14.1 Mens met mensen

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Week 6: Start GDL

1️⃣ Kennismaken  – Introductie docent/leerlingen

2️⃣ Uitleg GDL  – Belang en symbolen levensbeschouwingen

3️⃣ Start Hoofdstuk 14  – Paragraaf 14.1

Kennismaking

 Godsdienst/levensbeschouwing - havo 4

• Programma: hoofdstuk 14 + religies
  
• Aantekeningen symbolen levensbeschouwing 'nieuwe' leerlingen
  

 

Thema 14

RELATIES

Planning tot aan toetsweek 3:

Week 6 (3-7 feb) les 1 en 2 14.1

Week 7 (10-14 feb) les 3 en 4 14.2

Week 8 (17-21 feb) les 5 en 6 14.4

Week 9 voorjaarsvakantie

Week 10 (3-7 mrt) les 7 en 8 14.6

Week 11/12 SE 3 Toets H14 (donderdag)

Succescriteria 14.1

1. Je kunt het onderzoek van Harlow goed navertellen en de conclusies noemen

2. Je weet wat er in het scheppingsverhaal uit Genesis beschreven staat.

3. Je weet waar christenen hun basis van samenzijn vandaan halen uit het verhaal van Genesis.

4. Je weet de 4 vriendschappen van Aristoteles en kunt uitleggen wat het inhoudt.

5. Je kunt de ontwikkeling van kindervriendschappen noemen.

6. Je kent de mythe van Aristofanes.

Zou jij een jaar alleen kunnen leven op een onbewoond eiland?

Waarom wel/ waarom niet?

Lezen: Sociaal wezen

blz. 50

Eenzaamheid

Eenzaamheid is je niet verbonden voelen. Je ervaart een gemis aan een hechte, emotionele band met anderen. Of je hebt minder contact met andere mensen dan je wenst. Bij eenzaamheid horen kenmerken als negatieve gevoelens van leegte, verdriet, angst en zinloosheid en lichamelijke of psychische klachten.

Schokkende cijfers over eenzaamheid in Nederland:

• 46% van de volwassenen voelt  zich wel eens eenzaam.
  
• Volgens de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 voelt 29,4% van de jongeren zich soms tot altijd eenzaam in de afgelopen vier weken.

Samengevat: Eenzaamheid heeft invloed op je brein en lichaam

• Je voelt je sneller gestrest of angstig.
  
• Het kan leiden tot depressie of angstgevoelens en zelfs vroegtijdig overlijden.
  
• Slechtere slaap en een zwakker immuunsysteem.
  
• Je kunt je sociale vaardigheden verliezen en moeite hebben om nieuwe contacten te maken.
  

Bespreek in tweetallen en noteer in je schrift:

1. Wat zijn de opvallende resultaten van dit onderzoek van Harlow?
   
2. Lees bron 2 (blz. 51) Wat valt je op over de schepping van Adam en Eva in het scheppingsverhaal van de Bijbel?
3. Lees het stuk 'Vriendschap' op blz. 51/52 en noteer de 4 vriendschappen die Aristoteles benoemt en geef bij elk soort vriendschap een voorbeeld.

https:

Aristoteles

Griekse filosoof die leefde van 384 tot 322 v.Chr. 

• Dacht na over hoe mensen goed kunnen leven, en geloofde dat alles in balans moet zijn. 
• Zijn ideeën hebben veel invloed gehad op hoe we vandaag de dag denken.
  

Vormen van vriendschap volgens Aristoteles

1. Vriendelijke welwillendheid
   
2. Vriendschap voor het nut
3. Vriendschap voor plezier
4. Vriendschap om niet

Lezen: Ontwikkeling (blz. 53)

Maak opdracht. 11 t/m 14 in je schrift

Om vrienden te maken moet je investeren 

•  Je hebt 40 tot 60 uur nodig om een vreemde te veranderen in een goede kennis
• Je hebt 80 tot 100 uur nodig om goede vrienden te worden
•  Je hebt meer dan 200 uur om beste vrienden te worden.

Opdracht: De uitdaging van Vriendelijkheid 🌟

Doel: Deze week ga je bewust vriendelijk zijn voor anderen en ontdekken hoe kleine gebaren een positieve invloed kunnen hebben.

Stap 1: Probeer dagelijks tenminste één vriendelijk gebaar te maken, bijvoorbeeld:

Een compliment geven, iemand helpen met iets, een bemoedigend bericht sturen.

Stap 2: Reflecteer aan het einde van de week, denk na over de volgende vragen:

- Wat was het leukste wat je deed en waarom?

- Hoe reageerden anderen op je vriendelijkheid?

- Hoe voelde jij je nadat je iets aardigs had gedaan?

Check

1. Je kunt het onderzoek van Harlow goed navertellen en de conclusies noemen

2. Je weet wat er in het scheppingsverhaal uit Genesis beschreven staat.

3. Je weet waar christenen hun basis van samenzijn vandaan halen uit het verhaal van Genesis.

4. Je weet de 4 vriendschappen van Aristoteles en kunt uitleggen wat het inhoudt.

5. Je kunt de ontwikkeling van kindervriendschappen noemen.

6. Je kent de mythe van Aristofanes.

Aristofanes

Hij was een Griekse schrijver van komedies (ca. 446 – 386 v.Chr.) . Hij maakte grappige toneelstukken die spot dreven met politiek, beroemdheden en de samenleving.

Zijn humor en kritiek laten zien dat satire van alle tijden is!

Satire = De spot te drijven met mensen, politiek of de maatschappij door middel van humor, overdrijving en sarcasme.

Huiswerk + opdracht

•  Lezen blz. 54 en maken vragen 16 en 17 

• Opdracht: Probeer dagelijks tenminste één vriendelijk gebaar te maken.                                                                                                Reflecteer aan het einde van de week, denk na over de volgende vragen:

- Wat was het leukste wat je deed en waarom?

- Hoe reageerden anderen op je vriendelijkheid?

- Hoe voelde jij je nadat je iets aardigs had gedaan?

EINDE LES