Thema 1 les 2 Germaanse goden

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

waar ging de vorige les over?

Waarom hadden de Germanen zoveel goden?

Heb je er weleens bij stilgestaan hoeveel jij weet over de tijd, de seizoenen, de natuur, het weer en de planeten? 

Bedenk eens hoe het geweest moet zijn voor de Germanen die al die kennis nog niet hadden. Misschien kunnen wij het vergelijken met iets waar wij helemaal niets of nog heel weinig over weten. Als je iets niet weet, wat ga je dan doen?

We lezen de tekst op bladzijde 12 en 13 van het lesboek.

3. Waarom kun je een kalender maken als je naar de sterren kijkt?

4. Wat is het verschil tussen een afvalkuil en een offerkuil?

Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 6 en 7 in je werkschrift.

Klaar?

Nakijken en verbeteren.

Na afloop is er een quiz en een filmpje.

Germaanse priesters geloofden dat de natuur...

1. heilig was en speciale krachten had
2. gemaakt was door de goden

Om de goden te vereren, hielden de Germanen...

1. koeien
2. rituelen
3. oogstfeesten

Tijdens die rituelen werden er ... geofferd.

1. dieren
2. mensen
3. planten

Er zijn kuilen teruggevonden met daarin ...

1. botjes en schedels
2. takken
3. schilderingen
4. potten

Die kuilen heten ...

Jagers offerden dieren.

1. waar
2. niet waar

Germanen vereerden hun goden.

1. waar
2. niet waar

Lees de teksten op bladzijde 14 en 15 van je lesboek 

en maak opgave 5  t/m 8.

Wodan

Donar

Freya

Tyr

Woensdag

Vrijdag

Dinsdag

Donderdag

Oppergod

God van oorlog en recht

God van de donder

God van de liefde

Als een volk in verschillende goden gelooft, heet dat ...

De Germanen geloofden in ...

1. een god
2. meer goden

Voor ... was er een god.

1. elke dag
2. elk natuurverschijnsel

Het was belangrijk dat die goden blij waren. Daarom ... gegeven

1. werden er offers
2. werd er geld

maandag

dinsdag

woensdag

donderdag

vrijdag

zondag

de god Týr

de zon

de maan

de god Donar

de god Wodan

de godin Freya

Wist je dat ...

... de verhalen over de Germaanse goden bewaard zijn gebleven in een boek: de Edda.

Dit boek is pas eeuwen later geschreven. 

De Germanen gaven hun verhalen mondeling door. 

Ze kenden geen schrift.

Waarom hadden de Germanen
zoveel goden?

Wat vond je van
deze les?