Les 1: Arbo, kwaliteitszorg en milieu

Les 6 en 7 ARBO
LES 6: Feedback geven op kwaliteitsplan
Belangrijke wetten: IKK, WPO
Keurmerken
Herhalen PDCA
LES 7: Ergonomisch werken
Milieubewust werken
Procedures en protocollen





1 / 43
next
Slide 1: Slide
integratieve opdrachtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Les 6 en 7 ARBO
LES 6: Feedback geven op kwaliteitsplan
Belangrijke wetten: IKK, WPO
Keurmerken
Herhalen PDCA
LES 7: Ergonomisch werken
Milieubewust werken
Procedures en protocollen





Slide 1 - Slide

Wat heb je onthouden
van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Opfrissen:
Wat is het doel van de Arbowet?

Slide 3 - Open question

De Arbowet
De arbeidsomstandigheden wet (Arbowet)
Hierin staan regels over:
1. Gezondheid 
2. Welzijn
3. Veiligheid

Slide 4 - Slide

Noem van alle drie de regels, gezondheid, welzijn en veiligheid, een voorbeeld?

Slide 5 - Open question

Je struikelt bijna over een emmer die nog in de gang staat.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 6 - Quiz

Je werkt in een ruimte zonder licht
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid
D
Allemaal

Slide 7 - Quiz

Je hebt weinig plezier in je werk.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 8 - Quiz

Je hebt recht op pauze als je de hele dag werkt.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 9 - Quiz

Je voelt je niet op je gemak bij de nieuwe teamleider.
A
Gezondheid
B
Welzijn
C
Veiligheid

Slide 10 - Quiz

Wat is kwaliteitszorg?
Kwaliteitszorg is de naam voor alles wat een organisatie doet om ervoor te zorgen dat ze goede producten of diensten leveren.


Slide 11 - Slide

Kwaliteitszorgplan
Je hebt elkaars kwaliteitszorgplan gelezen.
  1. Noteer 3 goede punten uit dit plan.
  2. Noteer 3 aandachtspunten uit dit plan (met alle theorie in je achterhoofd).
  3. Je geeft in tweetallen professioneel feedback op het plan van de ander (bekijk eerst de volgende twee slides).
  4. Keer de rollen om.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Relevante wetten
Naast de Arbowet zijn er nog andere wetten die te maken hebben met de kwaliteit van de kinderopvang en onderwijs:
- IKK
- WPO

Slide 15 - Slide

Maak een placemat van je wet
Met in de vier vakken:
  • Wanneer is deze wet opgesteld?
  • Voor wie geldt deze wet?
  • Noem de belangrijkste punten uit de wet?
  • Hoe wordt op deze wet gecontroleerd?

Slide 16 - Slide

Behouden van kwaliteit
Doel = standaard hoog houden.
De klant (zorgvrager) krijgt een goed product/goede dienst.

NEN = Nederlandse norm = afspraken over producten, diensten en processen = geen wet, is niet verplicht.
Echter de NEN straalt vertrouwen uit naar de klant.
ISO= keurmerk = International Organisation for Standardization = voor de hele wereld.

Slide 17 - Slide

Keurmerk voor kwaliteit
Iedereen kan een keurmerk-organisatie beginnen.
Denk aan:
  • Groene kinderopvang
  • Rob Goossens Smaakpolitie
  • Thuiswinkelen waarborg
  • Fair trade

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

Zoek zelf 3 keurmerken op voor de kinderopvang/onderwijs.

Slide 21 - Open question

'Een keurmerk staat garant voor kwaliteit.'
Eens
Oneens
Dat hangt van het keurmerk af.

Slide 22 - Poll

Kwaliteit van zorg verbeteren door de PDCA-cyclus  toe te passen

Slide 23 - Slide

PDCA - Cyclus
Plan = een plan met de resultaten die je wilt bereiken.

Do = Voer het plan uit.

Check = Controleer je plan. Heb je de doelen behaald?

Act = Pas je plan aan door je doel(en) of verbeteringen aan te passen

Slide 24 - Slide

Je hebt in je werk gemerkt dat de volgorde van bepaalde taken niet zo erg handig is. samen met je leidinggevende heb je bedacht hoe het anders kan. Je gaat deze verbetering nu uitvoeren. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu?
A
Plan
B
Do
C
Check
D
Act

Slide 25 - Quiz

Jij en je collega's komen elke keer tijd tekort voor een bepaalde taak. Je leidinggevende heeft daarom de roosters aangepast. Je hebt nu een uur langer de tijd voor de taak. Aan het eind van de week komt de leidinggevende bekijken of het gelukt is om de taak uit te voeren. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu?
A
PLAN
B
DO
C
CHECK
D
ACT

Slide 26 - Quiz

Je merkt dat de afvinklijst van het schoonmaakrooster niet of niet goed wordt ingevuld. Dit is niet handig, want je weet nu niet wat er is gedaan. Je bespreekt dit onderwerp tijdens een werkoverleg en bedenkt oplossingen. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu?
A
PLAN
B
DO
C
CHECK
D
ACT

Slide 27 - Quiz

Een aantal weken geleden werden niet alle afspraken in de agenda gezet. Dat zorgde voor veel problemen. Er werd een nieuw programma ingevoerd, zodat medewerkers vanaf hun eigen computer afspraken konden inplannen. Nu merkt de leidinggevende dat dit nog steeds niet goed gedaan wordt. Hij onderzoekt waar dit aan ligt en wat er beter kan. In welke fase van de PDCA-cyclus zit je nu.
A
PLAN
B
DO
C
CHECK
D
ACT

Slide 28 - Quiz

Punt van aandacht
Welk kwaliteitspunt zou jij op je stage willen aanpakken?
-> aan de slag met de PDCA-cyclus!

Slide 29 - Slide

Les 7
Milieubewust werken
Ergonomisch werken
Procedures en protocollen

Slide 30 - Slide

Ergonomisch werken
Ergonomisch werken = werken waarbij je je lichaam zo min mogelijk belast.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Noem 7 tips die je hebt gekregen om ergonomisch te werken, nadat je het filmpje bekeken hebt.

Slide 33 - Open question

Noem hulpmiddelen en omstandigheden om ergonomisch te kunnen werken?

Slide 34 - Mind map

Milieubewust werken
Milieubewust werken = rekening houden met het milieu.
Bij wie staat hier iets over in het kwaliteitsplan?


Slide 35 - Slide

Heeft milieubewust werken met kwaliteit te maken?
Ja
Nee
Hangt van de dienst/product af

Slide 36 - Poll

Scheiden van grondstoffen
Hergebruiken van materialen
Iets anders maken van een kapot voorwerp
Minder verbruik van grondstoffen en materialen
Recycle
Re-use
Upcycle
De-use

Slide 37 - Drag question

Waar hoort het onderstaande afval bij?
Vieze luiers
A
Plastic
B
Papier en karton
C
GFT
D
Restafval

Slide 38 - Quiz

Procedures en protocollen
Wetten zijn opgebouwd uit regels. Vanuit de regels worden er procedures gemaakt en vanuit de procedures worden er protocollen gemaakt!

Procedure = Bestaat uit stappen die je moet volgen;
Protocollen = Staat precies omschreven hoe je een bepaalde taak moet uitvoeren

Slide 39 - Slide

Wat is nut en noodzaak van procedures en protocollen?

Slide 40 - Open question

Stel zelf een protocol op...
over milieubewust werken op je stage.
Kies een onderwerp:
  • recycle
  • re-use
  • reduse
  • upcycle

Slide 41 - Slide

Welke procedures en protocollen zijn er op jouw stage omtrent milieubewust werken en ergonomie?
Neem ze volgende week mee en vergelijk ze met jouw protocol.

Slide 42 - Slide

Arbo, kwaliteitszorg en milieu
EINDE

Slide 43 - Slide