This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Organisatie tijd
Katern en pen op tafel
timer
5:00
Slide 1 - Slide
Lees/ Verwerkingstijd
Ga verder met blz. 12 werkboekje
"kritiek op het cultuurstelsel".
Klaar? Lees alvast paragraaf 3
van het katern.
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Lestijd 10 min
Slide 3 - Slide
De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
3. Machtsuitbreiding en verzet (1870-1942)
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
Slide 4 - Slide
herhalingsvragen paragraaf 2
Slide 5 - Slide
Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.
Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker
Slide 6 - Quiz
Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.
Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht
Slide 7 - Quiz
De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.
De stelling is:
A
goed
B
fout
Slide 8 - Quiz
Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?
Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren
Slide 9 - Quiz
Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen. Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen
Slide 10 - Quiz
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier Nederland zijn macht uitbreidde en welke gevolgen dit had voor de bevolking van Indonesië
Slide 11 - Slide
Ondernemers in Indië (1)
Liberalen willen niet dat de overheid zich met de economie bemoeit
Steeds meer wetten maken vrij ondernemerschap mogelijk: Mijnwet (1850), Agrarische wet (1870), Suikerwet (1871)
Slide 12 - Slide
Ondernemers in Indië (2)
Steeds meer Europese ondernemers gaan naar Indië
Niet alleen op Java en Sumatra maar ook in de Buitengewesten
Slide 13 - Slide
🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵
Slide 14 - Slide
Werken op de plantages
Plantages hebben arbeiders nodig
Vaak te weinig arbeiders (gebieden dunbevolkt)
Arbeiders worden voornamelijk uit China gehaald
Deze contractarbeiders worden koelies genoemd
Slide 15 - Slide
Behandeling van de koelies
Werken keihard voor een laag loon
Koelies worden zeer slecht behandeld (lijfstraffen)
Opstanden worden keihard neergeslagen
Slide 16 - Slide
Groep theepluksters op Sumatra. Foto gemaakt rond 1910.
Welk antwoord is juist?
A
Deze vrouwen zijn slaven, ze krijgen niet betaald voor hun werk.
B
Deze vrouwen doen herendiensten, hiervoor krijgen ze niet betaald.
C
Deze vrouwen krijgen betaald voor hun werk.
Slide 17 - Quiz
Vanaf 1870: Nederland breidt zijn macht uit
Grote vraag naar grondstoffen uit Nederlands-Indië (olie, tin, rubber)
Bouw van het Suez-kanaal zorgt voor goede én veel kortere route naar Nederlands-Indië
Modern-imperialisme: uitbreiding van het aantal kolonies door Europese landen