7.3 Napoleon

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Slide

Wat was het doel van rationeel optimisme (verlichting)?
A
Het afschaffen van het ancien regime (Geestelijkheid, adel, de rest)
B
Het volk opvoeden als intellectuelen
C
Een betere, eerlijker samenleving ontwikkelen
D
Het creëren van een democratische samenleving

Slide 2 - Quiz

Lodewijk XIV baseerde zijn macht op het 'droit divin'. Wat is dit?
A
Dat hij zijn macht van god heeft gekregen
B
Dat hij zijn macht namens de paus heeft gekregen
C
Dat het volk hem deze macht heeft gegeven
D
Dat hij door een erfenis via zijn vader de macht heeft gekregen

Slide 3 - Quiz

Het 'sociaal contract' van Locke is een deal tussen vorst en volk. Wat houdt deze deal in?
A
Een koning mag regeren als hij handelt in het belang van het volk
B
Het volk mag een koning kiezen die het beste voor het volk is
C
Het volk heeft de macht en de koning heeft het volk te dienen
D
Een koning krijgt de absolute macht zolang hij handelt in het belang van het volk

Slide 4 - Quiz

De president
Leider van de regering en de strijdkrachten.
Hooggerechtshof
Controleert de regering. Kan wetten en besluiten verbieden die in strijdt zijn met de grondwet.
Congres
Het parlement van Amerika. Hierin maken afgevaardigden van de staten wetten
Sleep de machten naar de juiste persoon/instituut
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechterlijke macht

Slide 5 - Drag question

Hiernaast zie je een uitspraak van Fredrik de Grote (verlicht absolutist)

Bij welke filosofie van de volgende verlichtingsdenkers sluit deze uitspraak het beste op aan?
A
Montesquieu
B
Voltaire
C
Locke
D
Rousseau

Slide 6 - Quiz

Voltaire
Montesquieu
Rousseau
Locke
Diderot
Macht moet verdeeld zijn in drie onderdelen: wetgevende, uitvoerende en rechterlijke
Sociaal contract waarbij het volk altijd de hoogste macht behoud
Sociaal contract waarbij mensen uit hun midden bestuurders kiezen en het recht behoud om ze af te zetten
Het overgrote deel van het volk is te dom om bestuurlijke verantwoordelijkheid te dragen
Bedenker van de Ecyclopédie om het volk te onderwijzen

Slide 7 - Drag question

Kort samengevat 7.1
  • Tijdens de 17e eeuw kwam er een stroming op gang van intellectuelen die van mening waren dat je met verstand (ratio) de samenleving kon verbeteren (rationeel optimisme). Zo waren zij van mening dat mensen als gelijken geboren waren en daarom bepaalde universele rechten hadden (natuurlijke rechten). De beweging staat bekend als de (verlichting)

  • Verlicht filosofen als John Locke geloofde dat koningen hun macht niet van god kregen (droit divin) maar van het volk en als de vorst niet in het belang van het volk handelde dat zij het recht hadden hem af te zetten (sociaal contract).

  • Jean Jacques Rousseau was ook een voorstander van deze sociaal contract theorie maar vond dat de hoogste macht altijd bij het volk moest liggen.

  • Terwijl Voltaire juist van mening was dat 9/10 mensen te dom waren voor bestuurlijke verantwoordelijkheid. Om deze reden was Voltaire juist heel populair bij verlicht absolutisten als Frederik de Grote of Catherina de Grote.

  • De filosoof Montesquieu geloofde dat de macht verdeeld moest zijn onder een wetgevend, uitvoerende en rechterlijk macht (Trias politica)

Slide 8 - Slide

10

Slide 9 - Video

01:27
Plaats de volgende standen op de goede plek in grafiek:

Bevolkingsaantal
per stand
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 10 - Drag question

01:27
Plaats de volgende standen op de goede plek in grafiek:

Land per 
stand
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 11 - Drag question

01:27
Tekst
Geef de verhouding tussen de standen aan op deze afbeelding:
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 12 - Drag question

01:48
Welke oorzaken voor de Franse revolutie worden genoemd?

Slide 13 - Open question

02:19
Het stemproces was bij voorbaat al niet eerlijk voor de derde stand. Waarom niet?

Slide 14 - Open question

03:18
Bij welke verlicht filosoof past dit principe het beste?
A
Locke
B
Montesquieu
C
Rousseau
D
Voltaire

Slide 15 - Quiz

03:41
Waarom zou men ervoor kiezen om de koning te laten leven?
A
Om de rust in het land te bewaren
B
Zodat ze gebruik konden maken van zijn geld
C
Om te voorkomen dat Frankrijk aangevallen zou worden
D
Omdat de koning de kant van de revolutionairen koos

Slide 16 - Quiz

03:49
Hoe kijkt de tekenaar van deze prent aan tegen de radicalen?

Slide 17 - Open question

04:49
Wie maakt een einde aan deze chaos?
A
Napoleon Bonaparte
B
Napoleon Banoparte
C
Napoleon Bamoparte
D
Napoleon Bonaparty

Slide 18 - Quiz

03:49
Terreur
  • Radicale revolutionairen (Jacobijnen) vonden de veranderingen niet genoeg.

  • Complete transformatie; iedereen die tegen is, is tegen de revolutie.

  • Duizenden burgers, edelen, geestelijken stierven door de guillotine (terreur)

  • De terreur werd beëindigt nadat tijdens een opstand de leider Robespierre met geweld werd onthoofd.

Slide 19 - Slide

Directoire
Ancien Regime
Staten-generaal
Nationale vergadering
Periode van 'Terreur'
Bestorming Bastille
Constitutionele monarchie

Slide 20 - Drag question

Kort samengevat 7.3
  1.  Frankrijk bestaat uit een standensamenleving de eerste stand bestaat uit de geestelijkheid, de tweede stand uit de adel en de derde stand uit de rest. Alleen de derde stand betaalde belasting, daarbij hadden de eerste en tweede stand privileges.
  2. In de 18e eeuw zat Frankrijk in economische problemen. Koning Lodewijk XVI wilde nieuwe belasting invoeren, maar door slechte oogsten kond de derde stand de belasting niet meer op brengen. Dus om steun te krijgen voor zijn plan roept de koning de Staten-Generaal bijeen.
  3. Tijdens de Staten-Generaal zou per stand gestemd worden, waardoor het voor de derde stand uitzichtloos was. Zij verlieten de Staten-Generaal en riepen zich uit tot de Nationale Vergadering en beloofden een grondwet te schrijven. De koning noch de eerste of tweede stand willen hier aan mee werken.
  4. De derde stand bestormd hierop de Bastille (wapens) en grijpen de macht in Parijs. Met het uitbrengen van de Rechten van de Mens en Burger (grondwet) wordt Frankrijk een constitutionele monarchie
  5. Radicale revolutionairen (Jacobijnen) vinden de veranderingen niet ver genoeg gaan en eisen verdere hervormingen. Na een staatsgreep wordt koning XVI onthoofd en iedereen die tegen de ideeën van de Jacobijnen is wacht hetzelfde lot (terreur)
  6. Generaal Napoleon Bonaparte maakt gebruik van de onrust in Frankrijk om een staatsgreep te plegen en roept zichzelf uit tot keizer.

Slide 21 - Slide

Homework
Lezen:

Maken:


Slide 22 - Slide

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 23 - Slide

Situatie na de Gouden Eeuw (1672-1784)
  • Belangrijke bestuursfuncties in handen van de regenten

  • Stadhouder Willem V gaat zich steeds meer als een koning gedragen

  • Economie en militaire situatie verslechteren met de dag

  • Koloniale gebieden worden overgenomen door de Britten

Slide 24 - Slide

Patriotten
  • Vanuit verlichtingsideeën van vrijheid en gelijkheid ontstaan de patriotten.

  • Vooral in de steden en onder de normale burgerij vind men veel aanhangers van de patriotten

  • Ook Willem V kan op aanhangers rekenen de: Oranjegezinden.

Slide 25 - Slide

Uit welke bevolkingslaag zouden de aanhangers van Willem V vooral komen?
A
De edelen
B
De boeren
C
De rijke burgerij
D
De regenten

Slide 26 - Quiz

Vluchten uit NL
  • Patriotten richtten vrijkorpsen op en dwingen stadsbesturen af te treden.

  •  Willem V vlucht naar Nijmegen; zijn vrouw prinses Wilhelmina wordt echter gevangen genomen door de patriotten.

  • De broer van Wilhelmina (koning van Pruisen) komt Wilhelmina te hulp en verdrijft de patriotten naar Frankrijk.

Slide 27 - Slide

Zouden de patriotten in Frankrijk steun ontvangen?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Terug naar NL
  • De revolutionairen willen de democratische revolutie exporteren

  • De gevluchte patriotten keren met een Frans leger terug naar de republiek.

  • Willem V vlucht naar Engeland

  • De Bataafse republiek wordt gesticht
in werkelijkheid hadden de Fransen de macht, permanente aanwezigheid van Frans leger in de republiek

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Zouden de idealen van de vrijheid overeind blijven tijdens het bewind van Napoleon?
Ja
Nee

Slide 31 - Poll

Na de revolutie
  • Na een referendum laat Napoleon zichzelf kronen tot keizer

Bestuur Napoleon
1) Grondwet blijft bestaan, waaronder:
  • Vrijheid van religie
  • Afschaffing van standenmaatschappij
  • Gelijkheid voor de wet
2) Uniformering in de rechtspraak en wetten.
3) Geen inspraak meer in het bestuur

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Congres van Wenen
  • Doel: Europa politiek en staatkundig stabiel maken.

  • Praktijk: Eén groot zuip/dans festijn. 'Het Congres danst, maar komt niet vooruit'

  • Conclusie: Verlichting idealen zorgden voor chaos, maar terug naar het ancien regime is ook geen optie.

1) Grondwetten blijven, grondrechten worden beperkt
2) Parlementen bleven, maar kregen minder macht
3) Koning werden herbenoemd, maar geen absolutisme
4) Staatkundige aanpassing van Europa (bufferstaten rondom Frankrijk creëren) ; Nederland en België samengevoegd als een constitutionele monarchie

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Homework
Lezen:

Maken:


Slide 36 - Slide