This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
'Tijd' in de verhaalanalyse
Slide 2 - Mind map
Verhaalanalyse: Tijd
De schrijver kan de tijd beïnvloeden: Vroeger en nu, in volgorde of niet, vooruit of terug laten denken, vertragen of versnellen of zelfs overslaan, in de geschiedenis of de toekomst... Je moet de bijbehorende begrippen kennen.
Slide 3 - Slide
Historische tijd
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
04:16
Wat valt er op aan de 'tijd' in deze videoclip van Coldplay?
Slide 8 - Open question
Tijd
chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
fabel: samenvatting van het verhaal in chronologische volgorde
sujet: samenvatting van het verhaal in de volgorde zoals ze in het verhaal voorkomen
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Sujet (plot): H1: Het wrak van de Titanic wordt ontdekt (1985) H2: bejaarde Rose Dawson herkent zichzelf op de gevonden tekening H3: Rose gaat het onderzoeksteam helpen, vertelt haar verhaal H4-10: Liefdesgeschiedenis tussen Rose en Jack op de Titanic (in 1912)
Wat is de juiste volgorde van de fabel (chronologische geschiedenis)?
A
H1 - H2 - H3 - H4-10
B
H4-10 - H1 - H2 -H3
C
H3 - H2 - H1 - H4-10
D
H4-10 - H1 - H2 - H3
Slide 11 - Quiz
Tijd
Vertelheden: het nu in het verhaal
Belevend ik: personage maakt gebeurtenissen mee terwijl er over verteld wordt.
Vertellend ik: vertelwijze achteraf, een ik-persoon die vertelt over gebeurtenissen die eerder hebben plaatsgevonden
Slide 12 - Slide
Tijd
chronologisch: de gebeurtenissen worden verteld in de tijdsvolgorde waarin ze plaats hebben gevonden.
flashback: lezer wordt teruggenomen naar het verleden
terugverwijzing: kort iets uit het verleden benoemen
Slide 13 - Slide
Tijd manipuleren
Tijdsprong: er wordt tijd overgeslagen
Flashback: een beschrijving van een gebeurtenis die eerder heeft plaatsgevonden. Het verhaalheden wordt onderbroken
Terugwijzing: een korte verwijzing (meestal maar één zin) naar iets wat eerder heeft plaatsgevonden. In tegenstelling tot een flashback onderbreekt een terugwijzing het verhaal niet.
Flashforward: een beschrijving van een gebeurtenis die nog moet plaatsvinden. Het verhaalheden wordt onderbroken.
Vooruitwijzing: een korte verwijzing naar de toekomst
Slide 14 - Slide
Lieve Kitty, Vanaf zondagmorgen tot nu lijkt een afstand van jaren. Er is zoveel gebeurd dat het is of de hele wereld zich plotseling omgedraaid heeft, maar Kitty, je merkt dat ik nog leef, en dat is de hoofdzaak zegt vader.
Ik had mijn rijbewijs net opgehaald op het gemeentehuis van de gemeente Renkum. De rij was gelukkig kort geweest.
Hij keek nog een keer achterom, maar trapte toen stevig door en kwam gelukkig ruim voor de bel bij het fietsenhok aan. Opgelucht liep hij de school binnen. Maar Wouter wist niet dat die beslissing bij het spoor hem nog duur zou komen te staan!
Mulder denkt terug aan de vorige keer dat hij in dit land op bezoek was. Het was een ervaring waar hij zijn verdere leven de gevolgen van zal dragen.
Belevend ik
Vertellend ik
Flashforward
Flashback
Slide 15 - Drag question
Welk begrip hoort bij de omschrijving: 'de tijd waarin het verhaal zich afspeelt'
A
vertelde tijd
B
historische tijd
C
tegenwoordige tijd
D
verteltijd
Slide 16 - Quiz
Een flashforward...
A
Is een korte vooruitwijzing naar de toekomst
B
Geeft informatie over het verleden en maakt het heden zo begrijpelijker.
C
Onderbreekt de chronologie van een verhaal.
D
Vertelt een gebeurtenis uit de toekomst
Slide 17 - Quiz
In een flashback...
A
...neemt de schrijver de lezer mee naar een gebeurtenis in het verleden.
B
...wordt er in een of twee zinnetjes teruggekeken naar het verleden.
C
...wordt er door de schrijver vooruit gekeken naar de toekomst.
D
...blijft de chronologie van het verhaal gelijk
Slide 18 - Quiz
Wat is een vooruitwijzing?
A
Een korte aanwijzing over iets dat verderop in het verhaal gaat gebeuren.
B
Een flashforward.
C
Een onderbreking in de chronologie door uitgebreid iets te vertellen dat
verderop in het verhaal gaat gebeuren.
D
Een sprong in de tijd, waarover niet verteld wordt
Slide 19 - Quiz
Wat is vaak de bedoeling van een vooruitwijzing?
A
spanning opwekken
B
een flashback geven
C
nieuwsgierig maken
D
informatie verduidelijken
Slide 20 - Quiz
Een flashforward en een vooruitwijzing zijn hetzelfde