Thema 1 1.5 + 1.6 Levensfasen en Biologisch onderzoek

Thema 1 
Organen en cellen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 1 
Organen en cellen

Slide 1 - Slide

Lesindeling
Lesopening
Uitleg 1.5 + 1.6
Zelfstandig werken
Lesafsluiting

Slide 2 - Slide

Lesopening
Oefenen met begrippen

Slide 3 - Slide

Wat is een orgaan?
A
Een groep cellen met dezelfde functie
B
Een groep weefsels met dezelfde functie
C
Een deel van een organisme die een bepaalde taak uitvoert
D
Een cel van een organisme die een bepaalde taak uitvoert

Slide 4 - Quiz

Wat zijn levenskenmerken?
A
hoe groot en zwaar een organisme is
B
kenmerken van een levend organisme
C
de ontwikkeling van een organisme
D
kenmerken van een dood organisme

Slide 5 - Quiz

Kleinste

Grootste
Zet de woorden en afbeeldingen
in de goede volgorde, van klein naar groot.
weefsel
organisme
orgaanstelsel
orgaan
cel

Slide 6 - Drag question

Hoe zat het ookal weer? 
Cel
Organsime
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel

Slide 7 - Drag question

Sleep de afbeelding naar het juiste orgaanstelsel
Ademhalings-
stelsel
Spier
stelsel
beender
stelsel
bloedvaten
stelsel

Slide 8 - Drag question

Uitleg 1.5
1.5.1 Je kent twee soorten groei en ontwikkeling bij een mens.
1.5.2 Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijden.

Slide 9 - Slide

Levensfase
Een levensfase is een periode met bepaalde kenmerken die bij die fase horen.

Slide 10 - Slide

De levensfasen van een mens zijn:
• baby
• peuter
• kleuter
• schoolkind
• puber
• adolescent
• volwassene
• oudere

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Groei en ontwikkeling
• Mensen groeien en ontwikkelen zich lichamelijk en geestelijk.
– De lichamelijke groei stopt rond het 18e jaar. De lichamelijke ontwikkeling stopt niet.
– De geestelijke groei en ontwikkeling gaat door totdat een mens doodgaat.

Slide 14 - Slide

Uitleg 1.6 Biologisch onderzoek
1.6.1 Je kunt een biologisch onderzoek voorbereiden, uitvoeren en beoordelen.

In de biologie kun je onderzoek doen om dingen te ontdekken. Sommige bedrijven doen bijvoorbeeld onderzoek om nieuwe medicijnen te ontwikkelen.

Slide 15 - Slide

Een biologisch onderzoek bestaat uit een aantal stappen.
1. Wat wil ik onderzoeken?
- Onderzoeksvraag
- Hypothese
2. Wat is mijn werkplan?
- Hoe ga je de proef uitvoeren
3. Wat neem ik waar?
- Conclusie
- Beantwoorden van onderzoeksvraag

Slide 16 - Slide

Oefenvragen 1.5

Slide 17 - Slide

Sleep de juiste levensfase naar de juiste periode.
0 - 1,5 jaar
1,5 - 4 jaar
4 - 6 jaar
6 - 12 jaar
12 - 16 jaar
16 - 21 jaar
21 - 65 jaar
65+ jaar
Kleuter
Volwassene
Baby
Peuter

Adolescent
Puber
Oudere
Schoolkind

Slide 18 - Drag question

Wat is groei?
A
het groter en zwaarder worden van een organisme
B
veranderingen in de bouw van een organisme

Slide 19 - Quiz

Hieronder staan voorbeelden van geestelijke of lichamelijke ontwikkelingen. Bij welke levensfase of levensfasen horen deze ontwikkelingen?
Peuter
Schoolkind
Puber
Sterk veranderende gevoelens
Groeien 
Je leert zinnen praten
Je leert woordjes schrijven

Slide 20 - Drag question

Sleep de levensfase naar het goede plaatje
Oudere
Adolescent
Schoolkind
Puber
Volwassene
Baby
Peuter
Kleuter

Slide 21 - Drag question

Wat is ontwikkeling?
A
Groter en zwaarder worden van een organisme.
B
Verandering in de bouw van een organisme.

Slide 22 - Quiz

Wat doe je als laatste bij een biologisch onderzoek?
A
Conclusie trekken
B
Titel bedenken
C
Verwachting uitspreken
D
Werkplan opschrijven

Slide 23 - Quiz

Wat is geen ontwikkeling?
A
een rups komt uit een ei
B
in de puberteit verandert je lichaam
C
een bloem groeit op een struik
D
een plant groeit 5 cm per dag

Slide 24 - Quiz

Zelfstandig werken
1. Maken in je boek 1.5 opdracht 1+2+3+4+5
2. Leren om te onthouden (doorlezen + uit je hoofd kennen)
3. Maken in je boek 1.6 opdracht 1+5

Je werkt zelfstandig
Je mag muziek luisteren
Je zorgt voor een rustige werkplek

Slide 25 - Slide

Lesafsluiting

Slide 26 - Slide

'Ik heb geleerd wat levensfasen zijn'
Ja
Nee

Slide 27 - Poll

Welk onderwerp
vind je moeilijk?

Slide 28 - Mind map