Hoofdstuk 2 toets_1E

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

-tijd : 25 min

-maak de toets op een laptop, pc of tablet

- werk dicht in de buurt van wifi/router

- microfoons worden gedempt

- evt vragen in de chat als iets onduidelijk is

- timer bij elke vraag

- ervaar je problemen, geen paniek, Lessonup rapportage

Welke fase wordt hier weergegeven ?

1. Gas
2. Vloeibaar
3. Vast
4. Daar heb je niet genoeg informatie voor

Wat doen de moleculen van een stof
wanneer de temperatuur stijgt?

1. moleculen koken
2. moleculen bewegen sneller
3. moleculen verdampen
4. moleculen trekken elkaar sterker aan

Wat wordt hier uitgebeeld ?

1. Adhesie
2. Kristalstructuur
3. Cohesie
4. Zuivere stof

stijgbuis

reservoir

schaalverdeling

Wat is het meetbereik van een koortsthermometer ?

1. 0 °C tot 100°C
2. -23 °C tot 125 °C
3. 35 °C tot 43 °C
4. 25 °C tot 50 °C

Het sneeuw op straat verdwijnt zonder dat er een plas water ontstaat.
Welke fase overgang is er geweest ?

1. Vervluchtigen
2. Rijpen
3. Verdampen
4. Smelten

Als ijs smelt, wat gebeurt er dan met de temperatuur ?

1. die stijgt langzaam
2. die daalt langzaam
3. die blijft constant
4. Ligt aan de buiten temperatuur

Waarom wordt het minder glad als je zout strooit ?

1. Het smeltpunt van ijs wordt verhoogd
2. Zout zorgt voor meer grip op de banden
3. zout wordt warm als het in contact komt met ijs
4. Het smeltpunt van ijs wordt verlaagd

Smelten

Stollen

Rijpen

Vervluchtigen

Verdampen

Condenseren

Het diagram is een .... .

1. smeltdiagram.
2. stoldiagram.
3. kookdiagram.
4. rijpdiagram.

Dit is een stolgrafiek van stearine.
Wat is het stolpunt van stearine ?

1. 90 °C
2. 70°C
3. 60°C
4. 76°C

Dit is een stolgrafiek van stearine.
In welke fase is het stearine in punt C ?

1. vloeibaar
2. vast
3. gasvormig
4. mengsel van vast en vloeibaar

Deze stof is een ...

1. Mengsel want het is een smeltpunt
2. Zuivere stof want het is een smeltpunt
3. Mengsel want het is een smelttraject
4. Zuivere stof want het is een smelttraject

Glycerol smelt bij 20 °C en kookt bij 290 °C.
Hoe noem je de overgang bij 20 °C wanneer de temperatuur daalt.

1. Rijpen
2. Stollen
3. Bevriezen
4. Smelten

Wat kun je zeggen over deze twee stoffen ?

1. Het zijn dezelfde stoffen want ze smelten tegelijk
2. Het zijn verschillende stoffen want ze stijgen niet even snel
3. Het zijn dezelfde stoffen want ze smelten even lang
4. Het zijn verschillende stoffen want ze hebben een ander smeltpunt

Deze stof heeft een ...

1. vriespunt.
2. kookpunt.
3. stolpunt.
4. stoltraject.

Wat is het smelttraject van deze stof ?

1. van 0°C tot 40°C
2. van 40°C tot 50°C
3. van 50°C tot 74°C
4. van 0°C tot 74°C

Om een vloeistof langzamer te laten verdampen moet je ?

1. Temperatuur verhogen want de deeltjes gaan dan sneller
2. Temperatuur verlagen want de deeltjes gaan dan sneller
3. Temperatuur verhogen want de deeltjes gaan dan langzamer
4. Temperatuur verlagen want de deeltjes gaan dan langzamer

Wat kun je zeggen over deze twee stoffen ?

1. blauw is minder van dezelfde stof
2. blauw is minder van een andere stof
3. blauw is meer van dezelfde stof
4. blauw is meer van een andere stof