This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Bij welke stand hoort het beroep 'kleermaker'?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Derde Stand
D
Beroep past niet in een stand
Slide 1 - Quiz
Bij welke stand hoort de titel 'gravin' (=vrouwelijke graaf)?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Derde Stand
D
Past in géén stand
Slide 2 - Quiz
Bij welke stand past het beroep pastoor?
A
Adel
B
Geestelijkheid
C
Derde Stand
D
Past in géén stand
Slide 3 - Quiz
Hoe noemen we de verdeling van de samenleving in standen?
A
Klassenstelsel
B
Klassenhierarchie
C
Standensamenleving
D
Standstelling
Slide 4 - Quiz
Omschrijf de taken (3x) én de rechten (1x) van de geestelijkheid.
Slide 5 - Open question
Nederland heeft verschillende namen gekregen tijdens de gebeurtenissen van de Franse Revolutie. Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van links (oud) naar rechts (nieuw).
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Koninkrijk Holland
Bataafse Republiek
Provincie van Frankrijk
Slide 6 - Drag question
Wat houdt de Verlichting in?
A
Koningen grepen meer macht en zetten de adel buiten spel
B
Regering door het volk
C
Kritischere houding op traditie, koning en kerk
D
De revolutie ideeën zoals ingevoerd door Napoleon
Slide 7 - Quiz
Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van oud (boven) naar nieuw (onder)
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen.
De Nationale Vergadering maakt een grondwet.
De Terreur breekt aan
Napoleon wordt keizer van Frankrijk
Lodewijk XIV houdt zijn edelen bezig op Versailles
De Bataafse Republiek wordt het koninkrijk Holland
Slide 8 - Drag question
Deze gebeurtenissen gaan allemaal over het leven van Napoleon. Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde van oud (boven) naar nieuw (onder)
Russische Veldtocht
Napoleon verovert een groot deel van Europa
Napoleon wordt verbannen naar Elba
Napoleon wordt verbannen naar st. Helena
Slag bij Waterloo
Slide 9 - Drag question
Beschrijf de Trias Politica en zet daarin: (1) Waar bestaat ze uit (2) Wat zijn hun taken en (3) een bijpassend beroep.
Slide 10 - Open question
Leg uit dat het absolutisme het tegenovergestelde was van wat de Verlichtingsdenkers wilden. Gebruik de begrippen 'absolutisme' en 'democratie' EN (!) leg uit wat ze beide betekenen.
Slide 11 - Open question
Leg uit wat de grondwet is.
Slide 12 - Open question
Welke gebeurtenis past niet bij de Franse Revolutie?
A
Bestorming van de Bastille
B
Onthoofding door de guillotine
C
Oprichting van de Nationale Vergadering
D
Hofleven in Versailles
Slide 13 - Quiz
Geef 2 oorzaken en 2 gevolgen van de Franse Revolutie.
Slide 14 - Open question
Wie steunden de ideeën van de Franse Revolutie in Nederland?
A
Oranjegezinden
B
Patriotten
C
Bataven
D
Radicalen
Slide 15 - Quiz
Geef 2 gevolgen van Napoleon's verovering voor Nederland
Slide 16 - Open question
Leg uit waarom het Napoleon niet lukte om Rusland te veroveren.