3H - 407

Natuurkunde
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Natuurkunde

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Korte bespreking van het huiswerk
  • Laatste begrip van 4.2
  • LessonUp quiz 

Slide 2 - Slide

20

Slide 3 - Slide

21

Slide 4 - Slide

22

Slide 5 - Slide

Negatieve Arbeid
Tegenwerkende krachten
leveren negatieve arbeid.
Hier zetten we een 
minteken voor 

Negatieve arbeid wordt omgezet in warmte

Slide 6 - Slide

Snelheid

Afstand
Tijd

v
s

t

Slide 7 - Drag question

Welk (v,t)-diagram past een fietstocht met constante snelheid?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Welk (v,t)-diagram past het best een auto die tegen een muur botst?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Welk (v,t)-diagram past het best bij een fietser die begint te fietsen vanuit stilstand?
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Welk (s,t)-diagram past het beste bij iemand die eerst snel fietst, stopt voor een stoplicht, en daarna weer verder fietst?
A
B
C
D

Slide 11 - Quiz

Welk (s,t)-diagram past het beste bij een auto die snel optrekt?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Welk (s,t)-diagram past het beste bij een hardloper die eerst snel loopt, en daarna langzamer gaat lopen?
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Op wie is de resultante kracht groter?
Iemand die net uit een vliegtuig is gesprongen.
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.

Slide 14 - Slide

Op wie is de resultante kracht groter?
A
Iemand die net uit een vliegtuig is gesprongen.
B
Een straaljager die met constante snelheid vliegt.
C
De resultante kracht is op beide even groot.

Slide 15 - Quiz

Op wat is de resultante kracht groter?
Een doos die stilstaat op de grond.
Een voetbal die met constante snelheid naar een doel vliegt.

Slide 16 - Slide

Op wat is de resultante kracht groter?
A
Een doos die stilstaat op de grond.
B
Een voetbal die met constante snelheid naar een doel vliegt.
C
De resultante kracht is op beide even groot.

Slide 17 - Quiz

Werken aan huiswerk
Lees 4.3
Maak 27
klaar?

Maak 31

timer
0:00

Slide 18 - Slide