Herhaling Hoofdstuk 3

Alle Paragrafen en
 Prinsjesdag 
Hoofdstuk3

1 / 33
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Alle Paragrafen en
 Prinsjesdag 
Hoofdstuk3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Samen herhalingsopgaven bekijken
  • Begrippen bekijken en beschrijven werkblad
  • Quiz

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel leden zitten er in de Eerste Kamer?
A
75
B
76
C
100
D
150

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel leden zitten er in de Tweede Kamer?
A
75
B
150
C
200
D
250

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Eerste Kamer
Staten-Generaal
Tweede Kamer

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Minister-president
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Regering
Koning
Kabinet
Minister-president
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

De regering bestaat uit...
A
Eerste en Tweede kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Parlement en Koning

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het kabinet bestaat uit..
A
Eerst en Tweede Kamer
B
Koning en Ministers
C
Ministers en staatssecretarissen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De regering moet de Tweede Kamer controleren
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Je ziet op de factuur dat je btw moet betalen, maar waar staat btw eigenlijk voor?
A
Betalen Tegen Wil
B
Belasting Toegevoegde Waarde
C
Bijzonder Toegevoegde Winst

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Chaima heeft de vloer van haar keuken opnieuw laten betegelen. Ze bekijkt de rekening van de tegelzetter. ‘Kijk hier nou, die btw’, moppert ze. ‘Komt er zomaar even € 147 boven op de prijs.’

Aan wie moet Chaima € 847 betalen?
A
De overheid
B
Tegelbedrijf de Groot bv

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk bedrag gaat uiteindelijk naar de overheid?
A
€700
B
€147
C
€847

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder staan verschillende soorten inkomsten van de overheid.
Wanneer is er sprake van belastingontvangsten? Kies de juiste drie opties.

Belastingontvangsten

een deel van de nettowinst van een nv of bv
jouw boete voor te hard rijden
een percentage van de omzet van bedrijven
Ontvangst voor vernieuwing van een rijbewijs
collegegeld als je studeert
een deel van je salaris
jouw contributie voor de bibliotheek 

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Tegelbedrijf De Groot bv heeft een rekening van € 847 gestuurd naar Chaima.
Over een gedeelte moet het tegelbedrijf vennootschapsbelasting betalen.
Welk bedrag telt mee voor de berekening van de vennootschapsbelasting?
A
€147
B
€112
C
€150
D
€310

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Ik kan aangeven wat Prinsjesdag is.
  • Ik kan toelichten wat de troonrede inhoudt.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Prinsjesdag
  • 3e dinsdag van september
  • De rijksbegroting = een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk
  • de miljoenennota = de toelichting op de rijksbegroting

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Rijksbegroting en miljoenennota
De rijksbegroting is een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven vor het komend jaar. 

De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting door de minister van Financiën. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De rijksbegroting is een overzicht van:
A
alle verwachte inkomsten en uitgaven
B
alle verwachte begrotingen in een land
C
alle begrotingen van alle ministers
D
de staatsschuld

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het parlement?
A
eerste kamer
B
tweede kamer
C
eerste en tweede kamer samen
D
derde kamer

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Staatsschuld
  • een begrotingstekort - toename staatsschuld
  • een begrotingsoverschot- afname staatsschuld



Slide 25 - Slide

This item has no instructions

 Wat zit er in het koffertje van 
de Minister van Financiën?
Vraag 3
Troonrede
-------- ----- ----- ----- -- ------ ------- ---- -------- ------- --- --- ------ -
Rijksbegroting
  • ----- ---- --
  • ----- - - ---
  • --- - - -----
  • -- ----- ---
                     
Grondwet
  1. ----- --- 
  2. ----- ---
  3. -- --- --
  4. --- -- ---
Stembiljet
  • ----- --- 
  • ----- ---
  • -- --- --
  • --- -- ---
Miljoenennota
          ------ 
             ----
          ------
               ---
            ----- €

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Koppel de woorden aan het 
juiste icoon.
Vraag 4
"Leden van de 
Staten Generaal"
Statement maken
Minister van Financiën
Start van het regeringsjaar
Inkomsten en uitgaven van NL

Slide 27 - Drag question

This item has no instructions


Hoeveel geld denk je dat de overheid per jaar (in miljarden euro's) kan uitgeven?
1500

Slide 28 - Poll

This item has no instructions

Wat als jij het geld van Nederland 
mocht verdelen?
Discussie
Had jij de verdeling anders gemaakt? Leg eens uit waarom?
Zorg
Sociale Zekerheid
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gemeenten en provincies
Justitie en Veiligheid
Overig

Slide 29 - Slide

Aan de hand van deze slide kan het gesprek met de klas worden aangegaan. Wat vinden zij belangrijke uitgavenposten? Waarom en hoe zouden zij daar invloed op kunnen uitoefenen?

Slide 22 en 23 gaan in de vorm van een poll door op de inhoud van deze slide.

Aan welke uitgavenpost zou jij 
het meeste geld geven?
Poll

Slide 30 - Poll

This item has no instructions


Aan welke uitgave post zou jij het meeste geld geven? 
Welke uitgavenpost krijgt van jou 
het minste geld?
Poll

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Begrotingstekort & -overschot
  • Begrotingstekort = uitgaven > inkomsten
  • Geld lenen
  • Bezuinigen
  • Belastingen verhogen
  • Begrotingsoverschot = inkomsten > uitgaven
  • Schuld aflossen
  • Meer uitgeven

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag 

Wat jij nu nog kan doen?
opdrachten maken, online
De begrippen zelf op een rijtje zetten
een samenvatting maken


Slide 33 - Slide

This item has no instructions