Handhygiene

Handhygiëne 
ZV
1 / 10
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Handhygiëne 
ZV

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Weetjes over handen wassen
  • Slechts 30% van de mensen wast handen met zeep na toiletbezoek
  • Op de gemiddelde computermuis zitten ruim 10.000 organismen per cm2, en op een toetsenbord zelfs het dubbele.
  • Een besmette hand kan virussen en bacteriën overbrengen naar vijf nieuwe oppervlaktes of veertien mensen
  • Tachtig procent van de besmettingen tussen mensen gebeurt via de handen.
  • Maar ... goed nieuws... goede hand hygiëne verminderd de kans op ziektes .

Slide 5 - Slide

Wanneer handen wassen?
  • Als je handen vuil zijn;
  • Voor het (klaarmaken van) eten; en na aanraken van rauw vlees.
  • Na toiletbezoek;
  • Na hoesten, niezen in de handen (Tip: nies of hoest in de arm!)
  • Na neus snuiten;
  • Na buitenspelen;
  • Na verschonen van een kind;
  • Na aaien of knuffelen van (huis-)dieren;
  • Na schoonmaken. Dus ook nadat je een vaatdoekje hebt gebruikt.

  • VOOR & NA PATIËNTEN/CLIËNTEN ZORG

Slide 6 - Slide

Handhygiëne bestaat uit reinigen, desinfecteren en ..... van je handen
A
weken
B
drogen
C
masseren
D
verzorgen

Slide 7 - Quiz

We onderscheiden vijf momenten van handhygiëne.

Vraag:
Wat is hier een voorbeeld van?
A
na contact met lichaamsvloeistoffen,
B
na het aanraken van de omgeving van de zorgvrager
C
voor aanraken zorgvrager,
D
A, B en C

Slide 8 - Quiz

Een ander voordeel is dat desinfecteren ..... dan regelmatig je handen wassen
A
Goedkoper is
B
Beter voor je huid
C
A en B

Slide 9 - Quiz

Wanneer was je je handen i.p.v. desinfecteren met handalcohol?
A
Bij zichtbare vuile handen
B
Bij natte handen
C
bij contactisolatie bij een zorgvrager met diarree met de clostridiumbacterie
D
A, B en C

Slide 10 - Quiz