2.2 D meewerkend voorwerp

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Beginnen met 2.1 B

1 Planning en agenda
2 10 minuten stillezen

3 Quizje

[e-mail]

4 Grammatica - meewerkend voorwerp

5 Zelfstandig werken

6 Afsluiten met Plenda!

Welkom!

'10' minuten

stillezen, waarbij ik jullie opdraag rustig je leesboek te pakken en weg te zwijmelen in een fictionele droom.

Hoeveel zinsdelen heeft de basiszin van
"paardrijden"?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Opdragen.
Kies voor dit werkwoord de zinsdelen die deel uitmaken van de basiszin.

1. onderwerp
2. onderwerp - lijdend voorwerp
3. onderwerp - lijdend voorwerp - meewerkend voorwerp

Hebben de werkwoorden ‘eten’ en ‘verslinden’ dezelfde basiszin?

1. Ja, je eet en je verslindt altijd 'iets'.
2. Nee, alleen bij verslinden heb je een lijdend voorwerp nodig.
3. Nee, alleen bij eten heb je een lijdend voorwerp nodig.
4. Ja: 'Ik eet.' Ík verslind.'

Een basiszin heeft altijd een

1. lijdend voorwerp
2. onderwerp en lijdend voorwerp
3. persoonsvorm en onderwerp
4. onderwerp en bijwoordelijke bepaling

Uit hoeveel delen bestaat de basiszin met de persoonsvorm 'geven'?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

De basiszin voor een zin met een meewerkend voorwerp bestaat uit ...

1. één deel
2. twee delen
3. drie delen
4. vier delen

Uit hoeveel bouwstenen bestaat de basiszin van 'begrijpen'?

1. 1
2. 3
3. 2

inloggen.learnbeat.nl

Aan de slag!

Maak de vragen van 2.2 D

Vooruit werken? Ga lezen! Of bezig met de boekenopdracht.

• Overleggen mag (op fluistertoon).
• Heb je een vraag, hand omhoog!
• Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee

Agenda - Plenda

Huiswerk:

Maak de vragen van 2.2 D