DISK Thema 3 woorden oefenen

• NT2
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

thema DISK 3 

doel : herhaling van de woorden uit oefenschrift.  

Ik - vorm afzeggen

1. zegt af
2. zeg af
3. zeggen af
4. zegden

wat is goed ?

1. vanmorchen
2. vanmorgen
3. vanmorggen
4. vanmorgens

in de ochtend is

1. s' ochtends
2. 's ochtends
3. :s ochtends
4. *s ochtends

De tijd van 24:00 uur tot 06 :00 uur is

1. 's nachts
2. de nochten
3. de nachten
4. de ochtend

meervoud van achternaam

1. achternomen
2. achternaamen
3. agternamen
4. achternamen

ik ben er niet !

1. afteken
2. afkeren
3. afwezig
4. afzijdig

ik kan niet, ik moet de afspraak ..........

1. opzeggen
2. heen brengen
3. weg zetten
4. afzeggen

deze deur gaat ? welk woord
is goed ?

1. automatisg
2. automatike
3. automatisch
4. outomatisch

de beslissing
meervoud ?

1. het beslissings
2. de beslisingen
3. het beslissing
4. de beslissingen

wat is een beslissing

1. lezen
2. keuze
3. koken
4. nadenken

beschikbaar

1. ik kan niet helpen
2. ik wil niet helpen
3. ik ga wel helpen
4. ik kan wel helpen

meervoud van de bezoeker

1. het bezoekeren
2. het bezoekers
3. de bezoekers
4. de bezoekeren

iemand die ergens komt kijken bij een museum.

1. is een leraar
2. is een bezoeker
3. familie
4. is een leerling

meervoud van : de datum

1. de datumen
2. de datums
3. de daatums
4. het datums

12 december 2019

1. de maand
2. het jaar
3. de datum
4. de dag

de controle
meervoud =

1. de controles
2. de controleren
3. de controlees
4. de controules

wat is een controle

1. de afspraak die je hebt, om te kijken hoe het met je gaat
2. een afspraak die je hebt om iets te kopen
3. iets kopen wat je wil
4. een afspraak die je hebt op school

doorgeven

ik - vorm....

1. geven het door
2. geeft het door
3. geef het door
4. gefen het door

eindigen

ik vorm - ........

1. ik eindig als eerste
2. ik eindigt als eerste
3. ik eindigen als eerste
4. ik eindigd als eerste

Ik eindigt deze les

= ik vorm goed ?

1. ja
2. nee

Een papier waarop je informatie schrijft ?

1. het form
2. het formulier
3. de formulier
4. de form

dit is een .....

1. de hanttekening
2. het handtekening
3. de handtekeing
4. de handtekening

de huisarts

meervoud ?

1. het huisartsen
2. de huisartsen
3. de huisartsses
4. de huisarttsen

helaas

1. het is leuk
2. het is stom
3. het is jammer
4. het is moeilijk

een huisarts

1. 
2. 
3. 
4. 

het is moeilijk om te doen !

1. ingewiekeld
2. ingewikkeld
3. ingewukkig
4. ingewuidend

ik ga het later wel maken, morgen misschien ?

1. niet nu
2. nooit
3. gisteren
4. soms

maximaal

1. niet meer dan ...
2. niet minder dan.....
3. weinig
4. veel

De mogelijkheid

1. het mogelijkheden
2. de mogelijkheiden
3. het mogelijkheiden
4. de mogelijkheden

de mogelijkheden

1. iets wat wel kan
2. iets wat niet kan
3. iets wat nooit kan

onbekend

1. de buurvrouw
2. iemand die je kent
3. familie van jou
4. iemand die je niet kent

noteren

1. 
2. 
3. 
4. 

onmogelijk

1. 
2. 
3.