Taal - Thema 6 - les 9

1 / 20
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

buiten spelen

Slide 4 - Mind map

Welk woord kun je ook gebruiken?
Lees de zinnen. Kijk naar het woord met het sterretje.

Slide 5 - Slide

1. Ik vind logeren vreselijk*.
A
moment
B
gedoe
C
afschuwelijk
D
cool

Slide 6 - Quiz

2. Vind je dat juist stoer* en leuk*?
A
cool
B
gedoe
C
afschuwelijk
D
onbelangrijk

Slide 7 - Quiz

3. Ik vind dat inpakken veel* werk*.
A
onbelangrijk
B
gedoe
C
moment
D
cool

Slide 8 - Quiz

4. Doe jij dat in een tel*?
A
cool
B
afschuwelijk
C
onbelangrijk
D
moment

Slide 9 - Quiz


5. Dan vind je dat vast niet belangrijk.
A
onbelangrijk
B
afschuwelijk
C
cool
D
gedoe

Slide 10 - Quiz

Sleep de juiste woorden.
Welk woord hoort bij welk woordweb?

Slide 11 - Slide

cool
stom
de held
lastig
de heldin
gedoe
lafaard
stoer
afschuwelijk

Slide 12 - Drag question

Wil je een woord beter onthouden?
Schrijf het op!

Slide 13 - Slide

Welk woord hoort er niet bij?
1. lastig - onbelangrijk - moeilijk - gedoe

Slide 14 - Open question

2. tof - gaaf - stom - super

Slide 15 - Open question

3. hinkelen - knutselen - skeeleren

Slide 16 - Open question

4. tijdstip - moment - contact - hoe laat?

Slide 17 - Open question

5. niet belangrijk - onzin - belangrijk

Slide 18 - Open question

spelen

Slide 19 - Mind map

Maak een zin met de nieuwe woorden die je deze les hebt geleerd.
Kijk naar het bord voor de woorden.

Slide 20 - Open question