Thema 6 Ecologie

Thema 6 Ecologie
6.1 t/m 6.3
Toetsweek:
Thema 5.1 t/m 5.4 en 5.8
6.1 t/m 6.3
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 6 Ecologie
6.1 t/m 6.3
Toetsweek:
Thema 5.1 t/m 5.4 en 5.8
6.1 t/m 6.3

Slide 1 - Slide

6.1 Organismen en hun omgeving
  • Je kunt organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  • Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
  •  Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.

Slide 2 - Slide

Wat is ecologie?

Het milieu (de leefomgeving)                     organismen. 

 Planten geven bijv zuurstof af aan het milieu en regenwormen maken gangen waardoor de bodem luchtiger wordt. 
Ecologie = het onderzoeken van relaties  tussen organismen en hun milieu.

Slide 3 - Slide

biotische en abiotische factoren
Abiotisch = levenloze natuur.
Letterlijk: niet levend.
Biotisch = levende natuur

Slide 4 - Slide

Niveaus van ecologie
Individu = 1 organisme
Populatie = een groep van dezelfde soort die in een bepaald gebied leven en onderling kunnen voortplanten.
Levensgemeenschap = alle populaties in een gebied.
Ecosysteem =  biotische en abiotsche factoren in een gebied.
Biosfeer = alle ecosystemen (aarde).

Slide 5 - Slide

Niveaus van ecologie
individu
populatie
levensgemeenschap
ecosysteem

Slide 6 - Slide

Niveaus van ecologie

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aan de slag!

LZ 6.1
MK 6.1 opdr. 1 t/m 3, 5 en 6

Slide 10 - Slide

6.2 Voedselrelaties en kringlopen 
  •  Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
  • Je kunt de kringloop van koolstof beschrijven.
  • Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet-biologisch afbreekbaar afval onderscheiden.

Slide 11 - Slide

1e keten = Producent
In planten vindt fotosynthese plaats. 
water + koolstofdioxide + licht → glucose + zuurstof

Slide 12 - Slide

2e keten = consumenten 1e orde
Dit zijn altijd planteneters of alleseters. 

Slide 13 - Slide

3e keten en verder = consumenten van de 2e, 3e orde.
Dit zijn alleseters of vleeseters. 

Slide 14 - Slide

Voedselpiramides
Begin onderaan met een plant.
Aantallen: Geef het aantal organismen.
Biomassa = het gewicht van alle energierijke stoffen in een schakel --> altijd piramidevorm. 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide