Geschiedenis les 1 thema Oud en Jong, Vroeger en nu
Thema geschiedenis: Oud en Jong, Vroeger en Nu
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBasisschoolGroep 3
This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Thema geschiedenis: Oud en Jong, Vroeger en Nu
Slide 1 - Slide
Hoe oud is deze boom geworden?
Hoe weet je dat?
Overleg met tafelgroep. Klaar? Steek je hand op!
timer
5:00
Slide 2 - Slide
Hoe oud is de boom geworden?
Hoe weet je dat?
Weten jullie van meer dingen hoe je kunt zien hoe oud ze (ongeveer) zijn?
jong/oud ei (zinken of drijven). Weet je dan precies hoe oud?
Relatief
leeftijd giraf (hoe ouder, hoe donkerder zijn vlekken)
papier (oud papier is vaak niet meer wit maar geelachtig)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Thema jong en oud, vroeger en nu
2 lessen
Wat doen we vandaag? Een getallenlijn maken van jullie geboortedatum!
Hiervoor maken we eerst een geboortekaartje
Slide 5 - Slide
Ontwerp een geboortekaartje
Wat staat erop? Naam, geboortedatum (?), leeftijd.
A4, (kleur)potloden
versieren naar eigen keuze!
help elkaar
tafelstem
15 minuten
Slide 6 - Slide
Eerder klaar?
Nog een geboortekaartje van juf Mirella (24-07-1976 43 jaar) maken of van papa/mama als je dit weet.
Haal de stamboom opdracht bij het digibord en teken je familie. Wat is een stamboom?
timer
15:00
Slide 7 - Slide
Geboortekaartjes van oud naar jong ordenen
Iedere tafelgroep gaat nu de geboortekaartjes op volgorde leggen: van het oudste kind naar het jongste kind.
Tafelstem, 8 minuten
timer
8:00
Klaar? Steek hand omhoog!
Slide 8 - Slide
Vertel het elkaar
we kijken naar 1 tafelgroep
Wie is hier het oudst? Wie het jongst?
Kijk goed! Klopt dit? Ja/nee
Maar ik zie iets vreemds? Jullie ook?
Iemand die in 2013 geboren is, is jonger dan iemand die in 2012 geboren is. Hoe kan dat? 2013 is toch meer dan 2012?
overleg 3 min. met je schoudermaatje, pinkstem
timer
3:00
Slide 9 - Slide
Wie weet het?
hoe kan dit? Kijk naar getallenlijn.
dan gaan we nu kijken naar de getallenlijn, ook wel eens als waslijn gebruikt.
ik heb hier het geboortekaartje van ...... hij/zij was de oudste van de tafelgroep. Ik heb ook het geboortekaartje van .... hij/zij was de jongste van de tafelgroep. Welke moet nu waar hangen?