Grammatica 2b b2

Grammatica
Blok 2
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica
Blok 2

Slide 1 - Slide

Wat is 'gaat' in deze zin?
Lisa gaat vanmiddag hardlopen.
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
werkwoordelijk gezegde

Slide 2 - Quiz

Wat is 'Lisa' in deze zin?
Lisa gaat vanmiddag hardlopen.
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
werkwoordelijk gezegde

Slide 3 - Quiz

Wat is 'gaat hardlopen' in deze zin?
Lisa gaat vanmiddag hardlopen.
A
onderwerp
B
persoonsvorm
C
werkwoordelijk gezegde

Slide 4 - Quiz

Bouwplan
Een bouwplan maak je uit verschillende zinsdelen. Iedere zin heeft een 'wie/wat' en een 'wat er gebeurt'.

Bijvoorbeeld:
Wie/wat?     Wat gebeurt er?
Bert                 fietst

Slide 5 - Slide

Lidwoord
Er zijn drie lidwoorden (lw): de, het en een.
Ze staan voor een zelfstandig naamwoord.


Slide 6 - Slide

Wat is het lidwoord in deze zin?
Eva viel gisteren van de trap.

Slide 7 - Open question

Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord (znw) gebruik je voor mensen, dieren, planten en dingen. Van een znw kun je meestal een meervoud en een verkleinwoord maken.

Bijvoorbeeld:
Fiets
Tafel



Slide 8 - Slide

Is boom een znw?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quiz

Is gezellige een znw?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quiz

Is Jan een znw?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Maken
Opdracht 1, 2, 3, 6, 7, 9, 10, 11, 12 en 13

Slide 12 - Slide