Paragraaf 9.2 - Goed geregeld [3]

9.2 Goed geregeld
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

9.2 Goed geregeld
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat

Slide 1 - Slide

9.2 Goed geregeld
Wat gebeurt er in je lichaam?

  1.  Je lichaam verwijdert de stoffen waarvan er te veel in je bloed zitten
  2.  Je lichaam vult de stoffen aan waarvan er te weinig in je bloed zitten

  • Constant > door aanvullen en verwijderen van stoffen blijft de hoeveelheid in je lichaam gelijk

Slide 2 - Slide

9.2 Goed geregeld
Stoffen in het bloed en uit het bloed

  1. Ademhalingsstelsel / longen > zuurstof in het bloed,
    koolstofdioxide uit het bloed
  2. Spierstelsel / spieren > glucose en zuurstof uit het bloed,
    koolstofdioxide en water in het bloed
  3. Huid > zout en water uit het bloed
  4. Verteringsstelsel / dunne darm > glucose en andere stoffen in je bloed
  5. Uitscheidingsstelsel / nieren > water en andere afvalstoffen uit het bloed

Slide 3 - Slide

9.2 Goed geregeld
  • Wat? Maken 9.2 – Opdracht 1 t/m 6
  • Hoe? Blz. 131 t/m 133
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 6 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
15:00

Slide 4 - Slide

9.2 Goed geregeld
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt 
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen

Slide 5 - Slide

9.2 Goed geregeld
Hoe regel je de hoeveelheid glucose in je bloed?

  • Te veel glucose in het bloed?
    - net gegeten? > hoeveelheid glucose in bloed stijgt
    - glucose wordt opgeslagen in de lever > hoeveelheid glucose in bloed daalt

  • Te weinig glucose in het bloed? (glucose wordt verbruikt)
    - hoeveelheid glucose in je bloed daalt door verbranding (energie maken)
    - glucose gaat vanuit de lever terug naar het bloed > hoeveelheid glucose in bloed stijgt

Slide 6 - Slide

9.2 Goed geregeld
Hoe raak je lichaam afvalstoffen kwijt?


  • Uitscheiding > afvalstoffen uit het bloed verwijderen

  • Uitscheidingsorganen > helpen de samenstelling van het bloed
    constant te houden (koolstofdioxide en andere afvalstoffen eruit halen > uitscheiding)
    - Longen > koolstofdioxide en water uit het bloed (uitademen)
    - Lever > kleurstoffen en gifstoffen (alcohol en medicijnen) uit het bloed
    - Nieren > zouten, water en kleurstoffen uit het bloed (urine, plassen)
    - Huid > zouten en water uit het bloed (zweten)


Slide 7 - Slide

9.2 Goed geregeld
  • Wat? Maken 9.2 – Opdracht 7 t/m 15
  • Hoe? Blz. 134 t/m 137
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 7 t/m 15 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
20:00

Slide 8 - Slide

9.2 Goed geregeld
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte

Slide 9 - Slide

9.2 Goed geregeld
Hoe werken je nieren?


Twee nieren liggen aan de achterzijde in de buikholte

  1. Bloed met afvalstoffen komt via de nierslagaders in de nieren
  2. Nieren zuiveren dit bloed met filtertjes > gezuiverde bloed verlaat de nieren via de nieraders
  3. De nieren lossen de afvalstoffen op in water > nu heet het urine
  4. Urine gaat via de urineleiders naar de blaas > urine wordt opgeslagen in de blaas
  5. Via de urinebuis verlaat urine vanuit de blaas het lichaam > elke dag ongeveer 1,5 liter




Slide 10 - Slide

9.2 Goed geregeld
Wanneer heb je suikerziekte?

  • Suikerziekte > diabetes
    - maken te weinig insuline in de alvleesklier of zijn ongevoelig voor insuline
    - hierdoor te weinig glucose opgeslagen in de lever
    - te veel glucose in het bloed > wordt uit geplast
    - hierdoor te weinig glucose in bloed tussen maaltijden in
  • Meten is weten :) Tussen maaltijden in glucosegehalte meten
    - is het glucosegehalte te laag? > dan snel iets eten of drinken 
    - is het glucosegehalte te hoog? > insuline inspuiten in lichaam

Slide 11 - Slide

9.2 Goed geregeld
  • Wat? Maken 9.2 – Opdracht 16 t/m 22
  • Hoe? Blz. 138 t/m 141
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 16 t/m 22 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
15:00

Slide 12 - Slide