2kader ExtraLezen

Begrijpend Lezen 'extra'
Welkom 2k5 
1 / 45
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Begrijpend Lezen 'extra'
Welkom 2k5 

Slide 1 - Slide

Begrijpend Lezen 'extra'
Lees tekst 1 en 2 zelfstandig

Slide 2 - Slide

Welke tekstdoelen kan een schrijver hebben?

Slide 3 - Open question

Aan de slag




Maak dan opdracht 1.....
Lees 
tekst 3 en 4 
nu ook

Slide 4 - Slide

Opbouw van een tekst

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Video

Aan de slag
Maak opdracht 2 en 3 

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 2 en 3 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Vandaag Begrijpend Lezen
Moeilijke woorden
Samenvatten: Hoofd- en bijzaken

Vandaag:
-nabespreken vorige week
-een paar vragen online
-aantekeningen maken
-leestaak nabespreken v.a. 20

laptop
pen/etui
schrift

Slide 11 - Slide

Welk tekstdoel heb jij als schrijver, wanneer je een betoog schrijft?
A
amuseren
B
activeren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 12 - Quiz

Lesstof 3.3/3.4 Een betoog. Wat vermeldt de:
Inleiding: ?
Kern: ?
Slot: ?

Slide 13 - Open question

Welke signaalwoorden gebruik je om een reden aan te geven? (argument)
A
eerst, daarna, vervolgens, tot slot
B
dus, kortom, dan ook
C
maar, echter, daarentegen, toch
D
want, omdat, daarom, vanwege, namelijk

Slide 14 - Quiz

Welk deel van deze zin is het argument?:
Ik vind het niet verstandig om schooluniformen in te voeren, het levert immers meer nadelen dan voordelen op.

Slide 15 - Open question

Welke signaalwoorden gebruik je in je conclusie?
A
eerst, daarna, vervolgens, tot slot
B
dus, kortom, dan ook
C
maar, echter, daarentegen, toch
D
want, omdat, daarom, vanwege, namelijk

Slide 16 - Quiz

Verwijswoorden: wanneer gebruik je 'die' en wanneer 'dat'?
A
-die en dat kun je door elkaar gebruiken
B
-die verwijst naar de-woord -dat verwijst naar woorden met het lidwoord 'een'
C
-die verwijst naar meervoud -dat verwijst naar enkelvoud
D
-die verwijst naar de-woord -dat verwijst naar het-woord

Slide 17 - Quiz

Noem minstens 3 signaalwoorden van reden:

Slide 18 - Open question

Noem 3 signaalwoorden die een conclusie aangeven:

Slide 19 - Open question

Begrijpend Lezen 'extra'
Welkom 2k5 

Slide 20 - Slide

Signaalwoorden 
timer
1:00

Slide 21 - Slide

Wat kun je doen als voorbereiding SO 3.3?
-Leestaak v.a. opdracht 20
-openstaande opdrachten
-test jezelf
-versterk jezelf: signaalwoorden

Slide 22 - Slide

1.3 aantekeningen Leesmanieren

1. Verkennend =      'scannen', ontdekken waar de tekst over gaat.
2.Nauwkeurig lezen =        hele tekst lezen om hem te begrijpen.
3.Zoekend lezen =               je zoekt het antwoord op een vraag.
4. Studerend lezen =     tekst lezen om informatie te onthouden.                                                                                             (bijv. voor een toets)

Slide 23 - Slide

1.3 aantekeningen Onderwerp
Onderwerp:
Stel de vraag: Waar gaat deze tekst over? 
Dit doe je door verkennend te lezen (scannen dus).

Deelonderwerp:
Waar een deel van de tekst (alinea) over gaat. 
Voorbeeld:
Welke stagebedrijven beschikbaar
voorbeeld: 
Stage voor vmbo-leerlingen.

Slide 24 - Slide

Begrijpend Lezen 'extra'
Welkom op 2k5 
30 maart:
-oefenen tekstverbanden
-Numo 'Lezen'

Slide 25 - Slide

Aantekeningen Signaalwoorden
tekstverband
signaalwoorden
opsomming
als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot
tijdsvolgorde
voordat, terwijl, tijdens, alvast, later
tegenstelling
maar, daarentegen, toch, echter, integendeel
voorbeeld
bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie, ..een voorbeeld hiervan is...
reden
want, omdat, daarom, vanwege, namelijk, immers
Conclusie
dus, kortom, dan ook 

Slide 26 - Slide

a. Noteer de signaalwoorden die een opsomming aangeven.
b. Wat wordt er opgesomd?
c. Uit welke delen bestaat deze opsomming; noteer ze.
Als International heb je nogal wat verplichtingen. 
De voetballers van het Nederlands elftal trainen op Papendal voor het WK. Ook hebben ze nog een kwalificatiewedstrijd te spelen tegen Lapland. Bovendien voetballen alle spelers met hun eigen team in de competitie. 

Slide 27 - Slide

Antwoorden
a. Ook, bovendien
b. De verplichtingen van de spelers van het Nederlands elftal. 
c. -trainen voor het WK op Papendal
    -kwalificatiewedstrijd tegen Lapland
    -voetballen met hun eigen team in de competitie.

Slide 28 - Slide

Werkblad tekstverbanden
1. Oefening signaalwoorden en tekstverbanden
2. Gatentekst signaalwoorden

Klaar? Numo openen en vervolg 'Lezen'
timer
1:00

Slide 29 - Slide

Antwoorden tekstverbanden
1. Oefening signaalwoorden en tekstverbanden
2. Gatentekst signaalwoorden


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Lezen aantekeningen Kernzin
daarna: uitleg of voorbeelden
In de kernzin staat de belangrijkste informatie van de alinea
Het is vaak de eerste zin, maar soms de tweede of laatste

Slide 32 - Slide

Lezen Aan de slag 
Maak de opdrachten bij tekst 1 en 2 
timer
1:00

Slide 33 - Slide

Lezen aantekeningen Titel(s)
Titel en tussenkopje:

De titel vertelt al iets over het onderwerp van de tekst.

Tussenkopjes vertellen waar een alinea overgaat,
zodat je iets te weten komt over een deel van het onderwerp

Slide 34 - Slide

Lezen aantekeningen Onderwerp
Onderwerp:
Stel de vraag: Waar gaat deze tekst over? 
Dit doe je door verkennend te lezen (scannen dus).

Deelonderwerp:
Waar een deel van de tekst (alinea) over gaat. 
Voorbeeld:
Welke stagebedrijven beschikbaar
voorbeeld: 
Stage voor vmbo-leerlingen.

Slide 35 - Slide

Begrijpend Lezen 
Aantekeningen erbij van de signaalwoorden
Welkom op 9 maart 

Slide 36 - Slide

Wat gaan we doen? 
0. Lees eerst de opdrachten 
1. Verkennend lezen
2. Maak opdracht 1-2-3 samen 
3. Klassikaal lezen t/m alinea 7 
4. Filmpje 
5. Deeltitel of tussenkopje alinea 8
6. Lezen rest van de tekst
7. Opdracht 4 t/m 8 
timer
1:00

Slide 37 - Slide

Verduidelijking 
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/buitenland/artikel/5292290/rusland-oekraine-oorlog-poetin-zelenski-aanval-scenario-plan-kiev

Slide 38 - Slide

aantekeningen
Tekstdoelen
  • -
  • -
  • -
  • -
Tekstsoorten
  • -
  • -
  • -
  • -
  • -
  • -

Slide 39 - Slide

4.3  Lezen lesdoelen 

1. Je herkent een tekstsoort = genre
1a: Je kent het verschil tussen tekstdoel en tekstsoort
2. Je leert over beeld en opmaak
3. Je leert over leespubliek

4. Je kunt de bedoeling van de schrijver herkennen
5. Je kunt de kernzin van een alinea vaststellen


Slide 40 - Slide

Vandaag Begrijpend Lezen
Onduidelijkheden ophelderen
Vragen beantwoorden 

-Nieuwsbegriptekst
-Tekst actief lezen
-Opdrachten maken
-Nabespreken

pen/etui
schrift

Slide 41 - Slide

Robot in ruïnestad

Slide 42 - Slide

Robothond bewaakt Pompeï
Inleiding
Wat doet de robothond in Pompeï? Noem twee dingen.
Pompeï
Waarom wordt Pompeï gezien als een historische plek?
Waarom tikte Unesco de Italiaanse overheid op de vingers?
Technologische hoogstandjes
Waarom is het handig om Spot te gebruiken in Pompeï?
Geef aan wat Spot allemaal kan? Let op de signaalwoorden.
Spot.
Waarvoor kan Spot gebruikt worden? Noem drie dingen.


Klassikaal met leesvragen

Slide 43 - Slide

Opdrachten maken
-Wat is jouw mening over het gebruik van Robots?
   Schrijf een stukje van minimaal 5 regels (blz. 1)
   Let op leestekens, hoofdletters en goedlopende zinnen.

-Maak opdracht 1 t/m 5 

-Nabespreken
Bij mevr. Hooi:
Tess, Vera,
Salman, Kimi,
Michelle en Ynke

Slide 44 - Slide

Volgende week
Schrijfopdracht n.a.v. deze tekst.

Lever je stukje tekst bij me in 
en ook de tekst (ik bewaar ze voor volgende week)

Slide 45 - Slide