This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je beoordelen welke soorten hulp je in voorbeelden tegenkomt.
Slide 1 - Slide
Vandaag
Soorten hulp
Slide 2 - Slide
Vragen
In de volgende dia zie je een tabel die informatie over verschillende landen vergelijkt.
Kijk deze tabel goed door, daarna maak je een paar vragen hierover.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Als je de vorige tabel bekijkt, in welke dingen zie je dan de meeste ongelijkheid tussen deze landen?
Slide 5 - Open question
Als je naar de tabel hierboven kijkt, wat heeft naar school gaan dan te maken met je inkomen later?
Slide 6 - Open question
Als je naar de tabel kijkt, wat kun je beter doen om Mali te helpen: scholen bouwen of geld geven? Leg uit.
Slide 7 - Open question
Hulp en rampen
In 2017 raasde er een grote orkaan over Caribisch Nederland. Eilanden zoals Sint Maarten werden hard getroffen. Kijk onderstaand clipje voor de hulp die na de orkaan op gang kwam.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Op welke manier helpen de Nederlandse soldaten de mensen op Sint-Maarten in de clip?
Slide 10 - Open question
Hoe noem je dit soort hulp (kijk in je boek op blz. 46 voor meer info).
A
Noodhulp
B
Ontwikkelingshulp
C
Goed Doel
D
Duurzame hulp
Slide 11 - Quiz
Waarom is deze hulp belangrijk?
Slide 12 - Open question
Elke vorm van hulp heeft voordelen en nadelen. Wat zijn nadelen bij dit soort hulp bij rampen?
A
Je helpt mensen niet echt
B
Je kunt er niet voor eeuwig mee doorgaan
C
Het kost veel geld
D
Je kunt beter gewoon geld geven.
Slide 13 - Quiz
In Nederland werken veel hulp-organisaties samen in de vorm van 'Giro555'. Waar helpt Giro555 nu mee?
A
Het coronavirus bestrijden in Nederland
B
Hongersnood
C
In Turkije helpen na een aardbeving
D
Slachtoffers van de oorlog in Oekraïne
Slide 14 - Quiz
Duurzame hulp
Lees de tekst 'duurzame hulp' uit je lesboek (blz. 47) en lees ook bron 8 (staat aan de zijkant op die bladzijde).
De volgende vragen gaan over deze soort hulp.
Slide 15 - Slide
Hieronder zie je een aantal voorbeelden van helpen. Sleep ze naar de juiste groep: is het 'tijdelijke hulp' of 'duurzame hulp'?
Tijdelijke hulp
Duurzame hulp
Je verzorgt je moeder die ziek is.
Je laat een klasgenoot je huiswerk overschrijven.
Je geeft je opa een nieuwe barbecue voor zijn tuinfeestjes.
Je geeft geld aan een dakloze.
Je leert je beste vriend hoe hij een lekke band moet plakken.
Je organiseert een berenjacht voor kinderen in een lockdown.
Je helpt iemand met leren lezen en schrijven.
Je legt je oma uit hoe whatsapp werkt.
Slide 16 - Drag question
Leg in je eigen woorden uit: wat betekent 'duurzame hulp'?
Slide 17 - Open question
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 18 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen