Passé Composé - J'ai été en vacances

Le passé composé
J'ai voyagé en avion.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Le passé composé
J'ai voyagé en avion.

Slide 1 - Slide

Unité 1 - Grammaire II - Passé Composé
Deel 1: passé composé met 'avoir'
  • Herhaling
  • Uitlegfilmpje werkwoord (youtube)
  • Oefenvragen
Deel 2: passé composé met 'être'
  • Uitleg
  • Uitlegfilmpje werkwoord (youtube)
  • Oefenvragen
Algemeen
  • Websites met extra oefeningen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

De passé composé is de ...
A
voltooid verleden tijd
B
onvoltooid verleden tijd
C
voltooid tegenwoordige tijd
D
onvoltooid tegenwoordige tijd

Slide 4 - Quiz

De passé composé bestaat uit ... delen
A
1
B
2
C
3
D
oneindig

Slide 5 - Quiz

Hoe vorm je de passé composé?

Slide 6 - Open question

Deel 1: Grammaire | Passé Composé met avoir

Slide 7 - Slide

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
Hulpwerkwoord 'avoir'
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 8 - Drag question

parler
regarder
écouter
voyager
travailler
acheter
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
Voltooid deelwoord (regelmatig op -er)
Infinitief      | Voltooid deelwoord 
parlé
regardé
écouté
voyagé
travaillé
acheté

Slide 9 - Drag question


Passé composé met hulpwerkwoord avoir
Vertaal: U heeft gepraat

Slide 10 - Open question


Passé composé met hulpwerkwoord avoir
Vertaal: Jij hebt gekeken

Slide 11 - Open question


Passé composé met hulpwerkwoord avoir
Vertaal: Jean en Marie hebben gedanst

Slide 12 - Open question

faire
j'ai
prendre
tu as
être
il a
avoir
on a
mettre
nous avons
voir
vous avez
vouloir
elles ont
Passé composé
Voltooid deelwoord (onregelmatige)
fait
été
eu
pris
mis
vu
voulou

Slide 13 - Drag question


Passé composé met hulpwerkwoord avoir
Vertaal: Jij bent geweest (être)

Slide 14 - Open question


Passé composé met hulpwerkwoord avoir
Vertaal: Ik heb gemaakt/gedaan (faire)

Slide 15 - Open question


Passé composé met hulpwerkwoord avoir
Vertaal: Wij hebben gehad (avoir)

Slide 16 - Open question

Einde deel 1
Fini (klaar)
Je hebt nu alles geleerd over de passé composé met het hulpwerkwoord avoir (ik heb gehad, wij hebben gepraat etc.)
 

Deel 2 
Hierna komt deel 2. Hier leer je alles over de passé composé met het hulpwerkwoord être  (ik ben gegaan, wij zijn gevallen etc.)

Slide 17 - Slide

Deel 2: Grammaire | Passé Composé met être

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Deel 2: Grammaire | Passé Composé met être

Slide 20 - Slide

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
Hulpwerkwoord 'être'
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 21 - Drag question

2.b voeg het 'être accord' toe. Wie voerde de handeling uit? 
2.a bij werkwoorden eindigend op:
er --> -er, +é
ir -->  -r
re --> -re + u

Slide 22 - Slide

Deel 2: Grammaire | Passé Composé met être
2.a
sortir --> sorti
partir --> parti
2.b

Slide 23 - Slide

Deel 2: Grammaire | Passé Composé met être

Slide 24 - Slide

Sortir =
A
naar binnen gaan
B
uitgaan
C
aankomen
D
vertrekken

Slide 25 - Quiz

Partir =
A
naar binnen gaan
B
aankomen
C
vertrekken
D
delen

Slide 26 - Quiz


 Grammaire 'Passé composé' | être
Pierre ...... (sortir)
A
sort
B
est sorti
C
est sortie
D
est sortis

Slide 27 - Quiz


 Grammaire 'Passé composé' | être
Monsieur, vous ..... ? (partir)
A
partez
B
êtes partie
C
êtes partis
D
êtes parti

Slide 28 - Quiz


Grammaire 'Passé composé' | être
Les filles .... ..... à Paris (partir)
A
partent
B
ont parties
C
sont parties
D
sont partie

Slide 29 - Quiz


 Grammaire 'Passé composé' | être
Je ...... (sortir)
A
sort
B
suis sortis
C
suis sorti(e)
D
suis sorties

Slide 30 - Quiz

Einde deel 2
Fini (klaar)
Je hebt nu alles geleerd over de passé composé met het hulpwerkwoord avoir en être

Slide 31 - Slide

Extra oefenen ?
Onbeperkt oefenen:
  • www.verbuga.eu 
  • Temps (tijd): passé composé
  • Verbes irréguliers (onregelmatige) : sortir, partir
  • (klik rechts onderin op 'Nederlands-Frans')
  • Confirmer

Slide 32 - Slide