2MHV consumeren consuminderen

2MHV consumeren consuminderen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

2MHV consumeren consuminderen

Slide 1 - Slide

Van welke grondstof wordt plastic gemaakt?
A
aardgas
B
aardolie
C
steenkool
D
uranium

Slide 2 - Quiz

Van aardolie kan je ook autobanden en wasmiddel maken.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Waar komt de naam PET-fles vandaan?
A
Poly etheen tereftalaat, het soort pastic waarvan de fles gemaakt is.
B
De pet heeft de zelfde functie als de dop voor de fles
C
Pet is een andere naam voor plastic.

Slide 4 - Quiz

Wat is recyclen?
A
Het verbranden van een product
B
Het hergebruiken van een bestaand product
C
Het verwerken tot een nieuw product

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er met een petfles die wordt ingeleverd?
A
De flessen worden omgespoeld en opnieuw gevuld.
B
De flessen worden gehakt, gewassen en omgesmolten tot nieuwe producten.
C
De flessen worden bij een vuilstortplaats verbrand.

Slide 6 - Quiz

Hoe worden verschillende soorten plastic van een petfles van elkaar gescheiden?
A
Door middel van magneten.
B
In een bak met water gaat een deel drijven en een deel zinkt naar de bodem.
C
Het wordt handmatig van elkaar gescheiden.

Slide 7 - Quiz

Welke manier van opnieuw gebruiken is het minst belastend voor het milieu?
A
Een petfles weggooien bij het restafval.
B
Een petfles inleveren bij de supermarkt.
C
Een petfles opnieuw vullen met kraanwater

Slide 8 - Quiz

Een cyclus herhaalt zichzelf.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Waarom betalen we extra voor plastic tasjes in de winkel?
A
De winkelier heeft zelf ook moeten betalen voor de tasjes en lijdt anders verlies.
B
Om zwerfvuil op straat en in zee tegen te gaan en verspilling van grondstoffen te voorkomen.
C
Zodat klanten niet met de logo's van winkels op straat lopen en gratis reclame maken.

Slide 10 - Quiz

De plastic soep is een verzameling van afval in de zee.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz