examentips wiskunde

Examentips Wiskunde
1 / 32
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Examentips Wiskunde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je begint aan een wiskunde-examen-opdracht.
Wat is de juiste volgorde van aanpak?



1
2
3
4
5
6
Lees de titel en de inleiding
Kijk naar de hele opdracht; wat hoort er allemaal bij?
Heb je een antwoord, kijk terug naar de vraag of dit echt het  EIND-antwoord is.
Ga voor jezelf na, of je de vraag goed begrijpt. 
Verzamel de gegevens uit de tekst en schrijf het op.
schrijf je rekenstappen op, laat zien hoe je aan je (tussen)antwoorden komt.

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Tip 1 
Kom niet met lege handen op school!
Andersom; neem al je spullen mee die je nodig hebt!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke 'wiskundegereedschappen' MOET je gebruiken bij het tekenen van een uitslag van een cilinder ?
Gebruik je ze niet...kost je dat twee punten!

A
rekenmachine, potlood
B
potlood en gum
C
geo en liniaal,
D
geo en passer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Tip 2a
Schrijf altijd op hoe je aan je antwoord komt.

"12 van de 25 leerlingen heeft een passer mee!"
Bereken hoeveel procent dat is.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

12 van 25 ......
Bereken hoeveel procent dat is!

Slide 6 - Open question

Een percentage rond je af op één decimaal, tenzij er iets anders in de opdracht staat.
Hoeveel inwoners had Nederland in 2015?
(antwoord in de volgende dia)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel inwoners had Nederland in 2015?
A
17 miljoen
B
ongeveer 17 miljoen
C
17 miljard
D
ongeveer 17 miljard

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Tip 2b
Als je gaat rekenen met getallen die niet in letterlijk in de opdracht staan, laat ook dan zien hoe je aan dat getal komt!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Een jas wordt afgeprijsd van 115 naar 95 euro. Wat is het relatieve prijsverschil?
(3 pnt)

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Tip 3
Het aantal punten voor een vraag is vaak gelijk aan het aantal reken-, teken- of denkstappen
 
Je kunt dus aan het aantal punten zien, hoe uitgebreid je totale antwoord (uitleg/berekening/tekening) moet zijn

Let hierop bij de volgende opdracht:

Slide 11 - Slide

This item has no instructions


Maak een foto van je uitwerking van het berekenen van de prijs van de vloerbedekking.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Tip 4
Als je denkt dat je je antwoord hebt gevonden, lees dan nog een keer de opdracht.

Maak de volgende opdracht in je schrift. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat is je eindantwoord van vraag a?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wat is je antwoord van vraag b?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Tip 5
Neem formules over en sta er even bij stil wát je aan de formule kunt aflezen.  

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

inhoud cilinder = opp. grondvlak x hoogte

Welke formule je nu verder nog nodig om de opp. van het grondvlak te berekenen?
A
2 x de straal
B
straal2
C
lengte x breedte
D
straal2π

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welke formule hoort NIET bij de oppervlakte van een rechthoekige driehoek?
A
Opp. bijbehorende rechthoek : 2
B
basis x hoogte x 0,5
C
3 zijden optellen : 2
D
rechthoekzijde x andere rechthoekzijde : 2

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Tip 6
Ken de wiskundige begrippen!
Schrijf woorden op, die je tegenkomt in oefentoetsen, waarin je nog vaak vergist. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Sleep de ruimtefiguren naar het juiste vakje!
Prisma
Cilinder
Balk
Kubus
Piramide
Kegel
Bol

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

en ken de uitslag....

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel vierhoeken ken jij bij naam?

Slide 23 - Poll

This item has no instructions

Teken de drie bijzondere driehoeken en gebruik symbolen om duidelijk te maken wát er bijzonder aan is.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

4 x hondervijfentwintigduizend =
A
een half miljoen
B
een half miljard
C
een half biljoen
D
500 miljoen

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Tip 7
Zorg dat je eenheden kunt omrekenen!

Dit is heel vaak een laatste punt van de opdracht.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel liter water kan er in een aquarium van 25 x 45 x 20 cm?
A
22500 liter
B
2250 liter
C
225 liter
D
22,5 liter

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel cm loopt een slak per min, als hij 1 km per dag loopt?
....zonder pauze :)
A
ongeveer 7 cm
B
ongeveer 70 cm
C
144 cm
D
1,44 cm

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Tip 8 Durf  te beginnen!!!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Tip 9
Blijf vragen stellen!
.... zijn er op dit moment nog vragen?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welke tip(s) neem je mee?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

www.
  • wiskunde-examens.nl

  • examenoverzicht .nl

  • examenblad.nl


Slide 32 - Slide

This item has no instructions