QUIZ 5 + THEORIE

3.6 Richtingscoëfficiënt berekenen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3.6 Richtingscoëfficiënt berekenen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

  1. Kies twee punten op de grafiek waarvan je de coördinaten precies kunt aflezen. (Zie A en B.)
  2. Van A naar B ga je 4 stappen horizontaal en 3 stappen verticaal.
  3. Bereken de richtingscoëfficiënt.


 4. Maak de formule.

     H = 1 + 0,75t

Leerdoel
Ik kan de richtingscoëfficiënt bij een grafiek berekenen.

Slide 3 - Slide



Bereken de richtingscoëfficiënt.  

Maak de formule. 



Hoeveel zijn de voorrijkosten?

Leerdoel
Ik kan de richtingscoëfficiënt bij een grafiek berekenen.

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Ik kan de richtingscoëfficiënt bij een grafiek berekenen.

Slide 5 - Slide

Onthoud! Dus leer dit! 
 Leerdoel
Ik weet dat de grafieken van formules met dezelfde richtingscoëfficiënt evenwijdig zijn.
Ik weet dat de grafieken van formules met hetzelfde begingetal op dezelfde hoogte op de verticale as beginnen.
Ik kan een verschillende formules opstellen bij grafieken met dezelfde richtingscoëfficiënt.
Ik kan een verschillende formules opstellen bij grafieken met hetzelfde begingetal.
Zie grafiek II en III.
Zie grafiek g en p.

Slide 6 - Slide



Welke formule hoort er bij de rode grafiek?


Een groene grafiek loopt evenwijdig aan de rode grafiek, maar heeft als beginpunt (0,80). 
Wat is de formule van deze grafiek?


Een blauwe grafiek heeft hetzelfde beginpunt als de rode grafiek en heeft als rc -15. 
Wat is de formule van deze grafiek?



 Leerdoel
Ik weet dat de grafieken van formules met dezelfde richtingscoëfficiënt evenwijdig zijn.
Ik weet dat de grafieken van formules met hetzelfde begingetal op dezelfde hoogte op de verticale as beginnen.
Ik kan een verschillende formules opstellen bij grafieken met dezelfde richtingscoëfficiënt.
Ik kan een verschillende formules opstellen bij grafieken met hetzelfde begingetal.

Slide 7 - Slide

Fons, Nick en Annelies gaan lopend naar school. De grafiek hiernaast gaat over de wandeling van Fons. In de grafiek is A de afstand in meters en t de tijd in minuten. 

Welke formule hoort er bij de grafiek?

Annelies, de zus van Fons, loopt sneller. 
Zij is in 8 minuten op school.
Maak de formule bij de grafiek van Annelies.

Nick woont 400 m dichter bij school.
Hij loopt even snel als Fons. 
Maak de formule bij de grafiek van Nick.

In hoeveel minuten loopt Nick naar school? 





 Leerdoel
Ik weet dat de grafieken van formules met dezelfde richtingscoëfficiënt evenwijdig zijn.
Ik weet dat de grafieken van formules met hetzelfde begingetal op dezelfde hoogte op de verticale as beginnen.
Ik kan een verschillende formules opstellen bij grafieken met dezelfde richtingscoëfficiënt.
Ik kan een verschillende formules opstellen bij grafieken met hetzelfde begingetal.

Slide 8 - Slide

QUIZ 5
formules en grafieken

Slide 9 - Slide


Maak de formule die bij de grafiek hoort.
(geen spaties)

Slide 10 - Open question


Maak de formule die bij de rode grafiek hoort. (geen spaties)
Rond zo nodig rc af op één decimaal.

Slide 11 - Open question


Maak de formule die bij de blauwe grafiek hoort. (geen spaties)
Rond zo nodig rc af op één decimaal.

Slide 12 - Open question


Welke formule hoort bij de grafiek.
(geen spaties)
Rond zo nodig rc af op één decimaal.

Slide 13 - Open question

De grafiek stopt bij het punt (20,3500).
Wat betekent dat?
A
Dat betekent dat de pompoen na 20 weken is geoogst en toen 3500 gram woog.
B
Dat betekent dat de pompoen na 3500 uur is geoogst en toen 20 kg woog.

Slide 14 - Quiz

Sem, Zoë en Noah gaan elke schooldag op de fiets naar school. De grafiek gaat over de fietstocht van Sem. In de grafiek is A de afstand in kilometers en
de tijd in minuten.

Maak de formule bij de grafiek van Sem.

Slide 15 - Open question

Zoë, de zus van Sem, fietst sneller. Zij is in
8 minuten op school.

Maak de formule bij de grafiek van Zoë.

Slide 16 - Open question

Noah woont 0,5 km dichter bij school.
Hij fietst even snel als Sem.

Maak de formule bij de grafiek van Noah.

Slide 17 - Open question

A= 1,5 - 0,2t
Hierin is A de afstand in kilometers en t de tijd in minuten.

In hoeveel minuten fietst Noah naar school?

Slide 18 - Open question

De grafiek hiernaast gaat over de hoogte van een kersenboom. In de grafiek is
de hoogte in meters en
de tijd in jaren.

Maak de formule van de kersenboom.

Slide 19 - Open question

De grafiek die hoort bij de hoogte van een appelboom loopt evenwijdig met die van de kersenboom en begint in (0,5).

Maak de formule bij de grafiek van de appelboom.


Slide 20 - Open question

De grafiek die hoort bij de hoogte van een perenboom heeft hetzelfde begingetal als die van de kersenboom en heeft als richtingscoëfficiënt 0,75.

Maak de formule bij de grafiek van de perenboom.

Slide 21 - Open question

De grafiek die hoort bij de hoogte van een perenboom heeft hetzelfde begingetal als die van de kersenboom en heeft als richtingscoëfficiënt 0,75.

Maak de formule bij de grafiek van de perenboom.

Slide 22 - Open question

Hiernaast is een grafiek van een rode kaars getekend. Hierin is L de lengte in centimeters en t de tijd in uren.

Maak de formule bij de grafiek van de rode kaars.

Slide 23 - Open question

De grafiek van een zwarte kaars loopt evenwijdig aan de grafiek van de rode kaars. Het beginpunt is (0, 25).
Maak de formule bij de grafiek van de zwarte kaars?

Slide 24 - Open question

De grafiek van de groene kaars heeft hetzelfde begingetal als die van de rode kaars. De richtingscoëfficiënt van deze grafiek is -7,5.
Maak de formule bij de grafiek van de groene kaars.

Welke formule hoort er bij de grafiek van de groene kaars?

Slide 25 - Open question


In hoeveel uur is de groene kaars opgebrand?

Slide 26 - Open question

In de grafieken is L de laadtoestand van de accu in procenten en t de tijd in uren.

Maak de formule van de blauwe grafiek.

Slide 27 - Open question

In de grafieken is L de laadtoestand van de accu in procenten en t de tijd in uren.

Maak de formule van de rode grafiek.

Slide 28 - Open question




Geef de formule bij
de fietstocht van Joost.

Slide 29 - Open question




Geef de formule bij
de fietstocht van Marlies.

Slide 30 - Open question




Geef de formule bij
de fietstocht van Lars.

Slide 31 - Open question

Geef de formule bij de grafiek.
(geen spaties typen)

Slide 32 - Open question





Geef de formule van de grafiek die bij Annelies hoort.
(geen spaties typen)

Slide 33 - Open question





Geef de formule van de grafiek die bij Nick hoort.
(geen spaties typen)

Slide 34 - Open question

In hoeveel minuten loopt Nick naar school?
A
Dat kun je niet weten.
B
10 minuten
C
6 minuten
D
5 minuten

Slide 35 - Quiz

BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN 

Slide 36 - Slide