stadsplan: geld - overheid - lonen

Hoeveel zakgeld krijg jij per maand?
1 / 32
next
Slide 1: Open question
Maatschappelijke vormingSecundair onderwijs

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Hoeveel zakgeld krijg jij per maand?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Video

Waaraan geef je je zakgeld uit?

Slide 3 - Open question

Wat is de grootste uitgave van jongeren?
A
schoenen
B
snoep, eten en drinken
C
cadeaus
D
kleding

Slide 4 - Quiz

Wie is er het best bezig?
A
uitgaven > inkomsten
B
inkomsten = uitgaven
C
uitgaven = inkomsten
D
inkomsten > uitgaven

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

video 'Hoe zal ik het zeggen'
(man die onnodig geld uitgeeft)

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Is er iemand van jullie die rookt?

Slide 9 - Slide

Waarom roken jullie niet?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoeveel kost een pakje sigaretten?
( pakje van 20 sigaretten)
A
€ 5,00
B
€ 6,00
C
€ 7,00
D
€ 8,00

Slide 13 - Quiz

In Nederland ...
€ 8,00

Slide 14 - Slide

In Luxemburg
€ 5,30

Slide 15 - Slide

in Amerika
€ 6,54

Slide 16 - Slide

In Australië
€ 22,21

Slide 17 - Slide

Verklaar die prijsverschillen!

Slide 18 - Open question

Dit is de prijs van een pakje:
€ 1,60

Slide 19 - Slide

de overheid verdient eraan door
belastingen

Slide 20 - Slide

Geef 1 belasting die gehoffen worden op sigaretten ...
A
accijnzen
B
rozijnen
C
BTW
D
BTS

Slide 21 - Quiz

accijnzen betaal je op sigaretten, frisdrank, sterke drank en b...
A
bananen
B
brandstof
C
bonen
D
broodroosters

Slide 22 - Quiz

accijnzen betaal je dus ...
vooral voor ongezonde goederen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Hoeveel BTW moet deze persoon betalen

Slide 25 - Slide

... ?
A
€ 9,00
B
€ 208,01
C
€ 17,51
D
€ 190,50

Slide 26 - Quiz

Hoeveel BTW moet deze persoon betalen

Slide 27 - Slide

0%
6%
12%
21%
smartphone
kranten
margarine
eieren

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Video

Slide 30 - Slide

Je ...................................... is het loon dat je op rekening gestort krijgt.
A
nettoloon
B
brutoloon
C
RSZ
D
belastingen

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video