Backup

1 / 21
next
Slide 1: Slide
ICTMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

PC-netwerken
  • Centralized computing
  • Distributed processing
  • Collaborative computing
  • Cloud-computing

Slide 2 - Slide

Centralized computing
Centralized computing
  • Mainframe of mini (één sterke computer die alle zware taken uitvoerde en daarbij het netwerk aanstuurde.
  • Voordelen
  • Nadelen


  • Komt nog maar zelden voor

Slide 3 - Slide

Distributed processing
Distributed processing
  • Losse computers die aan elkaar verbonden staan en samen taken uitvoeren.
  • Voordelen
  • Nadelen


  • Komt niet meer voor

Slide 4 - Slide

Collaborative computing
Collaborative computing
  • Computers die met elkaar verbonden zijn
  • Peer-to-peer (Computers die aan elkaar verbonden zijn)
  • Client-server (Computers die aan een server verbonden zijn)


  • Client-server komt het meest voor

Slide 5 - Slide

Cloud computing
Cloud computing
  • Datacenters
  • Computers zijn verbonden met een externe omgeving (cloud).
  • Wordt vaak in combinatie met collaborative (client-server)computing gebruikt.


  • De toekomst

Slide 6 - Slide

OSI model
  • Bekabeling, Wi-Fi, Bluetooth, DSL
  • Switch (MAC-adres, ARP, NIC)
  • Router (IPv4, IPv6, NAT)
  • TCP, UDP
  • Brengt een sessie tot stand (poorten) 
  • SSL, SSH, IMAP, FTP, MPEG, JPEG
  • HTTP, SSH, DNS, DHCP

Slide 7 - Slide

OSI model
  • Verbinding tussen NIC en switch of router
  • Het vertalen van binaire informatie
  • Routeert de paketten door het netwerk
  • Transport van data voor de applicaties
  • Beheert de sessie tussen twee hosts
  • Bepaalt de media van het netwerk
  • Toepassingslaag, wat de gebruiker ziet

Slide 8 - Slide

Host A verstuurt data naar Host B

Slide 9 - Slide

7.
6.
5.
4.
3.
2.
1.
Session
Physical
Application
Network
Transport
Data Link
Presentation

Slide 10 - Drag question

Physical Layer
  • Wi-FI
  • Bluetooth
  • 4G
  • Ethernetkabel
  • Koperenkabel
  • Glasvezelkabel
  • HUB
  • Repeater
  • USB

Slide 11 - Slide

Wat is bandbreedte (bandwidth)?

Slide 12 - Open question

Bandbreedte
Bandbreedte (bandwidth) is de theoretische maximale snelheid van een netwerk

Bijv. het netwerk kan theoretisch 1GB/s aan data versturen

Slide 13 - Slide

Wat is throughput?
A
De minimale snelheid van een netwerk
B
De daadwerkelijke snelheid van een netwerk

Slide 14 - Quiz

Throughput
Throughput is de daadwerkelijke snelheid van een netwerk.

Slide 15 - Slide

Mijn bandwidth is 1gb/s, maar de throughput is 100mb/s, welke conclusie kan ik trekken?
A
De provider kan de maximale snelheid niet leveren
B
Iets binnen het netwerk hindert de performance
C
De kabels binnen het netwerk kunnen de hogere sneheid niet aan
D
Het wi-fi signaal is niet goed genoeg waar de throughput getest wordt

Slide 16 - Quiz

Welke netwerkhardware ken je allemaal?

Slide 17 - Open question

Netwerk hardware
  • Server
  • UPS
  • Werkstation (PC/Laptop)
  • Bekabeling
  • Router
  • Switch
  • NAS en SAN

Slide 18 - Slide

Servers
Servers verzorgen functies in het netwerk
  • Inlog server
  • File server
  • Print server
  • Mail server
  • Applicatie server

Slide 19 - Slide

UPS
UPS (Uninterruptible Power Supply)
  • Wanneer de stroom uitvalt kan de server op de juiste manier worden afgesloten.
  • Om te voorkomen dat apparaten abrupt uitgaan

Slide 20 - Slide

NAS en SAN
NAS (Network Attached Storage)
SAN (Storage Attached Network)

  • Opslag waar alle computers via het netwerk bij kunnen komen.

Slide 21 - Slide