Handige Maten + Verhoudingstabel

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Introductievraag:
Hoe snel fiets jij ongeveer?

1. 10 km/u
2. 15 km/u
3. 18 km/u
4. 20 km/u

Je gaat 8 km wandelen. Hoe lang doe je hierover ?

1. Minder dan één uur
2. Ongeveer een uur
3. Tussen één en twee uur
4. Meer dan twee uur

Lesdoel

Aan het eind van deze les ken/kun je:

• Handige maten voor wandelen en fietsen
• Rekenen met handige maten voor wandelen / fietsen
• Het begrip verhoudingstabel
• Pijlen bij de verhoudingstabel zetten.
• Een berekening met de verhoudingstabel maken

Wandelen

Wanneer je stevig doorwandelt, dan wandel je met een snelheid van ongeveer 6 km/u

Bernd gaat 2,5 uur stevig doorwandelen. Hoeveel kilometer wandelt hij ongeveer?

1. 10 km
2. 15 km
3. 20 km
4. 22,5 km

Fietsen

Als je flink door fietst, dan fiets je ongeveer met een gemiddelde snelheid van 18 km/u

Je gaat een dag fietsen met je familie. Deze dag zit je in totaal 5 uur op de fiets. Hoeveel km heb je gefietst?

1. 50 km
2. 70 km
3. 90 km
4. 110 km

Evert heeft 's ochtends 9 km gewandeld. 's Avonds heeft hij nog 45 kilometer gefietst. Hoe lang is hij in totaal onderweg geweest die dag?

1. 1 uur
2. 2 uur
3. 3 uur
4. 4 uur

Verhoudingstabel

Om berekeningen met verhoudingen te maken gebruiken we vaak een verhoudingstabel.

Belangrijk regels bij een verhoudingstabel: 

• We zetten pijlen bij de berekeningen van links naar rechts
• Beneden en boven de verhoudingstabel staan exact dezelfde berekeningen
• In een verhoudingstabel mogen we alleen delen en vermenigvuldigen !!

Verhoudingstabel gebruiken

Bij een verhoudingstabel zetten we pijlen om berekeningen aan te geven. Je ziet in onderstaande verhoudingstabel dat de prijs van 1 appen €2 is.

Wat moet er op de plek van het vraagteken staan?

1. 24
2. 32
3. 40
4. 48

40 m

4 m

3 m

Wat vond je lastig?

Weektaak

Deze week moet je maken:

• 6.4 Verhoudingstabellen
• Samenvatting | Extra Oefening
  
• Gemengde Opgaven

Vragen?

Mogelijkheid om vragen te stellen