen
Wat wil je bereiken met woord- en zinsleer? 
  • in deze les 
  • voor jouw eigen lessen op stage / later 

https://padlet.com/jessicadevis1/
wpiih81n47jaleiy

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Nog vragen na deze les? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag examen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe werkt het systeem van andere talen?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

Mindmap, overzicht 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Er zijn veel woordsoorten. Hoe houden jullie het overzichtelijk?



Doel:
  • vlot studeren
  • vlot oefeningen maken
  • vlot uitleggen aan leerlingen 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

"Benoem elk woord zo gedetailleerd mogelijk."

3 woordsoorten met subcategorieën:
  • de lidwoorden
  • de werkwoorden
  • de voornaamwoorden
           

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Oefening
1. Maak een schema van de subcategorieën van het voornaamwoord

2. Zoek wat voor jou het beste werkt: 
  • Welk soort schema: een mindmap, een lijst, ...? 
  • Beginnen met een voorbeeld of met de theoretische naam? 
  • Extra informatie toevoegen? 

3. Klaar? Vergelijk jouw schema met dat van een medestudent.






timer
5:00000

Slide 20 - Slide

Per 2

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Feedback
Vergelijk jouw schema met dat van een medestudent.






Coronaproef? 
  • Maak een foto. 
  • Stuur je foto door naar je medestudent: Whatapp, Padlet, ...
  • Noteer je feedback. 
  • Stuur je feedback terug.

Slide 22 - Slide

Per 2
Snel klaar?
Spreek dan met je partner over woordsoorten in andere talen die je kent:
  • Hebben die talen lidwoorden? Welke? 
  • Vervoegen die talen werkwoorden zoals in het Nederlands? Zo nee, wat is er anders? 
  • Gebruiken die talen voorzetsels? 
  • ... 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Je kan dezelfde werkwijze gebruiken bij zinsleer.

Doel:
  • vlot studeren
  • vlot oefeningen maken
  • vlot kunnen uitleggen aan leerlingen 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Gaat het nog?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

< geef
Voorbeeldvraag examen

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Nevenschikkend & onderschikkend

  • schikken = op zijn plaats zetten
  • neven = naast

Slide 29 - Slide

Geef hier denktijd + tijd om te noteren
nevenschikkend
onderschikkend

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Er zit een steentje in mijn schoen, maar ik ben er al gewend aan.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin: nevenschikkend
C
Samengestelde zin: onderschikkend

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Daardoor voel ik dat ik besta.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin: nevenschikkend
C
Samengestelde zin: onderschikkend

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Ik woon al heel mijn leven in een droomkasteel, gewoon omdat ik de kamer met je deel, en 't zijn er veel.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin: nevenschikkend
C
Samengestelde zin: onderschikkend

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Voorbeeldvraag examen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldvraag examen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Doel(en) bereikt?

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Welke vragen heb je nog?

Slide 39 - Mind map

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

voorzetselvoorwerp
bijwoordelijke bepaling
Niemand ziet het, maar ik voel het in mijn ziel.
Hoeveel het pijn doet, hangt af van je kijk op de dingen.
Je weet wat ze zeggen over toeval en het lot.

Slide 41 - Drag question

extra
Het hangt af je kijk op
de dingen. 
Ik voel het in mijn ziel.

Slide 42 - Slide

extra
Daardoor voel ik dat ik besta.
A
Onderwerpzin
B
Lijdendvoorwerpzin
C
Meewerkend-voorwerpzin

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Ik woon al heel mijn leven in een droomkasteel, omdat ik de kamer met je deel.
A
lijdendvoorwerpzin
B
bijvoeglijke bijzin
C
bijwoordelijke bijzin

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Lijdendvoorwerpzin
Bijvoeglijke bijzin
Ik voel het steentje dat in mijn schoen zit. 
Ik voel dat er een steentje in mijn schoen zit.

Slide 46 - Drag question

This item has no instructions

Ik voel dat er een steentje in mijn
schoen zit.
Ik voel het steentje dat in mijn schoen zit.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Er zit een mug op de muur.

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Dat is weer typisch.
  • Wat is het werkwoordelijke deel? 
  • Wat is het naamwoordelijke deel?

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Ik moet morgen vroeg opstaan.
  • Wat is de pv?
  • pv + werkwoordelijke aanvulling /
    pv + naamwoordelijke aanvulling?

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Er zit een steentje in mijn schoen, maar ik ben er al gewend aan.


  1. Enkelvoudige zin
  2. Samengestelde zin: nevenschikkend
  3. Samengestelde zin: onderschikkend 

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Daardoor voel ik dat ik besta.


  1. Enkelvoudige zin
  2. Samengestelde zin: nevenschikkend
  3. Samengestelde zin: onderschikkend 

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

Ik woon al heel mijn leven in een droomkasteel, gewoon omdat ik de kamer met je deel. 



  1. Enkelvoudige zin
  2. Samengestelde zin: nevenschikkend
  3. Samengestelde zin: onderschikkend 

Slide 53 - Slide

This item has no instructions