oefenToets 21 -6 klas 2

Welkom bij de toets van biologie
thema seksualiteit
Veel succes!
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Welkom bij de toets van biologie
thema seksualiteit
Veel succes!

Slide 1 - Slide

Wat is geen functie van de puberteit
(meerdere antwoorden kunnen juist zijn)
A
Je lichaam maakt zich klaar om te kunnen voortplanten.
B
Je leert hoe je je kan opmaken
C
aanmaken van eicellen of zaadcellen
D
moeilijkere wiskundige opgaven maken.

Slide 2 - Quiz

Wat antwoord is waar
A
Meiden beginnen eerder aan de groeispurt
B
jongens beginnen eerder aan de groeispurt

Slide 3 - Quiz

Hoe heten de vrouwelijke primaire geslachtskenmerken
A
Vagina
B
De plasser
C
penis en balzak
D
Vagina& schaamlippen

Slide 4 - Quiz

Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
A
Geslachtskenmerken die bij de geboorte aanwezig zijn
B
Geslachtskenmerken die in de puberteit ontstaan

Slide 5 - Quiz

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken bij een man
A
penis
B
baardhaar
C
brede heupen
D
beenhaar

Slide 6 - Quiz

Sperma bestaat uit....
A
Zaadcellen en eicellen
B
Eicellen en vocht
C
Zaadcellen,eicellen en vocht
D
Zaadcellen en vocht

Slide 7 - Quiz

Wat doet de prostaat?
A
Bewaart zaadcellen
B
Voegt vocht toe aan de zaadcellen
C
Maakt zaadcellen
D
Maakt de penis stijf

Slide 8 - Quiz

Voortplantingsorganen van een man, wat doet de zaadleider?
A
Slaat zaadcellen op
B
Vervoert de zaadcellen
C
Ontstaan zaadcellen
D
Voegen zaadvocht toe

Slide 9 - Quiz

een erectie wordt veroorzaakt door
A
de zwellichamen
B
de bijballen
C
de zaadblaasjes
D
de prostaat

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je het als een jongen zelf zorgt voor een orgasme?
A
Erectie
B
Geslachtsgemeenschap
C
Masturbatie

Slide 11 - Quiz

Hoe zorgt een vrouw er voor dat haar vagina schoon blijft?
A
Wassen met zeep
B
Wassen met water
C
Wassen met speciale zeep
D
Niet wassen

Slide 12 - Quiz

Welke weg gaat de eicel (wanneer er bevruchting plaatsvindt)
A
Eierstokken > eileider > baarmoeder
B
Eileider > Eierstokken > Baarmoeder
C
Eierstokken > Eileider > baarmoeder > vagina
D
Baarmoeder > Eileider > Eierstokken

Slide 13 - Quiz

Waar worden eicellen gemaakt?

A
Eierstokken
B
Eileiders
C
Baarmoeder
D
Vagina

Slide 14 - Quiz


De pijl wijst naar de:
A
Zaadleiders
B
Eicel
C
Eileiders
D
Eierstokken

Slide 15 - Quiz

Wat is nummer 6?
A
De urine buis
B
De eierstokken?

Slide 16 - Quiz

Waar vind de bevruchting plaats bij de vrouw
A
Eierstokken
B
Eileider
C
Baarmoeder

Slide 17 - Quiz

Een meisje wordt geboren met al haar eicellen al in haar eierstokken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 19 - Quiz

ander woord voor ongesteld zijn
A
masturbatie
B
ovulatie
C
menstruatie
D
erectie

Slide 20 - Quiz

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatie cyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 21 - Quiz

Hoeveel mensen zijn (ongeveer) lesbisch, homo of bi seksueel?
A
1 op de 2
B
1 op de 100
C
1 op de 15
D
1 op de 30

Slide 22 - Quiz

Als een man nu eens een seksuele relatie heeft met een man en dan weer met een vrouw, dan is hij …..seksueel
A
Hetero
B
Homo
C
Bi
D
Trans

Slide 23 - Quiz

Homoseksualiteit is …...
A
aangeboren
B
aangeleerd

Slide 24 - Quiz

Hoe worden SOA's overgedragen?
A
Alléén via zoenen
B
Alléén via seks zonder condoom
C
Alléén via orale seks
D
Via orale seks én via seks zonder condoom

Slide 25 - Quiz

wanneer heeft de helft van de jongeren voor het eerst
getongzoend?
A
14,3
B
15,4 jaar
C
13,5
D
17,0

Slide 26 - Quiz

Met welke leeftijd heeft de helft van de jongeren wel eens gevoeld en gestreeld bij een ander?
A
16,2 jaar
B
15,9
C
15,1 jaar
D
17,0

Slide 27 - Quiz

Wanneer heeft de helft van de jongeren ervaring met vingeren of aftrekken bij een ander persoon?
A
15,9
B
16,5
C
18
D
17,2

Slide 28 - Quiz

Wanneer heeft de helft van de jongeren voor het eerst seks gehad.
A
16.7
B
17.5
C
18.1
D
18.6

Slide 29 - Quiz


Waarom is porno geen goed voorbeeld hoe seks hoort te zijn
A
Porno is geacteerd.
B
Bij porno gaat het vaak alleen over het (genot) van de man.
C
Porno geeft een heel eenzijdig beeld van seks. Seks kan voor iedereen anders zijn.
D
Vrouwen worden vaak als minderwaardig gebruikt en zelfs dwang komt vaak voor. (met of zonder toestemming)

Slide 30 - Quiz

Chlamydia is een soa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Alle voorbehoedmiddelen beschermen tegen een soa.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Wat is een ander woord voor voorbehoedsmiddelen?
A
antiperistaltiek
B
anticonceptie
C
antibiotica
D
antidepressiva

Slide 33 - Quiz

Welke betrouwbare voorbehoedsmiddelen zijn tegen geslachtsziektes?
A
Pil
B
Condoom
C
Spiraal
D
Coïtus interruptus

Slide 34 - Quiz

Welke van de onderstaande voorbehoedsmiddelen of methoden van geboorteregeling is het minst betrouwbaar om zwangerschap te voorkomen?

A
coïtus interruptus of voor het zingen de kerk uit gaan.
B
de anticonceptiepil
C
geen geslachtsgemeenschap hebben
D
het condoom

Slide 35 - Quiz

Innesteling gebeurt in nr. ?
A
5
B
2
C
3
D
1

Slide 36 - Quiz

Waar vindt bevruchting plaats?
A
eierstok
B
eileider
C
baarmoeder
D
vagina

Slide 37 - Quiz

Een ongeboren kindje JONGER dan 12 weken heet een:
A
Embryo
B
Foetus

Slide 38 - Quiz

Via welk onderdeel krijgt het embryo zuurstof en voedingsstoffen?
A
Navelstreng
B
Placenta
C
Baarmoeder
D
Vruchtvliezen

Slide 39 - Quiz


Waarmee vergroot je de kans op wiegendood en wat zijn goede adviezen om wiegendood te verkleinen?

Goed advies
meer kans op wiegedood

De baby niet te warm aankleden, temperaturen
kunstvoeding geven in plaats van borstvoeding
Laat de baby liever op zijn rug slapen.
De baby naast de ouders in een eigen bedje laten slapen
Gebruik een dekbedje.
zelf roken/ alcohol drinken
De baby op de buik
laten slapen

Slide 40 - Drag question

Hoe wordt een kindje met FAS- syndroom geboren?
A
Door te veel drugs gebruikt tijdens de zwangerschap
B
Door te veel koffie tijdens de zwangerschap
C
Door te veel alcohol tijdens de zwangerschap te drinken
D
Hier kan je niks aan doen zo.

Slide 41 - Quiz

Waarmee eindigt een bevalling?
A
uitdrijving
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
een baby

Slide 42 - Quiz

In welke fase van de bevalling starten de weeën?
A
Uitdrijving
B
Ontsluiting
C
Nageboorte

Slide 43 - Quiz

De ontsluiting is een fase tijdens de bevalling.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz