This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Today
Check vocabulary & reading
1
Slide 1 - Slide
This week
Slide 2 - Slide
Vocabulary A p36
C
F
E
A
B
D
Vocabulary B p 36
takes advantage of an opportunity
extend its product range
enter a market
make a breaktrough
meet a neet
raises their status
Slide 3 - Slide
1JAM1
1JAM2
1JAM3
While reading article 1 (p39 + Teams)
While reading article 1: Answer in Dutch
Wat is de functie die Google probeert te ontwikkelen voor nieuwe telefoons?
vertalen op basis van spraakherkenning
Van welke 2 bestaande functies wordt gebruikt gemaakt om de nieuwe functie te ontwikkelen?
1 automatisch vertalen via geschreven tekst op computer
2 spraakherkenning
Waarmee wordt de nieuwe software vergeleken in de laatste alinea?
Een menselijke vertaler, dus een tolk.
After: Write down your opinion on the software they’re trying to develop.
Slide 4 - Slide
1JAM1
1JAM2
1JAM3
While reading article 2
Probeer de betekenis van de woorden te raden uit de context:
- inflates - helmet- invention - recreating
blaast op -helm - uitvinding - nabootsen
Wat wordt bedoeld met de zin ‘The protection – ruining your hairstyle’ aan het einde van alinea 2?
Je moet er geen last van hebben.
Leg in het Nederlands uit hoe de airbag werkt.
Als de ingebouwde sensoren een botsing registeren wordt de airbag meteen geactiveerd en blaast zich op rond het hoofd van de fietser.
Slide 5 - Slide
1JAM1
1JAM2
1JAM3
While reading article 3
Leg op basis van alinea 1 uit wat dit apparaat doet.
Wat is de doelgroep van dit product?
Wat maakt dit product goedkoper dan een bank?
After reading
Leg in het Engels uit welk van deze 3 producten jij het meest geschikt vindt om op de markt te brengen. Leg uit waarom. Geef minimaal 3 redenen en gebruik tenminste 60 woorden.
Slide 6 - Slide
My English Lab
Work on My English Lab
Slide 7 - Slide
Homework
Study Vocab
Work on MyEnglishLab
Slide 8 - Slide
Today
Past Simple - Past Continuous
2
Slide 9 - Slide
Past Simple
Past continuous
- verleden tijd
- afgerond
- kort moment/feit
- verleden tijd
- iets was aan de gang (toen er iets anders gebeurde of op een specifiek moment)
ww +ed of 2e vorm
walked
go - went - gone
was of were + werkwoord + ing
He went home at three o'clock.
Yesterday afternoon they were discussing their expansion.
Beide vormen in 1 zin? Kort past simple, lang past continuous:
They were watching TV when the doorbell rang.
Slide 10 - Slide
Language review/MyEnglishLab
My English Lab:
Together: Language review B
Individually: Language review ACD
Book p 40: language review A: individually
timer
10:00
Slide 11 - Slide
skills and useful lanuage p 40/41
Aim: you can play a role in a succeful meeting.
You know what sentences to use.
Slide 12 - Slide
succesful meetings
Slide 13 - Mind map
1. The best number of people for a meeting is 6 or fewer.
agree
disagree
Slide 14 - Poll
2. Never have food or drink during a meeting.
agree
disagree
Slide 15 - Poll
3. Always start and finish a meeting on time
agree
disagree
Slide 16 - Poll
4. You should sit around a table when you have a meeting.
agree
disagree
Slide 17 - Poll
5. A meeting must always have a leader.
agree
disagree
Slide 18 - Poll
Go through useful language p 41
Any questions?
Slide 19 - Slide
1JAM1
1JAM2
1JAM3
Skills E p 41
Read assignment.
Make groups of 4, based on spinner.
Decide on how to divide the roles.
Read your own role.
Get started and make use of useful language
Slide 20 - Slide
Homework
Finish all assignments from My English Lab (16!) + language review A
Study vocabulary, language review, useful language