Maatwerk th2: lesson 2

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's Lesson

* Sentence structure explanation
* Past continuous explanation
* Past continuous kahoot
Goal: You will be able to use the past continuous via the sentence structure method you are going to learn in this lesson

Slide 2 - Slide

Grammar: Sentence Structure
Watch the next video to learn more about word  order. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Grammar: Sentence Structure
Subject, Verb, Object, Manner, Place Time

Slide 5 - Slide

Grammar: Sentence Structure
wie,        doet,        wat,            waar,        wanneer
Nu jullie in het Engels
Bedenk zelf 5 zinnen.
Je zin moet altijd een wie en een doet hebben. de wat, waar en wanneer hangt af van de informatie die je wilt vertellen (zie voorbeelden)
timer
4:00

Slide 6 - Slide

Grammar: Sentence Structure
wie,        doet,        wat,            waar,        wanneer
Nu jullie in het Engels

Slide 7 - Slide

Weet je nog wat de present continuous is? (geef een voorbeeld als je het weet)

Slide 8 - Open question

Grammar: Past continuous
de past continuous is eigenlijk hetzelfde als de present continuous, maar dan in de verledentijd

Net als de present continuous gebruikt de past continuous twee werkwoorden.

1. Het eerste werkwoord is een vorm van to be in de verleden tijd
2. Het tweede werkwoord eindigt altijd op -ing


Slide 9 - Slide

Grammar: Past continuous
Net als de present continuous gebruikt de past continuous twee werkwoorden.

1. Het eerste werkwoord is een vorm van to be in de verleden tijd
2. Het tweede werkwoord eindigt altijd op -ing

Past betekend verleden, daaraan kan je zien dat het eerste werkwoord van de past continuous in de verledentijd moet komen te staan

Aan het woordje continuous kan je zien dat je tweede werkwoord eindigd op -ing





To be
(in de verledentijd
I was
she/he/it was
They were
we were
you were

Example of the past continuous:
- She was walking home
- They were walking home

Slide 10 - Slide

Grammar: Sentence Structure + Past Continuous
wie,        doet,        wat,            waar,        wanneer
Probeer de structuur met de past continuous

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link