H2 - P3 - week 8 - les 1 - grammatica H7.1 B, C en D

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken

Welkom

Nederlands 

Mevrouw Takken

Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

- Welkom 

- Grammatica H7.1 B bespreken

- Grammatica H7.1 D en C oefenen

Doel:

- Je benoemt signaalwoorden en verwijswoorden juist

- Je haalt de belangrijkste informatie uit teksten

- Je combineert informatie uit verschillende teksten om een volledig beeld te geven.

- Je benoemt het onderwerp en het gezegde in de zin

- Je ziet uit welke zinnen een samengestelde zin is samengesteld en hoe de zin in elkaar zit. 

Wat gaan we doen vandaag:

Dagopening

Stillezen

H7.1 B - voorzetselvoorwerp

Bespreken opdrachten 7.1 B

Verschil tussen deze twee zinnen: 

De leerlingen van klas 2 hingen aan de ringen in de sporthal.

De leerlingen van klas 2 hingen aan de lippen van de docent.

H7.1 B - voorzetselvoorwerp

Voorzetselvoorwerp in deze zin:

1. Overtuig de politieagent zo meteen op het bureau van je gelijk!

- Op het bureau is de plek

- Je overtuigt iemand van iets

de agent van je gelijk overtuigen 

van je gelijk = vzv

H7.1 B - voorzetselvoorwerp

Voorzetselvoorwerp hoort dus altijd bij het werkwoord

H7.1 B - voorzetselvoorwerp

Voorzetselvoorwerp hoort dus altijd bij het werkwoord

1. Mijn ouders hechten erg aan de waarheid.

2. Overtuig de politieagent zo meteen op het bureau van je gelijk!

3. Deze boete vloeit heel logisch voort uit je grensoverschrijdende gedrag

4. Bij aankomst op het bureau worden je eigendommen in een zakje aan de kapstok opgehangen.

5. Onverwacht ontsnapten de jongens uit het politiebusje.

6. Jasper schaamde zich ontzettend voor het gedrag van zijn vrienden.

VZV = voorzetsel + datgeen wat erbij hoort.

H7.1 D - Soorten werkwoorden

Zelfstandig werkwoord

Koppelwerkwoord

Hulpwerkwoord

Maak een (zo kort mogelijke) zin met een vorm van het werkwoord surfen

Maak een (zo kort mogelijke) zin met een vorm van het werkwoord zijn

Geven beide werkwoorden een actie aan?
(zijn en surfen)

Ja

Nee

H7.1 D - Koppelwerkwoord (kww)

De hond is ziek

De hond surft

H7.1 D - Koppelwerkwoord (kww)

Een zelfstandig werkwoord geeft een actie aan

- de hond surft

Een werkwoord kan ook een 'staat van zijn' of een eigenschap aangeven:

dan BEN je iets, je doet het niet. 

De hond is ziek

Mijn nichtje wordt druk van teveel suiker

Het koppelwerkwoord koppelt dus het onderwerp aan de eigenschap

H7.1 D - Koppelwerkwoord (kww)

Een zelfstandig werkwoord geeft een actie aan

- de hond surft

Een werkwoord kan ook een 'staat van zijn' aangeven:

dan BEN je iets, je doet het niet. 

De hond is ziek

Mijn nichtje wordt druk van teveel suiker

Het koppelwerkwoord koppelt dus het onderwerp aan de eigenschap

H7.1  - Taalverzorging 3 - Grammatica

Wat ga je maken:

- Onderdeel D (soorten werkwoorden)

- Onderdeel C (samengestelde zinnen)

Wanneer maak je dit:

- Deze les, anders huiswerk donderdag

Hoe:

Zelf aan de slag of gedeelte met docent meedoen

Aan de slag: