Tekstverbanden en signaalwoorden 25

START LEZEN 
tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

START LEZEN 
tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Slide

DOEL


- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

tijdsvolgorde (chronologie),   voorwaarde in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

EERDER LEERDE JE:



- met behulp van signaalwoorden 

opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 3 - Slide

Kies het goede antwoord.

Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...geven aan wat voor soort tekst het is

Slide 4 - Quiz

Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Brazilië.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 5 - Quiz

Veel meiden willen naar het optreden van Ariana Grande, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 6 - Quiz

Voor het maken van cupcakes heb je nodig: boter, meel, suiker, eieren en melk.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming

Slide 7 - Quiz

Welk tekstverband zie je op de afbeelding?

Slide 8 - Open question

Weet je nog?

'Denk aan' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 9 - Quiz

Weet je nog?

'Toch' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 10 - Quiz

Weet je nog?

'Tevens' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming

Slide 11 - Quiz

Drie andere tekstverbanden
  • tijdsvolgorde (chronologie
  • reden
  • conclusie

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

In welke zin zie je het tekstverband 'tijdsvolgorde (chronologie)'?
A
Het ongeluk ontstond doordat doordat de chauffeur plotseling remde.
B
Eerst zet je saldo op je ov-chipkaart, daarna activeer je de kaart.

Slide 15 - Quiz

Signaalwoorden voor tijdsvolgorde
A
eerst, daarna, nadat
B
toen, maar, omdat

Slide 16 - Quiz

Tekstverband: reden
Geeft een verklaring waarom iemand iets zegt of doet

Signaalwoorden:
want, omdat, daarom

Slide 17 - Slide

In welke zin zie je het tekstverband 'reden'?
A
Ik ben te laat, want ik heb me verslapen.
B
Ik heb me verslapen en bovendien had ik een lekke band.

Slide 18 - Quiz

Wat is een signaalwoord bij het tekstverband "reden"?
A
en
B
want
C
ten eerste
D
toch

Slide 19 - Quiz

Tekstverband "conclusie"
Een conclusie is een besluit/ uitkomst. Dit tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:

  • Concluderend
  • Dus
  • Kortom
  • Vandaar

Slide 20 - Slide

Wat is een signaalwoord van het tekstverband conclusie?
A
tevens
B
kortom
C
met dat doel
D
daarentegen

Slide 21 - Quiz

opdracht 
bladzijde 191
opdracht 6,7,8,9, en 10

Slide 22 - Slide

GELEERD?


- je kunt met behulp van signaalwoorden de tekstverbanden

tijdsvolgorde (chronologie),  oorzaak-gevolg en voorwaarde in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 23 - Slide