Lessonup

• Wiskunde
• Middelbare school

Lesideeën met sleepvragen

LessonUp

Sterk werkwoord

Zwak werkwoord

Zingen

Klappen

Lopen

Reizen

Fietsen

Kijken

Lezen

Spelen

11x3

9x9+10

5x10+5

6x6

7x6

19x4

10x10

Sleep de bewerkingen naar de goede plek

eerst

laatst

 ( )

  x

 +

  :

  -

  x²

Sleep de tekst naar de bijbehorende grafiek

toenemende 

stijging

toenemende 

daling

afnemende 

stijging

afnemende daling

constante 

stijging

constante daling

Winterdijk

Zomerdijk

Uiterwaarde

Sleep de vlag naar de juiste stad.

Altijd plastic

Soms plastic

Nooit plastic

Wat maken we van plastic?

Welk plaatje hoort bij welke roofvogel?

Slepen maar!

Oefen met de moeilijke woorden!

de arend

de buizerd

de aasgier

Welk plaatje hoort bij de vloot? 

Sleep het woord naar het plaatje.

de vloot

Much

Many

money

sand

girls

pens

cars

coffee

rain

water

doors

hair

tables

phones

I can hear you!

the puppy

the elephant calf

the seal pup

the kitten

Nederlands

Deutsch

Het werkwoord werden

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

werde

wirst

wird

werden

werdet

werden

die

der

das

Mann

Frau

Kind

Junge

Schule

Mädchen

Haus

Lehrer

Lehrerin

STRIJD

STRIJD

DEBAT

~

~

She is studying

quickly

slowly

quietly

Noord-Holland

Zeeland

Overijssel

Groningen

Gelderland

Friesland

Flevoland

Noord-Brabant

Zuid-Holland

Limburg

Drenthe

Utrecht

Provincies van Nederland

IN

AT

ON

October 31st

my birthday

summer

16:00 

monday

the morning

sunrise

2017

the island

Zoek de 4 verschillen. Sleep de rondjes naar de verschillen in de afbeelding rechts.

⏎

Geschiedenis-domino! Leg de stenen op de goede plek zodat de juiste volgorde ontstaat.

1

2

3

4

5

6

De Eerste Wereldoorlog

Sleep de pictogrammen naar de juiste plek zodat je het verloop van de Eerste Wereldoorlog duidelijk maakt.

...

...

...

...

...

...

Tijdvak 9

Anne Frank

Stalin

Fietsplaatje

Marshallplan

Sovjet-Unie

Amsterdam

Verraders

Pearl Harbor

Romeinse Rijk

1941

1939

1940

1941

1944

De paardensprong

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.

Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent.

A

D

P

I

R

E

M

I

Tijd van 

Ontdekkers en Hervormers

Dit was al uitgevonden

Dit werd toen uitgevonden

Dit moest nog worden uitgevonden

Vul de schoenen met het juiste cadeautje

Historische Sudoku

De pijlen staan voor verbanden. Vul het bovenstaande schema op een correcte wijze in. Gebruik daarbij negen van de onderstaande twaalf begrippen:

Dawesplan

Vrede van Versailles

Crisis

Dolkstoot-legende

Verkiezingen

Bezetting

NSDAP

Bierkeller-putsch

Mein Kampf

Totale oorlog

Hitler

Joden-vervolging

G

F

G

H

R

H

B

S

I

T

O

E

S

A

A

D

S

T

N

M

P

K

K

L

V

W

Klik op de schaakstukken en lees de stelling. 

Is de stelling juist? Sleep het schaakstuk dan naar het juiste coordinaat. De schaakstukken vormen dan een woord.

Een horige moest pacht betalen voor de grond (D,8)

♟

Karel de Grote was koning en keizer (A,5)

♔

Karel de Grote was een leenheer (C,4)

♔

De geestelijkheid was de derde stand (A,8)

♗

Monniken en ridders horen bij de geestelijken (G,1)

♗

Een leenman moet trouw zweren aan de leenheer (F,7)

♔

Monniken en nonnen horen bij de lage geestelijken (H,4)

♗

Het middeleeuwse woord voor een slaaf is een horige (G,3)

♟

Herendiensten deed de leenheer voor de leenman (B,2)

♔

De Paus is de hoogste geestelijke van de christelijke kerk (D,5)

♗

Ridders woonden in een klooster (E,4)

♗

Horigen waren vrij om weg te gaan van hun land (G,6)

♟

Maar waar staan

al deze dingen?! 

Kun jij ze vinden? 

Een trommel

Rembrandt zelf

Een meisje

Een lans

Een geweer

Een kippenpoot

• Je kent het verschil tussen een hoofdpersoon en een
   bijpersoon.
• Je kunt het uiterlijk en innerlijk van de belangrijkste
   personages in jouw boek beschrijven

LESDOELEN

• Een kort verhaal luisteren
  

• Personages karakteriseren
  

Vandaag

 Huiswerk:

Programma:

Welkom!

1

WELKOM!

2

Schrift

  Laptop

Leg op tafel:

Log in:

Volgende week: SO H1.7 en H1.8

Test jezelf: H1.7 en H1.8
Versterk jezelf -> leestekens -> vraagteken, punt,
  uitroepteken
Versterk jezelf -> werkwoordspelling -> OTT
NUMO: maak de oefentaken die klaar staan.

  Deze week

• Fictie: korte verhalen en
   creatieve opdrachten
  

  Volgende week

• Start H3.3 (begrijpend lezen)
  

Ik zal een aantal herhalingstaken klaarzetten in NUMO voor het SO.

Tot ziens!

Huiswerk:

Plaatje meenemen (opgeslagen op je laptop)

antwoord:  

bewerking:  

Maak een som met het antwoord van de eerste spinner. De uitkomst van de tweede spinner is de bewerking 

Het stoplicht in de timer.

Als het stoplicht op rood staat, mag je niet praten. Als hij op orange praat mag je zachtjes met elkaar overleggen. En als hij op groen staat mogen jullie gewoon met mij praten. En als je iets wil vragen steek dan je vinger op!!

GEWOON PRATEN

als dat nodig is . . .

SSSSSSTTT . . .

niet praten

ZACHTJES

overleggen / uitleggen

Dit weet ik al!

ZELFSTANDIG

WAT:

Maken paragraaf 6.2 pluriforme samenleving

HOE: 

De klok geeft aan wat wel en niet mag.

TIJD: 

de timer laat het je zien!

KLAAR? 

- Maken samenvatting paragraaf 2 in je werkboek

paragraaf 2 is huiswerk voor de volgende keer!

Zelfstandig zonder te praten

zelfstandig zonder te praten,met

 oortje

sSamenwerken met je buurman/buurvrouw op fluistertoon

 paragraaf 6.2: hoe kijk je tegen anderen aan?

Zelfstandig zonder te praten met oortjes

TO DO 

Gezamelijk

leerdoelen

Dit weet ik al!

Uitleg paragraaf 2

Zelfstandig

Paragraaf 2 maken

Afronding

Tolerantie

Respect

Je accepteert dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij

Je de ander in zijn of haar waarde laat