Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein.... Geschenk (s).
Bij de 1e, 3e of 4e naamval krijg je bij m, v, o en mv andere uitgangen.
Kijk maar:
Meine Schwester (onderwerp, 1e naamval) gab meiner Mutter (meewerkend voorwerp, aan mijn moeder, 3e naamval) ein Geschenk (lijdend voorwerp, 4e naamval)